Op mijn netvlies staan nog de schrijnende beelden van de ‘mondkappen-selfies’ van artsen en verpleegkundigen. Op hun gezichten zie je de afdrukken van die kap, na overwerkuren die niet meer op één hand te tellen zijn. In de afgelopen maanden, na het uitbreken van de coronacrisis, zagen we van alles ineens versnellen. Soms onderwijl verzuchtend waarom we dat niet eerder zo deden.
Bij VWS troffen we ook zelf de nodige maatregelen. Iedereen thuis aan het werk, een dagelijks mailbericht van de leiding. De mogelijkheid om aan te schuiven in de virtuele huiskamer, als vervanging van het koffieapparaat-gesprek. Beeldbellen in klein gezelschap of (te) groot, met meer dan honderd man. Ook bij VWS lag, net als in heel Nederland, de focus op dat wat zich aandiende. Dat doe je in tijden van crisis.
De internetconsultatie voor het wetsvoorstel gegevensuitwisseling verlengden we op verzoek van het zorgveld tot en met 10 juni (in plaats van oorspronkelijk 7 april). Logisch ook. Het zorgveld was levens aan het redden. We stampten sessies voor het ontwikkelen van een corona-app uit de grond. Met complimenten voor het transparante proces én met de nodige kritiek op onze aanpak en snelheid. Eveneens logisch.