De COVID-pandemie is een schier onuitputtelijke bron voor reflecties op onze samenleving als geheel en onze organisatievormen in het bijzonder. Voor nu wil ik de absolute noodzaak van samenwerken benoemen: van het verspreiden van patiënten over bedden door Nederland (en daarbuiten) tot en met het ontwikkelen en delen van kennis over effectieve behandelingen. Dit alles kon alleen door intensieve samenwerking en snelle kennisdeling.
Wat Covid-19 nog voor ons in petto heeft, is ongewis. Wat we wel weten: een hogere vaccinatiegraad biedt betere bescherming. Daarbij speelt de beschikbaarheid van voldoende vaccins een belangrijke rol. Meer productie wereldwijd betekent meer bescherming tegen eventuele mutaties. ‘Nobody is safe until everybody is safe’, aldus de WHO. Alle reden voor snelle kennisdeling.
Patenten polemiek
Farmaceutische bedrijven zijn terughoudend met het delen van (levensreddende) kennis. Zij houden vast aan hun intellectuele eigendomsrechten, hoewel de vaccins grotendeels, en soms zelfs geheel, zijn ontwikkeld met overheidsgeld en via Europese subsidies. Vanaf eind 2020 speelt er een voortdurende polemiek tussen voor- en tegenstanders van het vrijgeven van patenten op de COVID vaccins1.
Niet verbazingwekkend stellen farmaceutische bedrijven dat het echt niet sneller kan en dat vrijgeven van patenten de wereldwijde productie niet versnelt (zelfs zou vertragen). Doorslaggevend in dit betoog is dat het productieproces van het vaccin zo ingewikkeld is. Met alleen de kennis van een patent ben je er dus nog lang niet, de knowhow om het vaccin te produceren is cruciaal. Deze praktische knowhow is kennelijk lastig te verspreiden.
Ik haal bovenstaand voorbeeld niet aan om deze discussie te beslechten. Wel om vanaf hier een stap naar een denkbeeldige toekomst te maken. Een toekomst die zich wellicht sneller zal aandienen dan wij verwachten.
Patenten op algoritmes
Analoog aan bovenstaand voorbeeld zal er in de toekomst sprake zijn van kennis met veel waarde. Bijvoorbeeld kennis in de vorm van een gepatenteerd AI-algoritme. Het is niet ondenkbaar dat dit algoritme grote gezondheidsvoordelen oplevert voor groepen mensen met toegang ertoe. Sterker nog, veel ontwikkelaars van AI-algoritmes hebben dit als doel. Hoe maatschappelijk geaccepteerd zouden wij het vinden als een handvol commerciële bedrijven bepaalt wie wel en wie niet toegang heeft tot dit algoritme? Voor dit algoritme is er vanzelfsprekend geen enkele praktische beperking dit zo breed mogelijk toe te passen. Waar een vaccin nog in een fabrieksomgeving gemaakt wordt, kan het algoritme simpelweg tussen computers gekopieerd worden.
FAIR & Prikkels
In de wetenschap is er een groeiende beweging die de FAIR data principes hanteert2. FAIR betekent dat data Findable, Accessible, Interoperable en Reusable is. Gepubliceerde artikelen dienen de onderliggende data FAIR beschikbaar te stellen, zodat snelle reproductie van het onderzoek mogelijk is. Zo zouden we als geheel van kennisinstellingen minder vatbaar moeten zijn voor toevallige of misleidende onderzoeksresultaten.
De implicatie van deze FAIR-uitgangspunten voor een individuele onderzoeker en zijn/haar onderzoeksgroep zijn vanzelfsprekend erg groot. Waar men vroeger publicaties scoorde en individueel status verwierf door veel tijd en energie te steken in het vergaren van unieke datasets, komt deze data nu plotseling ten dienste van het grotere geheel. Dat is voor het individu spannend, maar voor het systeem niet onoverkomelijk. Als we de prikkels voor presteren weghalen bij het individu en veel meer waarde toekennen aan het geheel, zal deze spanning wegebben.
Blik op oneindig
Naast de beweging van individu naar geheel hoort ook de denkstap van nu naar later. Simon Sinek schrijft in zijn boek ‘The Infinite Game’ over organisaties die eindig- of oneindig-denken. Eindig-denken betreft concrete doelen en duidelijke stappen, over winnen of verliezen: zoals een potje schaken of tennis. Op een gegeven moment is de winnaar bekend. Oneindig-denken gaat over continu leren en doorontwikkelen, gestimuleerd door rivalen, gedragen door een ‘Just Cause’. Een Just Cause is:
- Voor iets - bevestigend en optimistisch.
- Inclusief - open voor een ieder om mee te doen.
- Service georiënteerd - voor het welzijn van anderen.
- Weerbaar - kan politieke, technologische en culturele veranderingen doorstaan.
- Idealistisch - groot, ambitieus en uiteindelijk onbereikbaar.
Waar je met eindig-denken ‘wint’ door kennis bij jezelf te houden, geeft oneindig-denken de ruimte om delen als default te omarmen. Hoog tijd dat bestuurders en toezichthouders een eigen ‘Just Cause’ gaan opstellen.