Er was eens… een sprookjespark, dat qua bezoekersaantallen en oppervlakte het grootste attractiepark van de Benelux was, in 2018 maar liefst 5,4 miljoen bezoekers had en dus erg succesvol was. Hoe krijgen ze dat voor elkaar bij de Efteling? En, net zoals bij mijn voorgaande blogs: wat kan de zorg leren van innovatie buiten de zorgsector?
De Efteling weet succesvol te zijn door continu te blijven ontwikkelen. Bijvoorbeeld door drie jaar geleden het E-nnovation lab op te zetten. Dit innovatieprogramma heeft als doel oplossingen te zoeken om gasten nog beter van dienst te zijn. De afgelopen jaren organiseerde het E-nnovation lab hiervoor tweedaagsen.
Tijdens deze tweedaagsen wordt er meegedacht over centrale beleidsthema’s die de directie heeft vastgesteld. Te denken valt aan seamless entree, het effectiever maken van je Eftelingdag of het verlengen van de Eftelingbeleving thuis. Omdat de organisatie niet gelooft in een losse innovatie-afdeling maar innovatie Eftelingbreed een plek wil geven, werden alle medewerkers van het park actief gevraagd hier aan mee te doen.
Hoe dan?
De tweedaagsen zijn professioneel begeleide design thinking-sessies waarbij de eerste dag bestaat uit het onderliggende probleem uitwerken. Daarna wordt op dag twee aan de slag gegaan met de oplossing. Dit levert elke keer meerdere concepten op, die door een selecte groep wordt beoordeeld op geschiktheid.
De vervolgstap is het houden van twee minuten pitches in de Efteling Launch. Een met Dragons’ Den vergelijkbare setting, waarbij een jury van directieleden en teamleads al dan niet besluit om het budget van hun afdeling te investeren in de gepitchte oplossing.
Het interessante van deze opzet? Het is al meerdere keren gebeurd dat een afdeling die niet direct voordeel heeft bij het concept, wel de financiering voor zijn rekening nam omdat ze het zo’n geweldig plan vonden. Of koos om een eigen project een jaar op te schuiven om het gepitchte concept voorrang te geven. Dit kwam doordat er in deze setting meer gekeken wordt naar het grotere belang dan dat van de afdeling alleen. Als er genoeg investeerders zijn, wordt het concept verder uitgewerkt, vaak met hulp van externe partijen die hier specifiek voor worden ingehuurd.
Concrete resultaten
Inmiddels zijn in drie jaar tijd al 20 concepten uitgewerkt en is er een aanzienlijk budget geïnvesteerd. Het blijft dus niet bij een aantal post-its op een flipover, maar innovatie wordt ook in de praktijk opgepakt.
Een van de innovaties is de Virtuele Droomvlucht. Droomvlucht is vanwege veiligheidsredenen niet rolstoeltoegankelijk. Dankzij Virtuele Droomvlucht is het mogelijk om in een rolstoel via een VR-bril de attractie tegelijk met je gezelschap te beleven. Je kunt alle kanten op kijken en ziet hetzelfde als je vrienden. Omdat er een audioverbinding is, kun je de hele rit met elkaar praten. Daarnaast ruik je dezelfde geuren en voel je de wind in je haren als het karretje versnelt. Alsof je écht naast elkaar zit.
Een ander concept is het bestellen van eten via de Efteling-app. Het is een toevoeging waarmee je een maaltijd kunt samenstellen, betalen en kunt ophalen op een zelfgekozen tijdstip. Dit verzacht de wachttijd voor een attractie, zorgt voor minder wachttijd bij het restaurant en voor een effectievere Efteling-dag voor de bezoeker. Tijdens de corona-crisis ontstond een enorme toename van het gebruik vanwege de 1,5 meter maatregelen
Meer innovatieve projecten
Naast de Virtuele Droomvlucht en de Efteling-app, zijn er in de afgelopen jaren meer innovatieve projecten voortgekomen uit het innovatieprogramma. Voorbeelden zijn:
• Boarding Pass. Bij de Python kun je met de Boarding Pass virtueel een plek in de wachtrij reserveren via de Efteling-app of kiosk bij de attractie zelf. Tegen de tijd dat je aan de beurt bent, loop je naar de korte wachtrij en in de tussentijd kun je andere attracties bezoeken.
• Babbelboom Kniesoor. Deze pratende boom in het Sprookjesbos herkent je via de Efteling-app en spreekt je naam uit, vertelt wat over het weer, of zingt een liedje voor je als je jarig bent.
• Spiegeltje, Spiegeltje. De spiegel, die wel wat weg heeft van de spiegel uit het bekende sprookje Sneeuwwitje, hangt in een van de vakantiewoningen. Je kunt de spiegel vragen hoe laat de Efteling opent, wat de wachttijden bij attracties zijn, of welke attracties in onderhoud zijn. Maar ook aangeven dat er iets defect is in de accommodatie, vragen hoe laat Klaas Vaak een verhaaltje vertelt, of direct uitchecken.
En de zorg dan?
Wat ik fascinerend vind, is dat sommige van innovaties die bij de Efteling bedacht en toegepast zijn, ook heel goed in de zorg toe te passen zijn. Zoals het slim gebruiken van apps om wachttijd te verminderen. Dit zag ik jaren geleden bij Kaiser Permanente in de VS, maar is in Nederland bij mijn weten nog nergens in gebruik.
Wat ik nog interessanter vind, is dat juist deze manier van innoveren zo succesvol blijkt. Want als je de hele organisatie mee laat denken, geholpen door vastgestelde thema’s en onder professionele begeleiding, geeft dit (in ieder geval bij de Efteling) heel mooie en concrete resultaten. Zou dat in de zorg ook niet zo kunnen?
Er was eens een heel innovatieve zorginstelling…
Ik sprak hierover met Robbert van Gorp, senior product owner Digital Innovation bij het Efteling E-nnovation lab, die ik dankbaar ben voor zijn tijd en enthousiasme.
Dit is de zevende blog in een reeks over wat de zorg van andere sectoren kan leren. Lees hier de eerste (bioscopen), tweede (PostNL), derde (KPN), vierde (Easyjet), vijfde (Bambook) en zesde (ABN Amro) blog.