Het hoger beroepsonderwijs is voortdurend in ontwikkeling. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) streeft ernaar om studenten uit te rusten met vaardigheden en competenties die aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Daarbij moet verder gekeken worden dan traditionele onderwijsmethoden, omdat de uitdagingen waarmee studenten in hun toekomstige carrières worden geconfronteerd complex zijn. Het praktijkhuis AGV van de HAN zoekt daarom voortdurend naar innovatieve manieren om het onderwijs te versterken en studenten uit te dagen om hun probleemoplossend vermogen, vaardigheden op gebied van samenwerking en creativiteit verder te ontwikkelen. Daarbij staat trainen in een zo realistisch mogelijke omgeving centraal.
Het Praktijkhuis AGV (Praktijkhuis) is onderdeel van de Academie Vitaliteit en Gezondheid (AGV). Bij deze HAN academie worden studenten opgeleid voor een baan in de zorg als verpleegkundige, physician assistant, vaktherapeut of medisch hulpverlener. Het Praktijkhuis is er voor het trainen van studenten in de zorg, zorgprofessionals in de regio en docenten.
Irene van den Heuvel, hoofddocent, licht toe: “We leveren een bijdrage aan het opleiden van studenten en zorgprofessionals die de vaardigheden beheersen om kwalitatief hoogstaande zorg te leveren, innovatief kunnen zijn en in staat zijn verder te kijken dan de gebaande paden vanuit een brede kijk op gezondheid. We leiden hen zo op dat zij vertrouwen hebben in hun eigen kwaliteiten én weten wanneer zij expertise van anderen in moeten schakelen.”
In het Praktijkhuis komen praktijk, theorie, onderzoek en innovatie zichtbaar samen. Het is een plek die docenten, studenten als zorgprofessionals inspireert om actief kunnen trainen, innoveren en geïnspireerd te onderwijzen.
Focus op simulatieonderwijs
Het Praktijkhuis richt zich vooral op de inzet van simulatieonderwijs. Eelkje Huvenaars, hoofddocent, legt uit waarom dit belangrijk is. “Allereerst is er, door de tekorten in de zorg en de toename van de zwaarte van de zorg, een tekort aan werkbegeleiders in de zorg. Hierdoor is er ook een tekort aan stageplaatsen en aan mogelijkheden voor studenten om kwalitatief goede praktijkervaringen op te doen. Simulatieonderwijs is een goed alternatief om tegemoet te komen aan de vraag om te voorzien in meer praktijkuren en/of vervanging van praktijkuren”.
Verder is volgens Huvenaars het leerrendement groot: “Door technologische ontwikkelingen zijn er meer mogelijkheden om casuïstiek te manipuleren. Dit geeft studenten de gelegenheid om situaties te oefenen die zij in de praktijk als lerende niet mogen of kunnen oefenen. Fouten maken en hiervan leren kan hier zonder directe consequenties voor de patiënt. Het biedt een veilige leeromgeving die hen in staat stelt om van en met elkaar te leren.”
Hier volgt een overzicht van drie innovatieve leermiddelen die het Praktijkhuis inzet:
Innovatief leermiddel 1: Escaperooms
Om de leerervaringen van studenten te verrijken, zijn er high fidelity escaperooms ontwikkeld. Hierbij is het eerste gedeelte van de ruimte ingericht als een thuissituatie waar technologie en werkelijkheid elkaar aanvullen. In deze ruimte krijgen de studenten, in de rol van wijkverpleegkundige, de opdracht om informatie te verzamelen voor een goede overdracht naar het ziekenhuis. Hierbij maken ze gebruik van een Google Nest, robotmaatje, wonderfoon, story-sequencer, een vlog en contact met een backupteam via een Google smartglass.
Het tweede deel van de ruimte is ingericht als een spoedkamer op de eerste hulp. De student, nu in de rol van verpleegkundige in het ziekenhuis, krijgt informatie over de situatie van de patiënt geprojecteerd via beamers en via een surround-systeem. Op basis van verkregen informatie roepen studenten uiteindelijk een spoedarts op beleid.
Studenten zijn zeer enthousiast: het wordt als uitdagend en leerzaam ervaren en de inhoud en de opdrachten benaderen de daadwerkelijke praktijk. Ook het werkveld is geïnteresseerd: er melden zich steeds vaker zorgorganisaties uit de regio voor een inspiratiebezoek bij het Praktijkhuis. Docent Kees Vedder vertelt: “We zijn trots op wat we hebben bereikt. Ook al is het ontwikkelen van dit onderwijs een intensief en complex traject, het is ons door regelmatige afstemming met alle betrokkenen toch gelukt.” Het team maakte bij de ontwikkeling gebruik van de design thinking-methode.
