‘Er is nog veel winst te behalen in de behandeling van patiënten met astma’

vr 16 december 2022
‘Er is nog veel winst te behalen in de behandeling van patiënten met astma’
Digitalisering
Premium

Hoe kom je erachter of binnen je eigen afdeling patiënten op de juiste plek terecht komen en de juiste zorg ontvangen? Saar van Nederveen en Jeroen van Exsel, longartsen in het HagaZiekenhuis, gingen aan de slag met een toepassing die de apothekers van het ziekenhuis al vaker hadden ingezet: CTcue van IQVIA. Daarmee werd in een veelheid aan systemen en dossiers gezocht naar welke patiënten met ernstig astma mogelijk in aanmerking zouden komen voor aanvullende 3e lijns behandeling in plaats van orale corticosteroïden (OCS, ofwel prednison). “Wij hadden onze astma-populatie in het ziekenhuis gelukkig al vrij goed in het vizier”, vertelt Van Nederveen. “Maar ik denk dat brede toepassing van een tool als CTcue, zeker in de eerstelijn, veel over- én onderbehandeling zou kunnen opsporen en voorkomen. Verder kan de toepassing helpen om snel de gewenste patiënten te identificeren, zoals mensen die een hoge dosering OCS gebruiken.”

Het HagaZiekenhuis is een topklinisch opleidingsziekenhuis met onder andere een ‘STZ erkenning’ voor ernstig astma. Zo heeft het ziekenhuis een gespecialiseerde polikliniek voor patiënten met moeilijk behandelbaar of ernstig astma en voor zwangere vrouwen met astma. Van Nederveen houdt zich in het ziekenhuis ook bezig met andere chronische longziekten zoals COPD en bronchiëctasieën, evenals e-health voor chronische aandoeningen.

“We wilden binnen onze populatie van astmapatiënten kijken of er mensen waren die beter af zouden zijn met een aanvullende behandeling. Hierbij richtten we ons met name op patiënten die, (te) veel orale corticosteroïden (OCS) gebruikten. We menen tegenwoordig dat je erg voorzichtig moet zijn met prednison voor deze groep, met name vanwege mogelijke gezondheidsschade op langere termijn. Ook de richtlijn ernstige astma is onlangs aangepast op basis van deze nieuwste inzichten. Voor de meeste patiënten zijn er ondertussen goede alternatieve behandelingen met minder bijwerkingen.”

Niet in vizier
Dit leidde tot een pilot om te bepalen of de astma-gespecialiseerde longartsen van het Haga sommige patiënten met ernstige astma niet in beeld hadden, voor wie het ziekenhuis wel meer kon betekenen. Van Nederveen: “Hen wilden we met een zoekopdracht via CTcue (zie kader over het onderzoek, red.) selecteren. Onze ziekenhuisapothekers hadden al pilots met de toepassing gedaan en waren daar tevreden over. Wij wilden nu weten wat de tool voor ons kon betekenen als data-extractiesysteem. Bijvoorbeeld om data te verzamelen voor zorgevaluatie, voor transitie van tweede naar eerste lijn, of over doelmatigheid van behandelingen.”

Op basis van de nieuwe NVALT (Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose, red.) richtlijnen uit 2020 over ernstig astma heeft Van Nederveen met de ziekenhuisapotheker een aantal zoekcriteria gedefinieerd. Samen met de ICT-specialisten van CTcue is vervolgens een zoekopdracht gemaakt. Een kanttekening bij deze pilot is dat het plaatsvond in een astma-expertisecentrum, benadrukt Van Nederveen. “Wij hebben onze zorg dusdanig goed georganiseerd dat astmapatiënten die veel prednison krijgen, meestal al intern doorverwezen worden naar Jeroen of mij.”

Blinde vlek
Voor de afdeling longziekten van het HagaZiekenhuis heeft deze pilot dan ook relatief weinig opgeleverd, behalve dat bleek dat de astmazorg al goed op orde was. “We hebben wel een aantal patiënten geïdentificeerd, die mogelijk in aanmerking komen voor een andere behandeling, en onze collega’s gevraagd of die intern naar ons astma-team konden worden doorverwezen. Daar werd positief op gereageerd. Want iedereen heeft soms wel een blinde vlek over bijvoorbeeld de mate van OCS-gebruik. En ik denk dat wanneer je dit onderzoek doet in een niet in astma- gespecialiseerd ziekenhuis, je meer patiënten zult vinden die je anders tekort doet door hen geen alternatieve behandeling te bieden. Andere ziekenhuizen kunnen zo gewenst onze criteria overnemen, want die zoekopdracht is denk ik eenvoudig copy paste in te zetten.”

Daarnaast was er van de pilot in zijn algemeenheid veel te leren, meent Van Nederveen. “Je zoekt bijvoorbeeld op dbc’s (diagnose behandel combinatie) astma, maar hebt bijvoorbeeld nog niet een dbc specifiek voor ernstig astma. Als je daar je zoekopdracht niet op aanpast, krijg je data van alle patiënten met astma en dat wil je niet. In onze pilot moesten we in het EPD ook in vrije tekstvelden achterhalen of iemand echt ernstige astma had. Hier valt winst te behalen. Niet alle EA-patiënten waren makkelijk met CTCue te identificeren, omdat het EPD verschillende termen voor ernstig astma kent. Door bij elke patiënt bijvoorbeeld de ICD-10 (diagnose-) code goed op orde te hebben in het elektronische dossier, kun je zoekopdrachten vereenvoudigen.”

