Immuuntherapie wordt gezien als een veelbelovende behandeling tegen kanker, maar bij sommige patiënten blijkt de behandeling niet effectief of zelfs schadelijk. Onderzoekers van het Erasmus MC en het LUMC hebben nu ontdekt dat dit te wijten is aan de activatie van afweer-onderdrukkende cellen door de immuuntherapie. Het immuunsysteem speelt een cruciale rol bij het elimineren van tumorcellen.
Tumorcellen hebben echter mechanismen ontwikkeld om zichzelf te beschermen tegen aanvallen van het immuunsysteem door middel van misleiding en remming. Zo kunnen tumorcellen binden aan specifieke schakelaars (PD-1) op cellen van het immuunsysteem. Dat vermindert de werking van deze immuuncellen, waardoor tumorcellen door blijven groeien. Immuuntherapie onderbreekt deze binding, waardoor immuuncellen opnieuw geactiveerd worden en in staat zijn om de tumorcellen aan te vallen. Hoewel immuuntherapie een veelbelovende behandeling is, is een aanzienlijk deel van de kankerpatiënten er niet gevoelig voor. Tot op heden was de precieze reden hiervoor niet volledig bekend.
Immuuntherapie
Mandy van Gulijk, onderzoekster bij de afdeling Longgeneeskunde van het Erasmus MC, heeft ontdekt dat bij zowel muizen als bij immuuntherapie-resistente patiënten, de therapie voornamelijk een ongewenst effect heeft op het immuunsysteem. Dit komt doordat de immuuntherapie de activatie van regulatoire T-cellen bevordert. Deze T-cellen spelen een rol in het onderdrukken van immuunreacties
Van Gulijk legt uit: "De stimulatie van regulatoire T-cellen belemmert de effectiviteit van immuuntherapie, omdat het de positieve effecten van de behandeling tenietdoet. In plaats van dat immuuntherapie het afweersysteem aanspoort om tumorcellen op te ruimen, wordt het juist geremd." Deze waardevolle kennis kan worden gebruikt om nieuwe behandelingen te onderzoeken waarbij juist de negatieve invloed van regulatoire T-cellen op immuuntherapie wordt voorkomen.
Eerder onderzoek
Uit
eerder onderzoek is al eens gebleken dat sommige kankerpatiënten zeer goed reageren op immuuntherapie, maar dat vele anderen geen enkel voordeel ondervinden van een behandeling die het eigen immuunsysteem activeert. Daaruit kwam naar voren dat het voorspellen van de respons op immuuntherapie kan worden gedaan aan de hand van tumorfragmenten. Door deze ‘tumor-avatars’ in het laboratorium te behandelen, kan de juiste behandeling worden gekoppeld aan de juiste patiënt. Op deze manier kan er een gepersonaliseerde aanpak worden ontwikkeld.
Bij
dit onderzoek werkten het Erasmus MC onder leiding van prof. dr. Joachim Aerts en dr. Floris Dammeijer, en het LUMC onder leiding van prof. dr. Thorbald van Hall nauw samen. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift
Science Immunology. Meer over eerder onderzoek is
hier en
hier te vinden.