Eenheid van Taal essentieel voor alle zorgdomeinen

24 augustus 2023
Eenheid van Taal essentieel voor alle zorgdomeinen
Opleiding

Hoe beschrijf je de aandoening van een patiënt? Heb je het over een hartaanval of een myocardinfarct? In de zorg telt niet alleen elke minuut, maar ook elk woord. Eenheid van Taal is essentieel in digitale medische dossiers. Het zorgt voor een betere communicatie tussen zorgverleners onderling en met patiënten en dat houdt ook de statistieken – basis voor verder onderzoek – zuiver. Om meer Eenheid van Taal te realiseren in het Nederlandse zorglandschap ontwikkelde Nictiz de leergang Medisch terminoloog.

“Een goede uitwisseling van medische gegevens maakt de zorg secuurder,” zegt Inge Soons. Bij het Nictiz Terminologiecentrum beheert zij verschillende terminologiestelsels en geeft zij advies over het gebruik ervan. Soons ontwikkelt trainingsmaterialen en coördineert de onderwijsactiviteiten. Vanuit haar achtergrond in de geneeskunde slaat zij een brug tussen zorg en ICT. Samen met Natasha Krul coördineert zij de nieuwe pilotopleiding Medisch terminoloog. Een leergang die door de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) alleen maar relevanter is geworden.

Minder verwarring en fouten
“Voor één medische aandoening bestaan vaak verschillende termen. Dat wekt verwarring”, aldus Soons. “We moeten binnen de zorg naar een situatie waarin de zorgverlener, de computer en de patiënt exact weten wat er in een casus aan de hand is.”

Stel dat een patiënt op de Spoedeisende Hulp wordt binnengebracht met een hartaanval. De dienstdoend arts kan de casus in de computer invoeren als een hartaanval, een hartinfarct of een myocardinfarct. Voor de computer zijn dat drie verschillende aandoeningen. Soons: “Zonder Eenheid van Taal kunnen zorgverleners in verwarring raken en fouten maken. Daarnaast worden data voor kwaliteitsbewaking, onderzoek en clinical decision support onzuiver zonder die Eenheid van Taal.”

Medische terminologiestelsels
Om die Eenheid van Taal te bewerkstelligen, zijn medische terminologiestelsels ontwikkeld zoals SNOMED, G-standaard/IDMP en LOINC. Medische termen worden daarin gekoppeld aan een code die een computer kan begrijpen. SNOMED bijvoorbeeld zorgt voor concepten met definiërende relaties. Een hartinfarct krijgt een code mee: het zit in het hart en het komt door een tekort aan zuurstof. Soons: “Zo standaardiseren we de medische taal. Aan die concepten kunnen we verschillende termen koppelen. Voor de huisartsen gebruiken we deze term, voor de patiënten die. In SNOMED worden die verschillende termen gekoppeld aan één code die leesbaar is voor de computer. Zo kan de computer voor een gebruiker de juiste term ophalen op basis van het geselecteerde woordenboek. Als zorgverlener kun je dus nog steeds je eigen term gebruiken, maar door de gekoppelde code is de betekenis ervan voor iedereen duidelijk.”

Belang van de patiënt
“De toepassing van medische terminologie zorgt ervoor dat de patiënt niet steeds hetzelfde verhaal moet vertellen na een doorverwijzing. Stel dat je net ontslagen bent uit het ziekenhuis en je krijgt een ontslagbrief mee vol medische termen waar je niets van snapt. Of de huisarts geeft je een diagnose mee waar je niets van begrijpt. Dan ga je googelen en verbind je je eigen - vaak foutieve conclusies - aan die diagnose. De zorg kan dat voorkomen door toepassing van medische terminologie waarin voor de patiënt begrijpelijke termen zijn gekoppeld, ofwel patiëntvriendelijke termen.”

Verschillende stelsels
Eenheid van Taal betekent niet één terminologiestelsel. “De stelsels waarmee wij werken, zijn historisch zo gegroeid voor specifieke zorgdomeinen”, aldus Soons. “Daar werken zij ook goed. Neem SNOMED. Dat stelsel is specifiek voor het primaire zorgproces in de ziekenhuizen. De termen die in dat stelsel worden benoemd, betreffen ook heel zeldzame syndromen. ICD-10 benoemt juist grotere groepen: er zijn zo veel zeldzame aandoeningen, dat je die wil classificeren binnen de ICD-10. Dit om beter te kunnen vergelijken voor statistieken en rapportages. LOINC is gericht op hoe in laboratoria de hiërarchie van data is opgebouwd. Daarom blijven deze stelsels naast elkaar bestaan. Er bestaat wel een zekere mapping: we hebben in Nederland bepaald dat de stelsels SNOMED, LOINC en IDMP - de meeste stelsels worden internationaal toegepast - samen de grondplaat vormen van de medische terminologie.”

