Happi app: dashboard voor individuele chronische patiënt

di 7 december 2021
Happi app: dashboard voor individuele chronische patiënt
Digitalisering
Premium

Patiënten ziekte-inzicht geven om hun eigen regie te versterken. In het kort is dit de basis voor de apps die Happi ontwikkelt. Het begon in 2017 met de Happi App Hiv, maar inmiddels zijn er ook apps voor andere chronische aandoeningen zoals huid en lever. Oprichter Joop Arends is ervan overtuigd dat het toekomstige succes van apps wordt bepaald door de praktische waarde voor de individuele patiënt. Gebruik van datasets speelt daarin een cruciale rol.

Het is nu zo’n anderhalf jaar geleden dat Arends zijn baan als internist-infectioloog in het UMC Utrecht vaarwel zei om serieus werk te maken van de ontwikkeling van de HappiApp. “Een stap waar ik nog steeds helemaal achter sta”, zegt hij. “Het voelt heel goed dat ik dit heb gedaan. Natuurlijk mis ik de patiëntenzorg, al heb ik met sommige oud-patiënten nog wel contact. Dat vind ik waardevol, als ik de persoonlijke impact in ogenschouw neem die je op een mensenleven kunt hebben. Maar het werk op zich mis ik veel minder, want ik kan me nu volledig richten op de doorontwikkeling van de app waarvoor ik de plannen al veel langer had.”

Het idee voor de HappiApp heeft zich geleidelijk gevormd. Arends: “In 2014 hield ik als infectioloog veel presentaties over virale hepatitis. Op een gegeven moment dachten mijn collega-organisator Guido van den Berk en ik tijdens een congres: ‘Kunnen we niet eens wat anders doen?’. Zo kwamen we uit op het eerste Hiv Innovatiecongres en toen ik in het verlengde daarvan met mijn eigen patiënten ging praten over innovatie, kwamen die meteen met het voorstel voor een app.”

Het eerste idee daarvoor was bedacht vanuit het zorgpad van de hiv-patiënt. Maar zo lang die stabiel is, heeft die maar beperkt contact met zijn behandelaar, stelt Arends. “Op dat moment valt veel meer winst te behalen als hij tools krijgt voor gezondheidbevorderend gedrag. Dus hebben we in tweede instantie de draai gemaakt bij de ontwikkeling uit te gaan van de patiënt en diens ziekte, geholpen door de hiv-patientenvereniging.”

Hiv-app als basis

Zo kwam het tot de HappiApp in zijn huidige vorm, onder de naam Happi Hiv. Deze app geeft de persoon met hiv inzicht in diens medische gegevens, medicijngebruik en lichamelijke en geestelijke gezondheid, zodat diens eigen regie hierin wordt versterkt. Deze app vormde de basis voor wat nu Happi is. Arends is hierin full time actief, zijn partner van het eerste uur Guido van den Berk (internist in OLVG Amsterdam) een dag in de week. Daarnaast zijn ook een apotheker en een bedrijfskundige verbonden.

“De HappiApp Hiv is voortdurend in ontwikkeling”, vertelt Arends. “De gebruiker kan er zijn medicatie mee bestellen, consulten voorbereiden en berichten van de Hiv-vereniging lezen. Ook zit er een functie in om te screenen op depressie, waarmee een kwart van deze patiëntengroep te maken heeft. We hebben dit gekoppeld aan een al ontwikkelde en bewezen effectieve online zelfhulpmodule. We gaan patiënten daarop wijzen en ze coachen om die te gebruiken.”

Daarnaast speelt eenzaamheid een rol, vooral onder oudere mannen met hiv. Daarom hebben de initiatiefnemers van Happi samen met Games for Health de game Match-it ontwikkeld, waarin een profiel wordt opgebouwd op basis van twintig stellingen over wat voor persoon je bent, aldus Arends. “Buitenmens of stadsmens bijvoorbeeld, praktisch of creatief. Zo kunnen mensen digitaal met elkaar matchen en in contact komen. Hiermee verwachten we ook nieuwe gebruikers voor de app aan te spreken. Zorgverleners zijn ook enthousiast over deze toevoeging, want zij krijgen van patiënten vragen over eenzaamheid waarop zij geen antwoord hebben.” De Happi Hiv app heeft inmiddels tussen de 1.500 en 2.000 gebruikers.

