NEN begint ontwikkeling normen voor generieke functies Wegiz

23 augustus 2022
NEN begint ontwikkeling normen voor generieke functies Wegiz
Standaarden
Premium

Elektronische gegevensuitwisseling is een voorwaarde voor goede zorg. Dit voorkomt fouten en zorgt ervoor dat de zorgprofessional beschikt over actuele en historische patiëntgegevens, zodat deze de patiënt de best passende zorg kan bieden. De nieuwe wet op elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) gaat zorgprofessionals verplichten om gezondheidsgegevens elektronisch uit te wisselen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft NEN gevraagd om als onafhankelijke partij samen met het zorgveld normen en certificatieschema’s te ontwikkelen voor de Wegiz. De eerste specifieke gegevensuitwisselingen die hiervoor worden aangewezen, zijn digitaal receptverkeer, beeldbeschikbaarheid en de uitwisseling van de basisgegevensset zorg (BgZ) tussen medisch specialisten.

In deze gegevensuitwisselingen is een aantal bouwstenen opgenomen die in elke uitwisseling terugkomen, de generieke functies (zie ook kader ‘Generieke functies’). Het ministerie van VWS heeft besloten voor vier bouwstenen de drie normen apart te ontwikkelen, zodat elke specifieke gegevensuitwisseling deze kan gebruiken. In juli zijn drie werkgroepen bij NEN gestart om de volgende normen te ontwikkelen:

  • Toestemming van de patiënt.
  • Identificatie & authenticatie van de zorgprofessional.
  • Lokalisatie (waar staan welke gegevens van de patiënt). 

NEN-consultant Paul Vermeulen begeleidt de werkgroepen die zijn gestart om de normen voor generieke functies te ontwikkelen. Hij vertelt dat veel verschillende partijen het belang zien om mee te denken in een normtraject en benadrukt dat NEN niet de schrijver is van deze normen. 

“Partijen praten vanuit hun eigen perspectief over één of meerdere van de onderwerpen, dat levert nuttige nieuwe inzichten op. Voor de deelnemers levert het heel veel kennis op over het onderwerp, een heel nieuw netwerk met belanghebbenden die ook in jouw vakgebied werken, maar die je anders niet had ontmoet. En de wetenschap dat je invloed hebt op hoe jouw belang of behoefte in de norm terecht komt.”

Zorgprofessionals nodig

Voor de werkgroepen hebben zich al meerdere deelnemers aangemeld. “We zijn altijd op zoek naar de zorgprofessionals zoals artsen en verpleegkundigen vanuit de zorg”, stelt Vermeulen. “Dat is een groep die zich minder snel aanmeldt voor een normtraject, maar ze zijn heel belangrijk. De nieuwe normen voor generieke functies gaan over processen waar een zorgprofessional direct mee te maken heeft, zoals toegang hebben of krijgen tot een elektronisch patiënten dossier (EPD). Of het kunnen versturen of ontvangen van informatie van de patiënt op het moment dat een zorgprofessional het nodig heeft voor de diagnostiek of de behandeling van een patiënt. Zorgprofessionals werken dagelijks met de ICT-producten waar de normen de basis voor zullen vormen. Deze producten beïnvloeden nu rechtstreeks hun werkproces.” 

De stappen die gezet worden bij de ontwikkeling van nieuwe normen.

Zorgprofessionals die Vermeulen spreekt, zeggen wel eens: normontwikkeling? Heb ik wel genoeg kennis en expertise om te kunnen meedoen? Er zijn toch genoeg anderen die mee willen denken? “De vraag is alleen: gaat die ander er ook voor zorgen dat het dan later ook past in jouw dagelijkse werkzaamheden? Daar kun je dan misschien niet van op aan. De normen voor generieke functies die nu ontwikkeld gaan worden, zijn zeer elementair voor een aantal werkprocessen van zorgprofessionals. Het is belangrijk dat deze professionals meedoen en meedenken om regie op het werkproces te houden.” 

NEN managet belangen

Veel verschillende stakeholders zijn betrokken bij normontwikkeling: experts vanuit de overheid, kennisinstituten zoals RIVM en Nictiz, de branche- en koepelorganisaties, ook zorgverzekeraars en de experts van de softwareleveranciers. Iedereen heeft zijn eigen belang en brengt zijn eigen kennis in.  Een ieder heeft een belang en/of behoefte om dit zo goed mogelijk in de norm te krijgen. Het is aan NEN in samenwerking met de voorzitter van de werkgroep een belangrijke opdracht om dit proces in goede banen te leiden.

