ConsultAssistent moet specialist en patiënt helpen Digitale anamnese in dertig tot veertig vragen

19 juni 2020
ConsultAssistent moet specialist en patiënt helpen Digitale anamnese in dertig tot veertig vragen
Premium

Blom: “Voor patiënten met eenzelfde diagnose kan de toekomstverwachting er anders uitzien. Neem bijvoorbeeld een kind met middenoorontsteking. Om een voorspelling te doen over het ziekteverloop, moet je verschillende factoren meewegen. Bijvoorbeeld: wat is de voorgeschiedenis van de ouders? Speelt een syndroom een rol? Is er sprake van crèchebezoek? Roken de ouders? Via de digitale anamnese van ConsultAssistent brengen we al die factoren in kaart.”

“Als arts heb je ruim duizend vragen om tot een diagnose, prognose en behandelvoorstel te komen. Die vragen kun je moeilijk allemaal aan je patiënt voorleggen. Met een slim algoritme hebben we dat aantal weten terug te brengen. Bij MDL-aandoeningen bijvoorbeeld kan de patiënt 1 tot 14 mogelijke klachten aangeven, waarna met zo’n 40 vragen een nagenoeg volledige anamnese wordt uitgevraagd.” Of de doorgaans oudere ziekenhuispopulatie geen problemen heeft met de online vragenlijst? “Integendeel.
80 procent vult de anamnese moeiteloos in.”

Meer aandacht voor de patiënt
Tijdens het consult snijdt het mes van digitale anamnese aan twee kanten, weet Blom uit eigen ervaring: “Patiënten komen beter voorbereid binnen. Ze denken na over de vragen en bespreken die met hun omgeving. Specialisten hebben het voordeel dat zij het verhaal alleen hoeven samen te vatten en op antwoorden kunnen ingaan die om toelichting vragen. Uiteindelijk is er meer tijd voor wat echt belangrijk is voor patiënten. Wat houdt de diagnose precies in? Welke behandeling past hierbij? En wat is de prognose?”
Ook beter voor de patiënt: de digitale anamnese beperkt het aantal ziekenhuisbezoeken: “Op basis van de antwoorden vóóraf kunnen we op de dag van het consult bijvoorbeeld onderzoeken inplannen. Na behandeling vragen we de patiënt een follow-up vragenlijst in te vullen. Soms kan dat een herhaalbezoek voorkomen.”