Waardegedreven zorg moet uiteindelijk leiden tot een betere kwaliteit van zorg, die is georganiseerd rondom de patiënt. De centrale vraag moet daarbij zijn: wat vindt de patiënt nu echt belangrijk? Dat stelde internist-nefroloog Willem Jan Bos (St. Antonius ziekenhuis) op 15 maart 2019 tijdens zijn oratie als bijzonder hoogleraar Nefrologie: uitkomsten van zorg.
Bos stelde dat de focus op de waarde van de zorg voor een patiënt nu nog vaak te beperkt is. “Wanneer we patiënten vragen waar ze last van hebben, en artsen na een consult dezelfde vraag stellen, liggen de antwoorden vaak ver uit elkaar. Met patiënt-gerapporteerde uitkomsten kunnen we systematisch in beeld brengen wat voor de patiënt in het dagelijks leven relevante klachten en uitkomsten zijn.”
Waardegedreven zorg
Hoewel de bijzonder hoogleraar waardegedreven zorg benadert vanuit zijn vakgebied Nefrologie (nierziekten), ziet hij kansen om het concept breder toe te passen in de ziekenhuiszorg. “Het gaat erom dat we de juiste ingrediënten bij elkaar brengen: samen beslissen, het meten van uitkomsten, feedback geven op elkaars handelen en de resultaten wetenschappelijk evalueren. Samen vormen ze een krachtig instrument voor grote verbeteringen in uitkomsten en organisatie van zorg.”
In het St. Antonius Ziekenhuis worden de uitkomsten van zorg samen met zes andere ziekenhuizen in het samenwerkingsverband Santeon vergeleken. Dit project - samen met het ministerie van VWS - is bedoeld om de transparantie van zorguitkomsten voor patiënten te vergroten. Het loopt sinds april 2018. “Op basis van verschillen in uitkomsten identificeren en verspreiden we goede praktijkvoorbeelden. Feedback op je eigen handelen kan een confronterend proces zijn, maar is heel leerzaam”, vertelde Bos.
Goede IT-ondersteuning
Bos werkt ook in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Daar gaat hij met een werkgroep aan de slag met implementatie van het concept van waardegedreven zorg. Startpunt hierbij is de organisatie van de zorg. “In die organisatie komen concepten als samen beslissen, het gebruik van patiënt-gerapporteerde uitkomsten, zorgpaden en thuismetingen samen”, schetst Bos. “Kunnen we de organisatie voor de patiënt verbeteren en het zo regelen dat een patiënt verschillende specialisten op dezelfde dag ziet? Goede IT-ondersteuning zorgt daarbij voor continue feedback.”
Bos pleit ten slotte voor het meten en onderling vergelijken van uitkomsten, maar ook voor wetenschappelijke evaluatie van waardegedreven zorg zelf. “Was een verandering de moeite waard en heeft het uiteindelijk echt meerwaarde voor de patiënt?”
Focus uitkomstgerichte zorg
Uitkomstgerichte zorg krijgt steeds meer nadruk in de zorgprocessen. daarbij ligt de focus in toenemende mate op patiëntregie. Zo wil Zorginstituut Nederland de komende jaren meer uitkomstinformatie beschikbaar maken, met als streefdoel om dit in 2022 voor 50 procent van de ziektelast in Nederland te hebben. Met deze uitkomstinformatie moeten patiënten beter in staat zijn om, samen met hun behandelaar, te beslissen voor de beste behandeling, zo schrijft de zorgtoezichthouder in het rapport ‘Meer patiëntregie door meer uitkomstinformatie in 2022’.
Uitkomstinformatie gaat over de resultaten van een behandeling. Die worden bijgehouden door artsen en steeds vaker ook door patiënten. Bijvoorbeeld wanneer zij toegang hebben tot een patiëntportaal of medische dossiers van andere zorgverleners. Bij artsen ligt de focus op het medische deel, zoals het aantal geslaagde operaties of het aantal complicaties. Bij patiënten ligt de focus op de uiteindelijke uitkomst: wat kán ik weer na een operatie? Deze informatie kan ook andere patiënten helpen om een behandelaar te kiezen en om samen met die behandelaar in gesprek te gaan over de mogelijke behandeling.
Samen beslissen
Als patiënten samen met hun behandelaar hun behandeling besluiten, zijn patiënten meer tevreden en worden betere behandelresultaten bereikt dan zonder dergelijk overleg. Toch is in de manier van samenwerken bij het nemen van behandelbesluiten nog veel te verbeteren, zo concludeerde gezondheidswetenschapper en verpleegkundige Margot Metz december vorig jaar in haar promotieonderzoek.