We willen frisse blik bieden op mentale gezondheid

12 april 2024
We willen frisse blik bieden op mentale gezondheid
Digitalisering
Premium

Een jonge GGZ-aanbieder met een frisse kijk op mentale gezondheid. Dat is wat oprichtster Marian van Helden met Lenn beoogt. Daarbij staat blended care met een flinke digitale component centraal. Iets dat de voormalig Chief Operating Officer (COO) van Minddistrict bijna logischerwijze met het e-health platform van Minddistrict invult. Wel benadrukt Van Helden het belang om e-health niet alleen voor zorgafnemers, maar ook voor zorgprofessionals een digitale lust in plaats van last te laten zijn. “Omdat het huidige digitale werken in de zorg vaak als belastend wordt ervaren, is het zaak om de software zo te ontwikkelen dat deze het werkproces gaat ondersteunen.”

Marian van Helden, van huis uit psycholoog, heeft 12 jaar lang meegeholpen om Minddistrict op en uit te bouwen. Toen vond zij het tijd worden voor een volgende stap. De moeizame implementatie van innovaties en de toenemende problemen in de GGZ, waaronder de lange wachtlijsten, waren een belangrijke drijfveer om met Lenn te beginnen. “Ik zie veel mogelijk- heden tot vernieuwing van hoe je zorg voor mentale gezondheid aanbiedt. Nu is de veranderkracht van de meeste GGZ-organisaties nog beperkt. Mijn doel met Lenn is om een praktische show-case te bouwen van hoe mentale zorg er anno 2024 uit zou kunnen zien.”

Lenn ging in de zomer van 2023 live met een nieuw concept en een bredere visie op mentale zorg. De organisatie werkt vanuit meer gelijkwaardigheid en vanuit de gedachte dat de GGZ mensen niet altijd beter kan maken, maar wel kan helpen de sleutel te vinden om zelf hun situatie te verbeteren. De DSM-deelclassificaties zijn daarbij minder relevant dan bij reguliere GGZ-instellingen het geval is, benadrukt Van Helden. Het gaat om het gezamenlijk begrijpen van het verhaal van de cliënt en onderzoeken wat hij of zij nodig heeft. 

Duwtje in de rug

“Met direct een goed gesprek en indien nodig, een kort en intensief traject, geven we mensen het duwtje in de rug om daarna zelfstandig verder te kunnen. Dit werkt bij matige klachten maar ook voor mensen met ernstige of complexere psychische problematiek. Dat doen we deels fysiek op drie locaties – Rotterdam, Groningen, Eindhoven - deels buiten de deur  – in de natuur - en deels digitaal. Kortom: blended care. Daarbij kiezen we voor een benadering met aandacht voor het hoofd én het lijf. We maken uiteraard gebruik van wetenschappelijk bewezen behandelmethodieken, maar altijd met het oog voor de mens als geheel.”

Directe beschikbaarheid en kortdurend helpen is wat Van Helden betreft een randvoorwaarde voor de zorg die Lenn biedt. Tegenwoordig staan mensen vaak al lange tijd op een wachtlijst voor een intake, om vervolgens via de volgende wachtlijst in behandeling te komen, wat soms jaren duurt. "We geloven bij Lenn dat we veel kunnen bereiken wanneer we beschikbaar zijn voor een goed gesprek, zodra de vraag zich voor doet. We gebruiken daarbij de uitgangspunten van single session therapie. Vaak biedt één of enkele gesprekken al zo veel inzichten en handvatten, dat de cliënt daarmee zelf verder kan.” 

“Juist door te accepteren dat we veel over de menselijke geest helemaal niet weten, kunnen we samen met iemand een laag dieper onderzoeken welke thema’s er spelen en wat hij of zij nodig heeft”, vervolgt Van Helden. “Soms is één gesprek al genoeg, soms is er een kort traject nodig. Het kan ook zijn dat de prijs van verandering (nog) niet opweegt tegen het oude. Of er is iets heel anders nodig, zoals bij schuldproblematiek. Ook dat zien we in de gesprekken. We zoeken samen een passend vervolg. De cliënt bepaalt hoe hij/zij verder wil. Klachtenreductie is niet ons primair doel. We hopen mensen voldoende vertrouwen te geven in het eigen proces om zelfstandig verder te kunnen.” 

Digitaal faciliteren

Met Van Heldens achtergrond als COO van Minddistrict is het voor haar bijna vanzelfsprekend om mentale zorg digitaal te ondersteunen en te intensiveren. Bijvoorbeeld door routinematige onderdelen uit het zorgproces digitaal aan te bieden en al voorafgaand aan het eerste gesprek in de eigen omgeving na te denken over de situatie.  