Nieuwe apps

Happi heeft vervolgstappen gezet middels de ontwikkeling van apps voor patiënten met chronische huidziekten, chronische bloedziekten en vetleverziekten. “Bij huidziekten moet vooral worden gedacht aan eczeem en psoriasis”, legt Arends uit. “We gaan nu met vijf ziekenhuizen aan de slag om er bekendheid aan te geven. Het idee komt uit contact met dermatoloog Patrick Kemperman, gespecialiseerd in psycho-dermatologie. Deze patiëntgroep heeft veel last van stigma, angst en depressie, een duidelijke overlap met de hiv-groep dus. Hij zag daarom direct mogelijkheden voor de HappiApp. In samenwerking met de patiëntenverenigingen is er een persoonlijk behandeldoel aan toegevoegd. En een mogelijkheid om foto’s van de huid te maken, om die real time via het Happi Portaal aan de behandelaar te tonen, en niet pas op het moment dat ruimte bestaat voor een afspraak.”

De Happi Hematologie komt voort uit een project van het OLVG waar binnenkort een pilot start voor patiënten met een chronische hematologische aandoening zoals CLL en MPN. Het idee voor de app voor vetleverziekten komt uit een gesprek met MDL-arts Ger Koek, die Arends nog kende van zijn virale hepatitis-tijd.“De ziekte zelf is niet echt te behandelen”, vertelt Arends, “hier staat leefstijlverandering op de voorgrond, door patiënten meer zelfinzicht en regie te geven. De patiënt ziet in één dashboard of alle elementen voor een gezonde leefstijl op groen of rood staan en heeft daarvoor dus niet meerdere apps nodig. Omdat bij alle chronische ziekten preventie en leefstijl een rol spelen, kijken we naar hoe we dit naar de daarvoor bestemde apps kunnen vertalen. Naar die kruisbestuiving zijn we altijd op zoek.”

Personalisatie als toekomstmodel

Waar Arends graag naartoe wil, is op basis van bestaande datasets algoritmen trainen om per individuele patiënt te kunnen laten zien aan welke knop die kan draaien om tot een gezonde leefstijl te komen. “De een moet afvallen, voor de ander staat stoppen met roken veel hoger op de prioriteitenlijst”, zegt hij hierover. “Hiervoor werken we samen met data-scientist Daniel Kapitan. En ik hecht hier groot belang aan want volgens mij is dit de toekomst van Happi.”

Het bedrijf wil geen one-trick pony-oplossingen bieden, stelt Arends. “Wat we ontwikkelen, moet waarde toevoegen voor de gebruiker. Een vragenlijst invullen voor de behandelaar doet een patiënt maar één keer. Want alleen maar een uitkomst krijgen – ‘U hebt een milde depressie’ – is niet genoeg. Je moet elementen toevoegen om niet alleen te kunnen signaleren maar ook een oplossing te kunnen bieden. Zo voeg je voor een patiënt waarde toe met een digitale oplossing. En daarnaast moet zo’n app er natuurlijk ook nog gewoon aantrekkelijk uitzien. Succesvol zijn en blijven met apps vraagt om voortdurende doorontwikkeling. Na de wildgroei aan apps die we in de afgelopen jaren zagen zal dan ook zeker consolidatie ontstaan. Al zou het zeker helpen als de overheid duidelijkheid geeft over waar ze naartoe wil met de zorg.”

Uitbreiding en financiering

Voor de ontwikkeling tot nu toe heeft Happi vooral gebruik kunnen maken van ondersteuning van de farmaceutische industrie en een Rabo-innovatielening. Een volgende stap is contact met de zorgverzekeraars. “Die hebben in eerste instantie wel subsidie geboden”, vertelt Arends. “Maar voor vervolgfinanciering moeten we hard maken hoe de kwaliteitsverbetering voor patiënten zich vertaalt in euro’s. Dat is niet eenvoudig, zeker niet bij hiv. Bij huidziekten kun je misschien aantonen dat het aantal exacerbaties afneemt.”In de HappiApp Hiv is, op verzoek van patiënten, een bestelmodule opgenomen voor medicatie via een online apotheek. “Ruim 500 patiënten maken daar nu gebruik van en dat aantal groeit, dus zo genereren we omzet”, zegt Arends.

Verder kijkt het bedrijf naar uitbreiding naar andere landen. Arends: “De apps worden al gedownload in Duitsland, Engeland en de VS. Ook daar bestaat in de zorg aandacht voor depressietraining, eenzaamheid en leefstijl. Uitbreiding naar andere toepassingen is ook een optie. Maar we zullen ons daarbij wel blijven concentreren op chronische aandoeningen. Voor de grote ziektebeelden zoals diabetes of hart- en vaatziekten zijn al goede apps ontwikkeld, dus we moeten ons blijven onderscheiden.”