Een gezonde geest in een gezond lichaam. Het is bijna een cliché, maar daarom niet minder waar. In de ggz is die aandacht voor een gezond lichaam vaak echter nog onderbelicht versus het gezond(er) maken van de geest. Een gemiste kans, vindt vitaliteitsambassadeur Sonja van Hamersveld. Reden voor het ontwikkelen van e-health module GILL die er – gekoppeld aan het Minddistrict-platform - voor moet zorgen dat de (weer) gezonde geest kan gedijen in een blijvend gezonder lichaam. “Bovendien krijgt de cliënt met een integrale aanpak van fysiek en e-health een veel grotere stem in de behandeling. Belangrijk, want uiteindelijk gaat het om wat de client wil en nodig heeft.”
Sonja van Hamersveld is al 15 jaar bezig – waarvan de laatste 10 jaar vanuit vitaliteits-organisatie en adviesbureau Charly Green - met het onder de aandacht brengen van een gezonde leefstijl in de ggz (en inmiddels ook daarbuiten). Het doel is om mensen te helpen gezonde keuzes te maken en systemen zo in te richten dat die gezonde keuze leuker, makkelijker en toegankelijker wordt. Nu is het vaak nog lastig voor mensen om te beginnen met een gezondere leefstijl, laat staan om het vol te houden.
“Ik ben voorstander van een integrale aanpak”, stelt Van Hamersveld. “Gezonde zorg begint bij de vitale medewerker die dat dan meeneemt in de totale ggz-behandeling. E-health heeft een belangrijke functie om de keuzes die bij een gezonde leefstijl horen te vereenvoudigen. Nieuw gedrag moet zo routine en structureel worden. E-health helpt cliënt en hulpverlener om leefstijl op de agenda te houden en geeft structuur in de begeleiding en behandeling. Als het juist wordt ingezet, houdt de hulpverlener hierdoor ook meer tijd en dus energie over.”
Mensen met ggz-problematiek hebben vaak ook (meer risico op) lichamelijke stoornissen en een minder of ongezonde leefstijl, weet Van Hamersveld. “Vanuit mijn master ben ik gaan kijken naar hoe gezond gedrag meer opgepakt kon worden in een ggz-behandeling. We hebben destijds behandelaars begeleid in motivational interviewing om cliënten zo tot een meer gezonde leefstijl te bewegen.”
Intrinsieke motivatie
De resultaten waren echter onvoldoende, merkte Van Hamersveld. Diverse zaken die wel belangrijk zijn om mensen tot een meer gezonde leefstijl te krijgen, werden onvoldoende belicht om tot intrinsieke motivatie te komen. Bijvoorbeeld (zelf)inzicht krijgen, reflecteren op eigen gedrag, autonomie ervaren en zelf ontdekken waar de winst behalen valt.
“Ik ben toen gezondheidsgedragingen gaan inventariseren die ik koppelde aan een stoplicht: gezond (groen), minder gezond (oranje) en winst te halen (rood). Dat hebben we binnen Charly Green vertaald naar de app Leefstijl in Beeld. Maar veel zorgorganisaties die ik destijds benaderde, wilden niet weer een stand alone applicatie.”
Onderdeel groter platform
Als vervolgstap heeft Van Hamersveld samen met Digna van der Kellen (actief in somatische screening) en Berno van Meijel (hoogleraar psychiatrische verpleegkunde) een screening- en leefstijl toepassing opgezet die als onderdeel van een groter platform kon werken - volgens de officiële richtlijn die in 2015 voor de ggz is opgesteld.
“Zo kwamen we uit bij Minddistrict. Voordeel van het meeliften op zo’n platform – het grootste in zijn soort- is dat veel zaken al geregeld zijn. Op het gebied van privacy en de AVG bijvoorbeeld. Maar ook koppelingen met EPD-systemen waar al data in staan over iemands lichamelijke toestand. Daarnaast heeft Minddistrict ook een groter bereik bij de doelgroep.”
GILL-module
Uit deze samenwerking is – na het doorvoeren van verbeteringen op basis na onderzoek van de eerste versie van de app - GILL uit voortgekomen: Gezond in Lichaam en Leefstijl. De module bestaat uit drie onderdelen die los van elkaar en gecombineerd gebruikt kunnen worden:
- Somatische screening (Our GILL).
- Leefstijl screening (My Gill).
- Een leefstijlplan voor de langere termijn.