Daarbij gaat Lenn niet uit van een scheiding tussen lichaam en geest. Voor de fysieke component werkt de GGZ-aanbieder met psychomotorische therapeuten en een fysiotherapeut. Beweging en natuur hebben een positieve impact. 

“Soms zit iemand door alle gedachten zo in zijn hoofd, dat het lichaam helemaal vergeten wordt”, merkt Van Helden op. De cliënt leert weer op een gezond niveau écht voelen en daardoor herkennen wat belangrijk voor hem of haar is. Ook het fysieke element wordt digitaal ondersteund met oefeningen en dagboeken.

Veel standaard modules

Voor het digitale deel van GGZ-zorg biedt Minddistrict volgens Van Helden al heel veel bruikbare modules die in de afgelopen jaren zelf of in samenwerking met GGZ-instellingen ontwikkeld zijn. Daarnaast heeft Minddistrict een Content Management Systeem (CMS) waarin je zelf digitale modules zoals dagboeken of vragenlijsten kunt ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld de voorbereiding op een goed gesprek tussen client en behandelaar.

Minddistrict sluit naadloos aan voor de inhoud van de behandeling, meent Van Helden. “Maar als het gaat om het werkproces: dat zijn zaken die Lenn zelf toevoegt of vereenvoudigt. “Zo kun je bijvoorbeeld voor de evaluaties uitgebreide sets van klachtgerelateerde vragenlijsten inzetten. Maar je kunt het ook simpel houden, met vragen zoals hoeveel vertrouwen iemand erin heeft dat hij of zij het proces in de toekomst kan vormgeven. Dat kan Minddistrict prima ondersteunen.”  

Last, geen lust

Een probleem van digitalisering in de GGZ is volgens Van Helden dat het vaak de vorm van ‘digitaal belast werken’ aanneemt. Digitalisering lijkt dan eerder een extra last dan verbetering te bieden. “Wij willen met Lenn graag toe naar digitaal ondersteund werken. Dat zit veel meer aan de workflow- en de proceskant van organisatie en behandelaar. Die behandelaar moet eenvoudig door alle stappen van het proces heen kunnen en niet hoeven na te denken over ‘ik moet nu naar pakket x en dan dit formulier klaarzetten’.”

Dit soort processen kun je goed automatiseren, zegt Van Helden. Zij denkt dat daar nog flink wat stappen in te zetten zijn. Zo kunnen platforms zoals Minddistrict en EPD’s of vergelijkbare informatiesystemen alle informatie over patiënten nog niet zo goed bij elkaar brengen. Door daar slagen in te maken, kun je de administratielast echt enorm beperken, verwacht ze.

“Digitale ontwikkeling heeft zich tot nu toe veel op de inhoud gericht in de GGZ. Daarmee is het vereenvoudigen van processtappen achtergebleven. Dat hoor je van zorgprofessionals terug. Omdat de basis van het werken met een EPD vaak voor hen al heel belastend is, ervaren professionals een drempel om ook inhoudelijk digitaal te gaan werken. Door die last weg te nemen, maak je voor professionals het werk veel leuker en dus ‘digitaal verlicht’. 

Om dit te realiseren, moeten EPD’s dan wel meer interoperabel worden, benadrukt Van Helden tot slot. “Toen ik met Lenn begon, nam ik aan dat in principe alle digitale middelen beschikbaar zouden zijn en dat ze alleen goed ingezet moesten worden. Inmiddels is wel duidelijk dat een deel van de software voor goede procesoptimalisatie ontbreekt. Dat ligt overigens niet aan Minddistrict, maar hoofdzakelijk bij de backofficesystemen. Lenn kan hier een kwartiermakersrol in vervullen, door samen met de leveranciers door te ontwikkelen en zelf een softwarelaag tussen de huidige systemen te bouwen voor de ontbrekende elementen.”

Naar toekomst kijken

Belangrijk is het ook om samen met Minddistrict naar de toekomst te kijken van een blended behandeling, stelt Van Helden tot slot. Op het moment dat je afstapt van de focus op classificeren en je veel meer richt op thema's en onderliggende patronen, is het volgens haar ook mogelijk om dat digitaal te faciliteren. “Dat zijn innovatieve gesprekken die we met elkaar hebben, om zo samen tot nieuwe producten te komen.” 

Door innovation partner