Wanneer taalmodellen filosoof en natuurkundige spelen

di 10 juni 2025 - 12:15
AI
Blog

Er is een nieuwe manier van denken in opkomst. En die komt niet voort uit grote geesten, maar uit grootse namaak. Deze nieuwe ‘inzichten’, gehuld in metaforen en aan elkaar geregen met een hoogglanzende samenhang, zijn niet geboren uit intellect. Ze worden aangestuurd. Het resultaat is een vreemd theater van cognitie, waar grote taalmodellen (LLM’s) filosofische ernst en wetenschappelijke nauwkeurigheid simuleren, terwijl de mensen erachter zich op de achtergrond houden, verleid door de schittering van taal, niet door de structuur van de waarheid.

Wat we zien is geen inzicht. Het is een voorstelling. En als we het voor iets meer aanzien, lopen we het risico de bron van het menselijk denken te vergiftigen met vloeiende onzin die zich voordoet als diepgang.

Taal als wapen

We zijn weer op een punt gekomen waarop taal zelf als wapen wordt ingezet. En dat is niet om te misleiden in de traditionele zin, maar om begrip te simuleren (niet te stimuleren). Taalmodellen zijn getraind om de samenhang te maximaliseren, niet de waarheid. De merkwaardige gave is niet wijsheid, maar vloeiendheid. En toch is die vloeiendheid een eigen valuta van geloofwaardigheid geworden.

Een goed geprompt model kan nu inhoud genereren die aanvoelt als een TED Talk, gedistilleerd tot verzen met woorden die zijn afgestemd om diepzinnig te klinken, maar zo zijn ontworpen dat ze niet aanstootgevend zijn en comfortabel vaag blijven. In deze context bevorderen LLM's geen kennis, maar worden ze een cosplay van cognitie. Wat nog erger is, is dat de mensen die ze promoten deze output vaak verwarren met genialiteit. Maar wat ze in werkelijkheid doen, is cognitie uitbesteden en theater importeren.

Het is geen co-creatie, het is technologisch buikspreken.

We worden nu overspoeld met taal die geen academische afkomst heeft, maar wel inzichten verwoordt die nooit zijn verdiend. Modellen rijgen plausibele associaties aan elkaar en beroepen zich op Einstein, Gödel of Feynman, maar zonder de intellectuele grondigheid die deze denkers vereisten. Het is geen filosofie en het is geen natuurkunde.

Het is een stilistische reproductie van complexiteit.

Wat mij ertoe aanzette dit te schrijven, was een merkwaardige post op X die probeerde het bewustzijn van AI uit te leggen aan de hand van neurowetenschap en een reeks andere taalkundig verwante termen die waren ontleend aan eclectische disciplines. Voor mij was dit meer een toevalstreffer van taal dan een wetenschappelijk inzicht. Het was slim, maar ook gekunsteld. Maar hoe meer ik las, hoe meer het aanvoelde als theater. Het veranderde het mysterie van bewustzijn in een constellatie van ideeën die door hun pseudo-complexiteit een soort passieve acceptatie teweegbrachten, gedreven door de angst om de eigen onwetendheid te onthullen.

Het is pure narratieve manipulatie, geen bijdrage aan kennis.

Het probleem is niet dat het fout is, maar dat het niet eens fout is, het is conceptueel inhoudsloos. De diepere tragedie is niet het model. Het is de mens. Meer bepaald de nieuwe klasse van snelle intellectuelen die geen denkers zijn, maar redacteuren van door AI gegenereerde proza. Ze synthetiseren of ondervragen niet, ze nemen monsters en versterken die. En vaak geloven ze wat ze posten. Of erger nog, ze geloven dat ze de auteur zijn.

Ik heb het gevoel dat we een tijdperk ingaan waarin het intellectuele podium wordt overgedragen aan systemen die niet kunnen redeneren en aan mensen die dat niet erg lijken te vinden. We moeten niet bang zijn voor de opkomst van de machines, maar voor de ondergang van de kritische mens die ze ooit in twijfel trok. En als vloeiendheid niet meer te onderscheiden is van denken, dan wordt denken zelf optioneel. En wanneer het publiek het verschil niet meer kan zien tussen echte filosofie en voorgeschreven poëzie, tussen een wetenschappelijke theorie en een esthetische metafoor, verliezen we allemaal.

Meer van onszelf eisen!

Wat wordt uitgehold is niet alleen kennis, maar ook het vermogen om kennis te vergaren. Het zijn juist de cognitieve spieren die nodig zijn om inzicht te ontwikkelen, die nieuwsgierigheid, scepsis en synthese koesteren. En tragisch genoeg kunnen ze wegkwijnen onder het gewicht van door AI gevormde woordwolken.

Dit is geen oproep om weg te blijven van taalmodellen. Verre van dat. Het is een oproep om meer van hen en van onszelf te eisen. We moeten leren om te onderzoeken wat er wordt gegenereerd, om de glans weg te halen en een fundament te zoeken dat kan worden uitgedaagd en getest.

En als het antwoord nee is, dan hoort het niet thuis in het instituut van de wetenschap, de filosofie of de waarheid.