“Belangrijk is dat alle zaken – zoals inzicht, reflectie en educatie - erin terugkomen die helpen om mensen tot een gezondere leefstijl te motiveren en hen daar ook aan vast te laten houden. De client zelf bepaalt welk gebied aandacht behoeft. Een goede toevoeging van e-health hier is dat een behandelaar zo meer ruimte krijgt voor een coachende rol.”
Een op leefstijl gerichte module heeft veel meerwaarde in een integrale ggz-aanpak
GILL is een optionele module, onderstreept Van Hamersveld. Dat is zowel een voor- als een nadeel. “We zien dat de implementatie van e-health best lastig is, veel behandelaren moeten er aan wennen. Aandacht voor somatiek en leefstijl is bij veel behandelaren nog een zoektocht, al hoort dit al wel bij de ggz-richtlijnen. Daarnaast spelen kosten soms een rol. Veel ggz-instellingen hebben vaak te maken met hoge ICT-kosten en kunnen dan niet het budget vrij maken voor nog een optionele module."
Leefstijl hoger op agenda
Het belang van leefstijl komt wel steeds hoger op de ggz-agenda, maar staat nog niet in de top 3. Daarvoor moet er nog wel wat meer aandacht voor komen en dat is ook echt nodig, meent Van Hamersveld, want er valt veel winst mee te behalen. “Zo kunnen een somatische en leefstijl screening helpen om hele duidelijke actiedoelen te stellen. Het heeft weinig zin om te gaan werken aan stoppen met roken als de client daartoe niet gemotiveerd is, iets dat er met een goede screening makkelijk uit te filteren is.”
Van Hamersveld verwacht en hoopt dat met de normalisatie van blended zorg, waar mensen zelf via ehealth aan de slag gaan, ook leefstijl een regulier onderdeel van een ggz-behandeling kan worden. “Je merkt dat behandelaren die e-health goed inzetten, weer meer tijd en energie krijgen. Voeg daar een module zoals GILL aan toe en je kunt aan de voordeur van een ggz-traject cliënten al helpen om een beter beeld te krijgen van de van lichamelijke en geestelijke zaken om zo een veel meer maatwerk behandeltraject in te zetten. Ook is GiLL al in te zetten tijdens de vaak lange wachtduur op een daadwerkelijke behandeling. Zo kan een cliënt al zelf aan de slag gaan voordat ze beginnen aan het ggz-traject.”
Bovendien: de ggz-zorg wordt schaarser door een gebrek aan medewerkers. We stevenen met zijn allen op een muur af, ziet Van Hamersveld. “We moeten nu linksaf slaan. Een meer integrale ggz-aanpak - met somatiek en leefstijl als onderdeel van blended care met e-health modules - kan de groeiende tekorten aan behandelaren deels opvangen, omdat de patiënt meer zelf kan doen. Zo zijn zaken als psycho-educatie en screening via e-health heel goed in behandelingen te vervlechten.”
Diverse pilots
GILL wordt inmiddels al in diverse pilots ingezet. Zo is er een RIBW (regionale instelling voor beschermd en begeleid wonen) die de module aan het testen is. Cliënten willen meer autonomie in hun behandeling en behandelaren willen minder administratie. De eerste output van de pilot is dat dit allebei lukt, vertelt Van Hamersveld, al blijft het soms een uitdaging om cliënten op langere termijn erbij te houden.
“Andere pilots laten zien dat behandelaren een andere dialoog krijgen met hun cliënten. Soms horen ze zaken die de client hen nooit eerder verteld heeft, omdat die voelt dat hij meer een stem krijgt in de behandeling. Want uiteindelijk gaat het om wat de client wil en nodig heeft. Dat werkt veel beter dan dat de behandelaar zegt wat je moet doen. We werken dan ook vanuit de filosofie van positieve gezondheid. Hoe kun je je gezondheid op peil houden door je aan te passen aan veranderende omstandigheden? GILL kan daarbij de vertaling maken naar concreet gedrag.”
Het komende half jaar worden er nieuwe stappen gezet om GILL als leefstijl-module op de kaart te zetten, aldus Van Hamersveld tot slot. “We gaan vanaf mei 2023 een groot onderzoek starten waarbij we GILL in diverse ggz-instellingen inzetten. Meerdere doelgroepen gaan dan met GILL werken, mede op basis van de uitkomsten uit de eerste pilots. We willen met deze resultaten in de hand de boer op om ggz-instellingen ervan te overtuigen dat een, op lichamelijk en leefstijl gerichte module, veel meerwaarde heeft in een integrale ggz-aanpak.”