Datagedreven evalueren vanwoonzorgsensoren

do 15 juni 2023
Datagedreven evalueren vanwoonzorgsensoren
Technologie
Premium

Naar schatting telt Nederland in 2040 4,7 miljoen 65-plussers. Behalve door een toename van de vraag naar verpleeghuisplekken zal het personeelstekort in de zorg verder stijgen door de grote uitstroom en onvoldoende instroom van personeel. Om in de toekomst goede ouderenzorg te garanderen, moet de zorg anders worden georganiseerd en is digitalisering onontbeerlijk om de ouderzorg toegankelijk te houden.

Marcel Fokker, projectleider woonzorgtechnologie bij Amstelring, heeft in zijn thesis voor de opleiding Master Health Informatics van het Amsterdam UMC zijn onderzoek gericht op het evalueren van woonzorgsensoren met data - als onderdeel van het continu verbeteren van het zorgproces. Het zorgalarmeringssysteem bestaande uit woonzorgsensoren wordt relatief veel ingezet en is aantrekkelijk voor verpleeghuizen: om de veiligheid te verbeteren, de vrijheid van bewoners te vergroten, de kwaliteit van zorg te verbeteren en de werkbelasting van het personeel te verminderen.

Inzet sensoren
“Bij Amstelring zijn wij momenteel bezig met de vernieuwing van het zorgalarmeringssysteem”, stelt Fokker. “Bij de selectie van het nieuwe systeem is er gekozen voor het integratieplatform van Cinnovate. Met dit platform is er een draadloze infrastructuur geplaatst, die de voorwaarden schept om nieuwe sensoren, met andere technieken en van verschillende leveranciers in te zetten. Na de implementatie van het nieuwe zorgalarmeringssysteem wordt continu en automatisch data van alle sensoren verzameld.”

De uitgebreidere keuze van beschikbare sensoren - en de mogelijkheid om ze gepersonaliseerd in te zetten - moet leiden tot minder vals positieve meldingen en meer relevante binnenkomende alarmeringen. Zo worden zorgmedewerkers minder onnodig gestoord en wordt de werkdruk verlicht. De sensoren moeten zowel vanuit de Wet Zorg en Dwang als om gepersonaliseerde inzet van sensoren te borgen worden geëvalueerd. De bewoners kunnen namelijk zowel fysiek als cognitief achteruitgaan of zich anders gedragen, waardoor de ingezette sensor niet meer passend is bij een bewoner.

Niet datagedreven
“Binnen Amstelring werd nog geen gebruik gemaakt van het huidige data-dashboard tijdens de evaluatie van de inzet van de sensoren”, vervolgt Fokker. “Doordat deze evaluatie niet datagedreven is ingericht, oftewel inzichten uit de data worden niet gebruikt, kan onder druk van mantelzorgers, emotie van zorgverleners of door onvoldoende kennis en inzicht, worden gekozen voor het voortzetten van een sensor. Dit terwijl er mogelijk een andere sensor en/of andere afstelling van de sensor beter past voor de specifieke situatie van de bewoner."

Het niet datagedreven evalueren van sensoren lijkt een gemiste kans te zijn in het verbeteren en het personaliseren van de zorg, merkt Fokker op. "In dit onderzoek hebben wij gekeken hoe wij het evaluatieproces van de ingezette sensoren tijdens de bewonersevaluatiemomenten datagedreven kunnen inrichten, zodat het zorgpersoneel bereid is het data-dashboard te gaan gebruiken en vervolgens het proces gaat adopteren.”

Uitkomst onderzoek
Het betrekken van zorgmedewerkers in het ontwerpen van dit proces resulteerde in meer bewustzijn en kennis over en betrokkenheid van de medewerkers bij datagedreven evaluatie van de inzet van sensoren. Met dit als basis is een werkproces ontworpen dat de zorgmedewerkers bereid zijn te accepteren. De eerste verantwoordelijke verzorger (EVV’er) wordt gezien als de meest geschikte discipline om de verantwoordelijkheid te beleggen om het data-dashboard te integreren in een passend evaluatiemoment. Dit omdat EVV’ers goed in staat zijn om duiding te geven aan de kwantitatieve gegevens uit het data-dashboard op basis van hun observaties van de bewoners.

Dit resultaat was volgens Fokker opvallend, omdat uit onderzoek blijkt dat 38 procent van EVV’ers een hoge werkdruk ervaart door de hoeveelheid werk en beperkt beschikbare tijd. Er werd echter aangegeven dat de extra tijd en hoeveelheid werk opweegt tegen de winst in productiviteit als de sensoren efficiënt en gepersonaliseerd worden ingezet.

Voorzien in informatiebehoefte
Als voorwaarde voor het integreren van het data-dashboard in het evaluatieproces moet worden voorzien in de informatiebehoefte van het zorgpersoneel en worden een aantal faciliterende voorwaarden benoemd. Daaronder: makkelijke toegang, training, begeleiding bij gebruik van data-dashboard en tijd en commitment vanuit het team en de organisatie. De scope van het onderzoek lijkt klein - de inzet van technologie evalueren met data opnemen in het werkproces van de zorg - maar dit is tot op heden nog niet de standaard binnen het zorgproces. Direct na de implementatie van het nieuwe zorgalarmeringssysteem zijn de sensoren afgestemd op de individuele behoefte van de bewoner.

Nut voor patiënt/zorgverlener
De deelnemers van het onderzoek gaven aan dat door het structureel borgen van passende sensoren het aantal vals-positieve alarmen kan verminderen en eventueel incidenten van een bewoner kunnen worden voorkomen. Deze voordelen kunnen bijdragen aan het verminderen van de werkdruk, waardoor dit mogelijk de uitstroom van medewerkers kan beperken en de ouderenzorg toegankelijk gehouden kan worden.

Lessen
Het is organisaties in de VVT-sector aan te raden om de mogelijkheden tot het gebruik van sensorendata te onderzoeken en deze data onderdeel te maken van de werkprocessen in de zorg, waardoor het zorgproces continu verbeterd kan worden. In co-creatie met de betrokken medewerkers van het zorgproces moet worden bepaald op welke wijze de data wordt teruggeven aan de zorg, wat de frequentie is van het gebruik van de data en wie verantwoordelijk is voor het integreren van de data in het zorgproces.

Vervolgstappen
Het onderzoek krijgt ook een vervolg, vertelt Fokker. “Momenteel bereiden we een pilot voor op een afdeling om waar mogelijk het proces verder aan te scherpen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de werkpraktijk van de zorg. Na een succesvolle pilot zal de werkwijze worden uitgerold op de locaties van Amstelring.”