Vermeulen benadrukt dat het een investering is om mee te doen aan een normtraject. “Het traject duurt ongeveer 18 maanden, er zijn ongeveer tien bijeenkomsten van twee uur. Gemiddeld ‘kost’ het een deelnemer vier uur per maand. Deze tijd gaat zitten in het voorbereiden van de werkgroepbijeenkomsten, de bijeenkomsten zelf en de reistijd naar Delft. Ga je ook daadwerkelijk meeschrijven aan de norm? Dan investeer je meer tijd, het verschilt per persoon hoeveel.” 

Over de Wegiz

VWS werkt aan een wet die verplicht dat gegevensuitwisseling tussen zorgprofessionals elektronisch verloopt. Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg is belangrijk om goede zorg te kunnen leveren. Een zorgprofessional moet op het juiste moment over de juiste informatie kunnen beschikken, dit om nog beter te weten wat er met de patiënt aan de hand kan zijn. 

Hierbij is het cruciaal om te beschikken over volledige informatie van de behandeling of medicatie van de patiënt. Dit voorkomt vermijdbare fouten en bespaart tijd. Tijd die een verpleegkundige of arts aan een patiënt kan besteden. In mei 2021 is de kaderwet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) ter behandeling aangeboden aan het parlement. De Tweede Kamer behandelt het wetsvoorstel binnenkort.

Normen vormen basis

De wet bepaalt dat zorgprofessionals gegevens elektronisch moeten uitwisselen. Maar het zorgveld bepaalt zelf welke gegevens dat zijn en hoe de uitwisseling plaatsvindt. De verschillende systemen moeten op elkaar kunnen aansluiten om uitwisseling echt tot stand te brengent. Daarom is het belangrijk dat belanghebbende partijen zoals zorgaanbieders, softwareleveranciers en infrastructuuraanbieders afspraken maken waar een ICT-product aan moet voldoen om die uitwisseling tot stand te brengen. Deze afspraken worden vastgelegd in normen. NEN begeleidt de ontwikkeling van die normen.

Normalisatie eerste drie generieke functies

Een generieke functie is nodig om vindbaarheid, toegankelijkheid, interoperabiliteit en hergebruik van gegevens mogelijk te maken. Deze functie kan de zorg ICT-markt invullen op basis van zorgbrede afspraken, protocollen, en open (waar mogelijk internationale) standaarden. Deze afspraken worden in een norm vastgelegd. 

De in het artikel genoemde werkgroepen ontwikkelen de normen toestemming, identificatie & authenticatie en lokalisatie in samenhang met de normen voor de Basisgegevensset Zorg (BgZ) en beeldbeschikbaarheid, de specifieke gegevensuitwisselingen in het kader van de Wegiz.

Toestemming

Deze norm geeft eisen aan landelijke voorzieningen waarin de toestemming van de patiënt, voor het mogen uitwisselen van zijn/haar gegevens, wordt geregistreerd. Daarnaast zal de norm eisen stellen om de onderlinge uitwisselbaarheid van deze toestemmingsvoorzieningen te waarborgen. De norm omvat zowel de veronderstelde als de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. 

Identificatie & authenticatie

Deze norm geeft eisen om de identificatie en de authenticatie van de zorgprofessionals in het kader van de gegevensuitwisseling van patiënten te borgen. Patiënt en zorgprofessionals hebben het vertrouwen nodig dat de juiste informatie van de patiënt wordt uitgewisseld. De norm stelt geen eisen aan publieke identificatie- en authenticatievoorzieningen. Wel kunnen in de norm eisen worden gegeven die aanpalend zijn aan deze voorzieningen. 

Lokalisatie

Deze norm geeft eisen om de lokalisatie van de cliënt-/patiëntgegevens in het kader van gegevensuitwisseling te borgen. Deze informatie kan bij diverse zorgaanbieders aanwezig zijn. Het ophalen van informatie is bijvoorbeeld gewenst in spoedsituaties, als een actueel medicatieoverzicht nodig is of bij radiologiebeelden.  Om de relevante informatie te kunnen vinden, is het van belang om te weten waar deze informatie zich bevindt. Lokalisatie stelt een zorgprofessional in staat andere informatie te vinden. Lokalisatie hangt nauw samen met toestemmingsvraag.

Door innovation partner