Uiteindelijk willen we allemaal de zorg voor patiënten met ernstige astma blijven verbeteren

Via CTcue was heel gedetailleerd in het apotheek-informatiesysteem te zien wat een patiënt aan OCS voorgeschreven krijgt. Met de toepassing zijn ook aflevergegevens op te halen van medicatie die patiënten buiten het ziekenhuis ophaalt. CTcue heeft namelijk een functie om medicatiegegevens in te zien die gedeeld zijn via het LSP. Maar astma-patiënten hebben ook regelmatig andere chronische aandoeningen - zoals reuma – die reden kunnen zijn voor behandeling met OCS. Dat gaf ruis, merkte Van Nederveen. “Handmatig kwam ik zo veel patiënten tegen die met OCS werden behandeld voor reuma en niet voor ernstig astma. Die eruit filteren kost tijd en deze ervaring is iets dat een volgend ziekenhuis kan gebruiken om een zoekopdracht aan te passen en zich veel tijd te besparen.”

Ervaringen delen
De longarts geeft aan de ervaringen uit de pilot dan ook graag te willen delen met andere ziekenhuizen. “Bijvoorbeeld via de sectievergaderingen van onze beroepsvereniging, de NVALT. Daarnaast werken we voor astma in zorgnetwerken met andere ziekenhuizen en kunnen we via MDO’s met hen deze informatie delen. Zodat ook zij wellicht patiënten die eerst niet in beeld waren, alsnog kunnen vinden. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: de zorg voor patiënten met ernstige astma in Nederland blijven verbeteren.”

Van Nederveen denkt dat CTcue ook heel geschikt is voor de eerste lijn. “Het doel van ons project was om patiënten te identificeren die op basis van hun hoge OCS-gebruik wellicht in aanmerking komen voor aanvullende (stap 5, 3e lijns-) behandeling. Die horen dus eigenlijk al thuis in de tweede lijn, maar zijn waarschijnlijk nog niet goed in beeld in de 1e lijn. Ook kan het mogelijk zijn dat je ziekenhuispatiënten tegenkomt met mild astma die thuis horen in de eerste lijn. Met het oog op transitie en de juiste zorg op de juiste plek, is er op deze manier waarschijnlijk nog veel winst te boeken. 

CTcue zal de komende tijd in het HagaZiekenhuis breder ingezet worden, iets waar Van Nederveen zich tevreden over toont. “Ik ben van mening dat deze toepassing ziekenhuizen veel voordelen kan opleveren als het gaat om zorgevaluatie, research projecten en om doelmatigheid en kwaliteit van zorg te verbeteren. Dat is uiteindelijk waar we het allemaal voor doen.” 

Over CTcue
Ziekenhuizen worstelen met datasilo's bínnen, maar ook tússen ziekenhuizen en eerstelijnspartijen zoals huisartsen en apotheken. Om hierin te helpen heeft IQVIA in 2021 CTcue overgenomen. CTcue biedt privacy-by-design technologie om data op diverse plekken in een ziekenhuis – zowel in gestructureerde als in vrije tekstvelden in een EPD - eenduidig te ontsluiten en te analyseren. De data blijven in het ziekenhuis en worden gepseudonimiseerd: AVG-proof dus.

Onderscheidend aan de toepassing is dat zorgprofessionals behalve uit gestructureerde ook uit ongestructureerde data-inzichten kunnen halen. Juist in ongestructureerde data (zogenaamde vrije tekstvelden) staan enorm veel gegevens die nodig zijn om dergelijken inzichten te krijgen in behandelingen en voor registraties. Dat kan bovendien gekoppeld worden aan de gestructureerde data waar men over beschikt – zoals DOT’s en ICD-10 codes - en over de diverse afdelingen van een ziekenhuis heen.

Over het onderzoek
Enkele jaren geleden deed IQVIA , in samenwerking met een longarts uit het Medisch Centrum Leeuwarden en AstraZeneca, een voorschriftenonderzoek op basis van een van hun extramurale databases.1 Een conclusie was dat veel astmapatiënten te veel orale corticosteroïden (prednison) voorgeschreven krijgen. Na deze conclusie heeft IQVIA samen met longarts Saar van Nederveen, mede gefaciliteerd door AstraZeneca, in het HagaZiekenhuis op basis van de CTcue-technologie een algoritme ontwikkeld om deze patiënten te identificeren. 

Uiteindelijk moet het mogelijk worden om op basis van queries in elk ziekenhuis deze patiënten naar boven te halen, vertelde Everdien Derksen, director Healthcare bij IQVIA Nederland, in ICT&health 5. "Als je elke paar maanden die query automatisch draait, kun je structureel deze patiënten vinden en op maat een betere behandeling geven. Zo verbeter je de gezondheid, voorkom je exacerbaties en bijwerkingen van de predison en bespaar je op corticosteroïden en behandeluren.”

Referenties

1. Van der Meer, de Jong, Widrich, ten Brinke, Overuse of Oral Corticosteoids in Asthma is often undersignosed and inadequately addressed, Journal of Allergy and Clinical Immunology Prachtice, 2022, Volume 10, 2093-2098.