Wegiz zet aan tot actie
Waarom heeft Nictiz deze opleiding juist nu ontwikkeld? Soons: “Door de digitalisering van de zorg is Eenheid van Taal essentieel. Dat vindt de overheid ook. Inmiddels hebben de Eerste en Tweede Kamer de Wegiz goedgekeurd. Die wet is per 1 juli 2023 in werking getreden. Voor onze samenwerkingspartners – koepelorganisaties, patiëntenverenigingen, ziekenhuizen, leveranciers et cetera – is de vrijblijvendheid er nu vanaf. Toepassing van medische terminologie kost tijd dus toen deze instanties nog niet wisten wat het hun op zou leveren, hebben zij de kat uit de boom gekeken. Maar nu moeten zij met deze nieuwe wet aan de slag. Daarvoor kloppen zij bij het Terminologiecentrum van Nictiz aan.”

Naar een validerende rol
Omdat de medische wereld voortdurend in beweging is, heeft het Terminologiecentrum tot nu toe steeds zelf nieuwe concepten in de terminologiestelsels gecreëerd. Soons: “We hopen met deze opleiding professionals af te leveren die dat van ons kunnen overnemen of ons daarin kunnen ontlasten. Wanneer meer capaciteit is ontstaan op de werkvloeren van de met ons samenwerkende instanties, kan Nictiz een meer validerende rol innemen.”

Nieuwe leergang speelt in op een groeiende behoefte

Door meer mensen op te leiden tot medisch terminoloog wil Nictiz een community laten ontstaan. “Een plek waar terminologen onderling ervaringen kunnen uitwisselen en problemen kunnen bespreken. Dan vormt zich een netwerk dat steeds groter wordt en waarin terminologen elkaar ook makkelijk weten te vinden. Nictiz blijft de terminologen begeleiden door nascholingen aan te bieden.”

Hogere kwaliteit content
Aankomende cursisten Medisch terminoloog moeten affiniteit hebben met nauwkeurig en gedetailleerd werken. Zij moeten inzien hoe belangrijk Eenheid van Taal is. Minder belangrijk is dan of ze een ICT- of een zorgachtergrond hebben. Soons: “Ik kom zelf uit de zorg. Ik haal veel voldoening uit mijn werk omdat ik in contact met zorgverleners de zorg probeer te verbeteren. Daarbij is conceptuele zuiverheid belangrijk, maar ook een praktische inslag. Want iets wat conceptueel helemaal geweldig is, werkt misschien in de praktijk minder dan verwacht.”

De ontwikkeling van een opleiding is een spannende nieuwe stap voor het realiseren van Eenheid van Taal. Welke plaats zal deze opleiding in gaan nemen in het Nederlandse zorglandschap? Soons: “Dat is moeilijk te zeggen. Ik hoop natuurlijk dat de verschillende zorgdomeinen binnen een aantal jaren veel meer inzicht hebben in hoe medische terminologie werkt en wat voor hen de meerwaarde daarvan is. Zij zullen merken dat ze gaandeweg content van een hogere kwaliteit kunnen leveren.” 

Bouwstenen
De opleiding Medisch terminoloog is modulair opgebouwd. Na de basismodule van twee maanden beslist de cursist in overleg met zijn of haar begeleider welke vervolgmodules relevant zijn. Er is onder meer een module over de toepassing van de terminologiestelsels, een module waarin de cursist inzoomt op SNOMED en ICD-10, een module over de verschillende hiërarchieën in SNOMED, een module over het aanmaken van concepten in SNOMED en een module waarin de cursist wegwijs raakt in LOINC. De opleiding is kosteloos. Cursisten die de SNOMED Authoring Course doen – dat is één van de optionele modulen – betalen examengeld ter waarde van 400 Amerikaanse dollar, omgerekend ongeveer 356 euro.

Het Nictiz Terminologiecentrum
Eenheid van Taal is de manier om ervoor te zorgen dat zorgverleners en patiënten dezelfde betekenis toekennen aan de medische informatie die zij onderling delen. Met een terminologiestelsel kun je die medische informatie eenduidig vastleggen en gebruiken. Het Nictiz Terminologiecentrum1 ondersteunt partijen bij het gebruik en de toepassing van terminologiestelsels in de zorg. Je kunt er onder meer terecht voor:

  • Vragen over terminologie- en codestelsels zoals SNOMED, de NL Labcodeset, ICD-10, DSM-5.
  • Ondersteuning bij het gebruik en toepassen van terminologie.
  • Expertise over de laatste stand van zaken voor terminologie- en codestelsels.
  • Het indienen van wijzigingsverzoeken voor SNOMED en de Nederlandse Labcodeset.
  • Relevante documenten zoals handleidingen, papers over terminologie- en classificatiestelsels en de toepassing hiervan.

Referentie

1. Link