‘Therapeutisch appen en chatten’

wo 20 maart 2019 - 16:31
Hedda-van-t-Land
Blog

Pling: appje van een vriendin. ‘Wat vind je van dit online e-health programma?’ We studeerden vroeger samen in Amsterdam. Na onze studietijd verhuisde ze en verloren we elkaar uit het oog. Maar sinds de komst van de mobiele telefoon hebben we weer vaak contact. Misschien voelt ze nu wel dichterbij dan vroeger. Techniek heeft onze vriendschap nieuw leven in geblazen. Ze had een pittig jaar achter de rug. Eerst stierf haar moeder, daarna werd ze zelf geopereerd aan haar hoofd. Beide ervaringen lieten hun sporen achter. Al langer kampt ze nu met angstige gevoelens. Via online hulp wil ze er zelf mee aan de slag.

De voortvarendheid waarmee mijn vriendin online hulp zoekt, zet me aan het denken. Is online hulp inmiddels ‘gewoon’ geworden? Het is nog maar een paar jaar geleden dat de minister van VWS ambitieuze e-health doelstellingen formuleerde, ingegeven door de vergrijzing in de maatschappij en de tekorten op de arbeidsmarkt. Het motto: ‘Als we de zorg niet snel anders organiseren en vooral digitaliseren, dan moeten vanaf 2030 een op de vier mensen in de zorg gaan werken’.

Doel niet bereikt

Iedereen begreep dat dat niet kan. De vraag is nu: zijn deze overheidsdoelen anno 2019 bereikt? Helaas, verre van, aldus de E-health monitor 2018. Hoewel er de afgelopen jaren veel digitale e-mental health toepassingen ontwikkeld zijn, verloopt de implementatie in instellingen veel minder snel dan verwacht/gehoopt. Gegevens verzameld onder huisartsen, specialisten en verpleegkundigen bevestigen dit beeld.

In implementatierapporten wordt vooral gewezen op de rol van de therapeut, de instelling, het financieringssysteem of het bestuur als verklaring voor de trage adoptie van e-health. Het komt allemaal door ‘de gebrekkige acceptatie van e-health door therapeuten’, ‘argwaan bij therapeuten over motieven om e-health in te zetten’ (‘kostenbesparende maatregel?’), ‘het ontbreken van een heldere visie op e-health binnen een instelling’ en ‘technische hindernissen’. Maar de patiënt dan? Wat wil die eigenlijk? Wil de patiënt wel digitale hulp en ondersteuning ontvangen?

WhatsApp bij behandeling

Uit eigen ervaring weet ik dat persoonlijk contact prima kan verlopen via WhatsApp, sms of chatberichten. Oude vriendschappen worden er nieuw leven mee ingeblazen. Miljarden mensen sturen elkaar maandelijks berichtjes via WhatsApp. Waarom zouden social media zoals chat ook niet ingezet kunnen worden in de behandeling? De Digitale Poli van de Parnassia Groep bewijst dat dit kan.

Een psycholoog van deze poli vertelt hierover: ‘Ik had met een patiënt, die kampt met een angststoornis, afgesproken dat zij met de bus naar haar werk zou gaan en dat ik stand-by zou staan om haar te steunen als ze in paniek zou raken. Tijdens de busrit stuurde ze een chatbericht dat ze in paniek dreigde te raken. Ik herinnerde haar aan ontspanningsoefeningen die we eerder met elkaar geoefend hebben en vertelde haar dat ik ervan overtuigd was het haar zou lukken. Even later ontving ik een chatberichtje met een spierballen-emoji van een trotse en blije patiënt vanaf haar werk ( Binnenkort verschijnt een interview met Marc Blom, voorzitter RvB van de Parnassia Groep, over innovatie in zijn instelling in het programmaboek van de RINO Groep).

Innovatieve praktijkvoorbeelden

Onze ambitie is het bundelen en verspreiden van innovatieve praktijkvoorbeelden die aansluiten bij de behoefte van de patiënt, zoals bijvoorbeeld de Digitale Poli waar data en de smartphone worden ingezet om de behandeling te verbeteren en ondersteuning te bieden op het moment dat het nodig is. Het onderwijs wordt zo veel meer een continu proces waar professionals in aanraking komen met best practices over in het land. Speciaal hiervoor hebben we bij de RINO Groep een Innovatie Platform opgericht dat deze initiatieven bundelt.

Ik opende de link naar het e-health-programma dat mijn vriendin mij appte. Het ging om een online cognitieve gedragstherapie bij angstklachten in combinatie met professionele ondersteuning. De evidentie zag er overtuigend uit. Ik appte mijn vriendin een ‘thumbs up’.

Geraadpleegde bronnen: