Een stappenteller met online ondersteuning heeft weinig invloed op het beweeggedrag van de werknemers. Ook is de invloed van een challenge op het beweeggedrag van de deelnemers klein. Dat blijkt uit onderzoek van Stephanie Monfils, van de Avans Hogeschool.
In september 2016 is er een oproep gedaan aan 180 docenten en ondersteunend personeel van de Academie voor Gezondheidszorg (AGZ) om mee te doen met het onderzoek Challenge2Move dat onder leiding van Monfils is uitgezet. Het resultaat: 60 aanmeldingen. Anderhalf jaar later zijn daarvan 30 deelnemers over.
Iedere deelnemende werknemer werd een stappenteller van het merk Fitbit aangeboden met daarbij toegang tot de Fitbit-app en toegang tot een online platform. Het doel van deze interventie was om de deelnemers meer te laten bewegen. Om dit te behalen, werden de deelnemers gevraagd digitale ‘challenges’ aan te gaan, waarin ze telkens werden gestimuleerd te bewegen. Denk bijvoorbeeld aan een fictieve wandeltocht naar Antwerpen waarin de deelnemers over een periode het daadwerkelijke aantal kilometers naar die locatie moeten lopen.
Niet meer bewegen
Het onderzoek heeft aangetoond dat docenten niet significant meer zijn gaan bewegen in de periode van december 2016 tot en met april 2017. Sterker nog, de helft van de oorspronkelijke 60 deelnemers leverde zijn stappenteller een jaar na de start weer in bij de organisatie. Dat verraste Monfils enigszins: “Zelfs bij docenten van AGZ met een positieve attitude ten opzichte van gezond en actief leven blijkt het moeilijk om meer te bewegen met behulp van een stappenteller en online ondersteuning. Hoe moeilijk en wellicht niet realistisch is deze uitdaging dan voor andere doelgroepen?”
Meerdere oorzaken
Monfils boog zich over de vraag wat nu maakt dat dit soort technologische gadgets mensen blijkbaar toch niet duurzaam in beweging krijgt. De onderzoekster geeft aan dat dit is te wijten is aan meerdere oorzaken.
Ten eerste zijn sociale motivatie en gewoontevorming onvoldoende toegepast in de technologie. Om de motivatie te ondersteunen werden periodiek berichten verstuurd om de deelnemer aan te moedigen. Maar de mails werden beschouwd als onpersoonlijk en kwamen gestandaardiseerd over (Van Stiphout, 2017). Op zich niet verwonderlijk, aangezien bij de ontwikkeling van wearables, zoals een stappenteller, nauwelijks rekening wordt gehouden met gedragsveranderingstheorieën waardoor het vasthouden van de beweegnorm moeite kost (Helbostad et.al, 2017).
Ten tweede werden de aangeboden challenges niet uitdagend genoeg bevonden (Beks, 2017; Van der Neut, 2017). Gedurende het studiejaar zijn onder de deelnemers diverse challenges georganiseerd. Hoewel eerder is aangetoond dat competitie leidt tot meer beweging (Lyons, Lewis, Mayrsohn, & Rowland, 2014), werd door de deelnemende AGZ-medewerkers de challenges als eenzijdig ervaren (Beks, 2017; Van der Neut, 2017).
Continu kietelen nodig
Samengevat lijkt het er dus op dat technologische gadgets gekoppeld aan stimulerende feedback en challenges beperkt effectief zijn bij het duurzaam stimuleren tot beweeggedrag. Deelnemers moeten in ieder geval persoonlijk continu gekieteld worden om hen bewust te maken van hun eigen activiteit om zo ook op de langere termijn het gewenste resultaat te kunnen behalen.
Anderzijds kan een deel van de oorzaak liggen bij deze groep deelnemers en hun motivatie om mee te doen. Wellicht was deze doelgroep uitsluitend nieuwsgierig naar de werking van de technologie en waren zij minder geïnteresseerd om in wedstrijdverband meer stappen te zetten. Dit aspect is echter onvoldoende belicht in het onderzoek.