Innovatief leermiddel 2: XR
Een tweede innovatieve en activerende leervorm is XR, waarmee studenten worden ondergedompeld in een deels gesimuleerde omgeving. Het Praktijkhuis en het Lectoraat Technologie voor Gezondheid van de HAN vroegen zich af in hoeverre XR voor simulatieonderwijs kan bijdragen aan het vaker, beter en/of zelfstandiger oefenen door studenten. Het ging hierbij om het trainen van acute situaties, waar methodisch handelen cruciaal is. Daarom dient dit vaak te worden geoefend. Het team verkende het mixed reality leermiddel TrueSim, dat onder andere beschikbaar is voor de Microsoft Hololens. Studenten kunnen hiermee interactief aan de slag met een fictieve, realistische patiënt die vitaal bedreigd is en de daarbij behorende symptomen vertoont.
Via deze weg kunnen studenten opgedane theoretische kennis direct toepassen in de praktijk bij een levensechte patiënt. De ziektebeelden die verwerkt zijn in elf scenario's, zijn medisch gevalideerd en realistisch. Bijvoorbeeld een septische shock of astma cardiale. Studenten kunnen verbale commando’s geven en ook is het mogelijk om samen met een andere student een casus te doorlopen. Na afloop geeft de toepassing feedback, legt Vedder uit. “Studenten leren hiermee methodisch handelen volgens de ABCDE-methodiek. Op deze manier kunnen studenten hun klinische blik optimaliseren, vóórdat de ze met echte patiënten in aanraking komen. Dit levert mogelijk een positieve bijdrage aan het zelfvertrouwen van de student.”. Het Praktijkhuis verwacht dat de leerervaringen en leerresultaten worden verbeterd met deze toepassing en vaste plek kan krijgen binnen het onderwijs.
Innovatief leermiddel 3: Robotsimulatie-onderwijs
Een derde leermiddel dat het Praktijkhuis inzet, is robotsimulatie-onderwijs. Ook hier kunnen studenten in een veilige omgeving oefenen en ook hier hebben eventuele gemaakte fouten geen consequenties voor patiënten. De robot betreft een pop die bepaalde kenmerken kan vertonen (hartslag, geluiden etc.). Omdat studenten in teams aan de slag gaan, wordt ook de samenwerken getraind (Crew Resource Management (CRM) – training1.
Onderwijs in deze vorm is competentiegericht en bestaat uit een training aan de hand van verschillende scenario’s. De nadruk ligt niet op reproduceren van kennis, maar op het kunnen laten zien dat de competentie (kennis, vaardigheid, attitude) is behaald in een real life setting. Studenten, docenten en praktijkprofessionals ervaren simulatie-onderwijs als een grote meerwaarde voor de professionele ontwikkeling en het werken in teams.
Bij deze training leidt een docent het scenario, ondersteund door een operator die zorgt voor de technische aansturing. Een scenario bestaat uit drie onderdelen: inleiding (briefing), scenario bij de patiënt en debriefing. Binnen deze training, waarbij studenten de ‘patiënt’ onderzoeken en behandelen, komen alle eerder geoefende vaardigheden bij elkaar, zoals: communiceren, klinisch redeneren, anatomie/fysiologie, verpleegtechnische vaardigheden en reflectie.
Een extra leereffect ontstaat doordat andere studenten het team observeren en naderhand feedback geven. Ook kunnen studenten hun eigen handelen terugkijken (video-opname). Het terugkijken van deze beelden levert studenten meer zelfbewustheid op. Het leerrendement is tijdens de debriefing het hoogst. Belangrijk hierbij is dat de facilitator feedback geeft, waardoor de gevoelens en denkpatronen van studenten boven tafel komen.
De kwaliteit van facilitators en operators is het essentiële element voor elke simulatietraining. Het Europese simulatie onderwijs (EuSim) onderschrijft dit en het onderwijs is dan ook opgebouwd volgens deze principes. Betrokken docenten worden – ook volgens deze principes – als EuSim instructor2 opgeleid voor robotsimulatie-onderwijs in het METS centrum in Bilthoven. Studenten geven aan de robotsimulatie in het begin heel spannend te vinden, maar zijn erg enthousiast en geven aan met meer zelfvertrouwen de praktijk in te gaan. Het Praktijkhuis zoekt dit jaar naar verbinding met andere studies zoals geneeskunde, bachelor medisch hulpverlener en paramedische studies.
Klaar voor 2030
Het Praktijkhuis gaat ervoor in 2030 één van dé regionale trainingscentra te zijn waar laagdrempelig gesimuleerde interprofessionele casuïstiek geoefend kan worden door studenten en zorgprofessionals van zorgopleidingen en zorgorganisaties in de regio. Hiermee kan de HAN bijdragen aan een veilige en krachtige leeromgeving voor studenten en zorgprofessionals. Zo zijn studenten beter voorbereid op het uitoefenen van hun beroep met vaardigheden en competenties die aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt.
Referenties
- Bruijne, de, M. C., & Bleeker, F. (2013). Medisch teamwork. CRM in de gezondheidszorg. Bohn Stafleu en van Loghem.
- Metscentre z.d., METS Center HOMEPAGE-METS Center.