Zweden heeft lang model gestaan voor een geslaagd maatschappelijk gezondheidsstelsel waarbij belastingbetalers relatief zwaar worden belast voor een breed pallet aan publieke diensten. Het land behoort tevens tot de top van landen met succesvolle technologiebedrijven en een florerende start-up scene die een belangrijke rol spelen in de digitale transformatie die veel bedrijven wereldwijd ondergaan. Echter, op het gebied van e-health lijkt Zweden achter te lopen op de eigen ambities, schrijven lokale media.
Zweden werd de afgelopen maanden meerde malen geconfronteerd met incidenten waarbij de infrastructuur van diverse ziekenhuizen onbetrouwbaar bleek. In maart bijvoorbeeld ging het IT-systeem van een ziekenhuis in Västerås bijvoorbeeld ‘s nachts enkele offline waardoor artsen tijdelijk geen toegang hadden tot patiënteninformatie.Hoewel Zweden de afgelopen jaren grote stappen op het gebied van digital healthcare, lijken niet alle ontwikkelingen synchroon te lopen. Niet zelden kampen ziekenhuizen met overbelaste IT-infrastructuren, coördinatieproblemen en andere factoren hebben investeringen die nodig zijn om de digitale zorgtransformatie van Zweden volledig te realiseren, vertraagd, zo luidt de consensus.
Volgens experts is het gebrek aan investeringen in infrastructuur debet aan veel problemen waardoor Zweden in internationaal perspectief achterloopt op andere landen. Begin dit jaar ontvouwde de Zweedse overheid zijn e-health-actieplan voor de periode 2017-2019. De overheid streef de komende jaren naar meer samenwerking, coördinatie en het verhogen van de efficiency binnen organisaties die met e-health-oplossingen werken. Ook moet meer werk worden gemaakt van standaardisatie.
Het actieplan, opgesteld in samenwerking met de Zweedse organisatie van lokale en regionale autoriteiten (SKL), is onderdeel van de Vision for eHealth 2025. Deze visie moet er toe leiden dat Zweden tot één van de meest vooruitstrevende landen op het gebied van ehealth wordt waarbij zijn inwoners optimaal gebruik kunnen maken van de digitale mogelijkheden binnen de gezondheidszorg.
Meer geld niet de oplossing
Zweden zakte vorig jaar nog twee plekken op de Euro Health Consumer Index, opgesteld door Health Consumer Powerhouse, een Zweedse private organisatie, die gezondheidsanalyses en –informatie biedt. Volgens de organisatie blijft Zweden kampen met te lange wachtlijsten. Zweden eindigde in 2016 met 786 punten op een twaalfde plek.Wel behoort Zweden, samen met Nederland en Oostenrijk, tot de landen met de hoogste uitgaven aan gezondheidszorg per hoofd van de bevolking. Uit een rapport van consultancyfirma McKinsey blijkt dat de Zweedse overheid de komende jaren een kwart van de zorgkosten kan besparen, goed voor een uiteindelijke besparing van 180 miljard Zweedse kronen in 2025.
Onlangs maakte de Zweedse overheid nog bekend in totaal 5 miljard Zweedse kronen, omgerekend circa een half miljard euro, extra uit te trekken voor de verbetering van zijn sociale stelsel. Drie miljard Zweedse kronen werd gereserveerd voor investeringen in de gezondheidszorg waarbij de verbetering van de werkomstandigheden voor medewerkers in de zorg prioriteit geniet.
Criciti van het Zweedse stelsel menen dat de portemonnee trekken niet de enige oplossing is om problemen strructureel aan te pakken. Volgens hen zal flink moeten worden geïnvesteerd in de toegang tot en de beschikbaarheid van basale diensten waarvoor soms wachttijden van een maand bestaan. Daarvoor zal ook het gedecentraliseerde stelsel onder de loep moeten worden genomen.
Een deel van de oplossingen om de Zweedse gezondheidszorg digitaal te transformeren, bestaat al. In sommige delen van het land worden tests gehouden waarbij patiënten een eerste consult krijgen via een mobiele app. Dit bespaart niet alleen reistijd, maar pakt tegelijkertijd het probleem van lange wachtrijen aan. De oplossing is voor een deel gestoeld op het BankID-systeem van Zweden, oorspronkelijk ontwikkeld om veilige transacties voor online bankieren te vergemakkelijken.
Een andere die in Stockholm wordt getest, maakt het mogelijk dat patiënten die een beroerte hebben gehad op afstand aan therapiesessies kunnen deelnemen, in plaats van dat ze tijdens de therapie in het ziekenhuis moeten verblijven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bewegingssensortechnologie en een scherm waarmee communicatie mogelijk is met een fysiotherapeut die zich op een andere locatie bevindt.
Nederland wél aan kop
Nederland behoort net als Zweden tot één van de landen met de hoogste investeringen in de gezondheidszorg. Ook in technologisch opzicht loopt Nederland goed in de pas; Nederland kent een hoge penetratie van breedbandinternet en het gebruik van mobiele devices, met name smartphones en tablets, ligt er relatief hoog.Desondanks lijkt ook in Nederland de belofte van e-health maar mondjesmaat te worden ingelost. Er is bijvoorbeeld een flink aanbod van online diensten, vooral bij de huisarts, maar toch weten de meeste zorggebruikers niet goed wat er mogelijk is. En hoewel de zorgsector innovatie belangrijk vindt, neemt het gebruik van e-health, zoals beeldschermzorg, er nauwelijks toe. Medisch specialisten vinden dat de mogelijkheden tekort schieten om online patiëntinformatie uit te wisselen. Kortom, er is weinig vooruitgang, zo bleek vorig jaar uit de jaarlijkse e-health Monitor van Nictiz en Nivel.
Lichtpuntjes zijn er ook: artsen bieden hun patiënten langzaam maar zeker meer mogelijkheden voor online inzage in hun medische gegevens, vooral voor voorgeschreven medicatie en een overgrote meerderheid van de praktijkondersteuners van de huisarts voor de geestelijke gezondheidszorg werkt met eMental Health, vaak bij een klein deel van de cliënten.
De Nederlandse overheid denkt mee met de markt via verschillende initiatieven. Minister Edith Schippers van VWS maakte vorig jaar zomer bekend de komende vier jaar 20 miljoen euro uit te trekken voor de stimulering van ehealth. Met het geld kunnen onder meer MKB-ondernemers worden ondersteund en begeleid bij de opschaling van goede ehealth initiatieven.
Het primaire doel hiervan is veelbelovende innovaties sneller bij de patiënt te brengen en een plek te geven in de gezondheidszorg. Het zogenaamde ‘FastTrack e-health initiatief’ gaat uit van publiek private samenwerking. Naast de bijdrage van de Rijksoverheid worden ook afspraken gemaakt met private partijen zoals banken, pensioenfondsen, investeerders en zorgverzekeraars.
Meer technologie, adoptie mag sneller
Er zijn steeds meer technologieën beschikbaar in de samenleving die het leven van patiënten makkelijker en aangenamer kunnen maken, aldus Schippers. Volgens de bewindsvrouw bieden bieden e-health-oplossingen en digitale toepassingen zoals zorg-op-afstand en digitale patiëntendossiers een sterke faciliterende rol.Tijdens de afsluiting van de nationale E-Healthweek 2017 in januari van dit jaar stelde Schippers nog eens een miljoen euro beschikbaar voor voor onderzoek naar het toepassen van veelbelovende en vernieuwende initiatieven in de organisatie van en toegang tot zorg. In 2017 en 2018 organiseren ZonMW en het ministerie van VWS ook bijeenkomsten over het in praktijk toepassen van innovatieve zorgideeën. Patiënten en professionals krijgen bij de onderzoeken en de bijeenkomsten een belangrijke stem.
Uit de voorgenoemde Euro Health Consumer Index blijkt dat Nederland samen met Zwitserland aan kop gaat. Sterker nog, Nederland is het enige land dat sinds de ingebruikname van de Euro Health Consumer Index in 2005 in de top drie figureert. In 2012 behaalde Nederland al een topscore van 827 punten en vorig jaar kwam de score uit op een indrukwekkende 927 punten, een all-time high waarmee Nederland de eerste positie bekleedt.
Desondanks mag er volgens patiënten en zorgprofessionals in Nederland mag er nog wel wat gebeuren aan de adoptie van connected zorgtechnologieën. Dat blijkt uit een recente studie door Philips gepresenteerde resultaten van de Future Health Index.