MeanderGroep Zuid-Limburg (MGZL) levert een combinatie van digitale en fysieke thuiszorg. De weg om dat gecombineerde zorgaanbod te kunnen realiseren, is drie jaar geleden met veel voorbereiding, samenwerking en uitproberen ingeslagen. De MeanderGroep wordt daarbij ondersteund door CZ en MobileCare. “En met succes, want de klanten ervaren nu een grotere eigen regie, terwijl onze zorgverleners hun werk efficiënter kunnen doen dankzij de combinatie van digitale en fysieke zorg”, vertelt Programmamanager cluster Wijkverpleging bij Meander, Judith Peeters.
De wijkverpleegkundige bekijkt samen met de klant en diens mantelzorger of VirtueleThuiszorg van MobileCare een goed alternatief voor de zorgverlening kan zijn.
Hierbij is er de keuze uit meer dan veertig digitale interventies van MobileCare. Deze zorginnovaties zorgen ervoor dat klanten langer zelfstandig en veilig thuis kunnen wonen. Inmiddels ontvangen 1350 klanten VirtueleThuiszorg.
Maar ook zorgverleners zijn met de samenwerking met MobileCare geholpen, vertelt Peeters. “De zorgmedewerkers hebben nu een centraal punt waarbij ze terecht kunnen wanneer ze hulpmiddelen nodig hebben voor de klanten. MobileCare beheert de toepassingen, maar draagt bijvoorbeeld ook zorg voor de gebruikersovereenkomsten, het onderhoud en servicecontracten. Ook zorgt MobileCare ervoor dat de medewerkers een heldere instructie ontvangen over het toepassen van de hulpmiddelen.”
Klantbehoefte voor ogen
Het mag duidelijk zijn dat de transitie naar deze gecombineerde vorm van zorgverlening binnen een grote organisatie niet over één nacht ijs is gegaan. Bij het realiseren van dit soort veranderingen is het volgens Peeters erg belangrijk dat je altijd goed voor ogen blijft houden waaraan je klant behoefte heeft.
“We zetten pas een digitaal hulpmiddel in als er ook daadwerkelijk op dat moment vraag naar is en de situatie daarvoor geschikt is. Daarmee staat de behoefte van de klant centraal. Die klantbehoefte komt naar voren tijdens ons werk, wanneer we de zorgvraag gaan formuleren via het verpleegkundig redeneren.”
Door de inzet van VirtueleThuiszorg te integreren in het verpleegkundig redeneren, wordt het ingebed in de zorgverlening, vervolgt Peeters. “Dat is heel anders dan wanneer je los bijvoorbeeld een aantal medicijndispensers of personenalarmeringen gaat aanschaffen en gaat gebruiken. In het verleden hebben we ooit wel eens ‘iets met beeldbellen geprobeerd’ maar dat kwam niet organisatiebreed van de grond.”
Juiste zorg blijven bieden
Peeters begon haar loopbaan ooit als verpleegkundige. Toen was het personeelstekort nog niet zo’n heel groot probleem, maar inmiddels moet MGZL goed bekijken hoe ze klanten de juiste zorg kunnen blijven bieden.
“Daarom zijn we drie jaar geleden naar andere zorgoplossingen gaan zoeken. Maar wanneer je los en af en toe een digitaal hulpmiddel wilt implementeren, dan krijg je door aanvraagcycli, implementatiecycli en beheercycli een enorme berg aan administratieve lasten. Daarmee creëer je losse werkstromen en daardoor eilandjes van werkprocessen voor medewerkers. Die last moet je niet bij de zorgmedewerkers willen neerleggen.”
Tessa Schreibers, directeur Wijkverpleging van MGZL vult aan en vertelt dat de inzet van digitale interventies inmiddels goed in de reguliere bedrijfsvoering is ingebed. “Alleen door een gestructureerde aanpak met een compleet pakket aan middelen bereik je de gewenste resultaten.”
Vaak te snel begonnen
MGZL is pas VirtueleThuiszorg gaan implementeren toen men zeker wist dat bedrijfsmatig de processen goed verliepen. Een ‘must’ volgens Peeters: “Behalve dat digitale toepassingen vaak los gebruikt worden, wordt er vaak te snel begonnen met het inzetten van digitale interventies. Maar het is belangrijk dat intern iedere medewerker weet wat de innovatie inhoudt, wat ze moeten doen, hoe het werkt en wat de meerwaarde ervan is. Van de klantenservice tot aan de financiële administratie. En dat kost tijd. Het oorspronkelijke idee was om in september 2021 te beginnen met de gecombineerde thuiszorg, maar de feitelijke start van de implementatie was halverwege januari 2022.”
Werkt het niet, dan probeer je gewoon wat anders
Vervolgens was het een kwestie van het kiezen van de juiste digitale interventie wanneer daaraan behoefte was. Maar hoe kies je nou het juiste hulpmiddel uit een groot aanbod? Volgens Peeters wordt de keuze duidelijk via het verpleegkundig redeneren. Dan kun je gaan beoordelen of de interventie voor het zorgprobleem ook digitaal kan zijn.
“Als je bijvoorbeeld ziet dat een klant moeite heeft met de therapietrouw, dan bestel je bij MobileCare een medicijndispenser. Bij mensen die beginnende dementie hebben, kunnen we MobileCare vragen om een kalenderklok van BBrain. Die helpt mensen met het creëren van een dagstructuur. Bovendien worden mantelzorgers daarbij ook ontlast. En zo zoek je stap voor stap naar het juiste middel. En werkt het niet goed genoeg, dan probeer je gewoon wat anders.”
Verdiepende workshops
MGZL is per gebied gestart met de inzet van digitale hulpmiddelen in de thuiszorg. Een verandering die impact heeft op de klant, de mantelzorger en op zorgverlener, legt Schreibers uit. “De medewerkers gaven twee dingen aan die ze moeilijk vinden. In de eerste plaats was dat het voeren van het gesprek dat de zorgverlening in sommige gevallen voortaan digitaal gaat plaatsvinden. Ten tweede gaven de medewerkers aan dat ze eigenlijk wel meer wilden weten over VirtueleThuiszorg en het inzetten van digitale interventies. Ze vonden een workshop die ze hebben gehad niet toereikend. Daarom is besloten om een nieuwe reeks verdiepende workshops te organiseren.”
Die reeks workshops was een succes. Binnen drie dagen na de opening van de inschrijving waren alle plaatsen bezet. Concreet betekent dat 17 extra scholingen die samen met MobileCare zijn gepland. Het laatste kwartaal van 2024 heeft een groot aantal medewerkers een verdiepende workshop gevolgd.
Behalve collega-zorgverleners moesten natuurlijk ook de klanten openstaan voor een nieuwe werkwijze. Zij kregen immers te horen dat ze voortaan werden geholpen via een digitaal hulpmiddel, zoals telemonitoring, een robot of personenalarmering. “Maar na 700 klanten die in het begin misschien wat argwanend waren, zagen we een kentering”, schetst Peeters. “Het goede nieuws verspreidde zich snel. Kennelijk hebben de klanten aan elkaar verteld over de inzet van de nieuwe, hippe technologie en hoe hen dat helpt.”
Wat te vieren
Inmiddels hebben na drie jaar 5.500 klanten verdeeld over 84 wijkteams de keuze tussen digitale of fysieke thuiszorg. Dat werd eind 2024 gevierd met een afsluitende, interactieve Successessie en een verhalenbundel MeanderGroep Virtuele Thuiszorg.
“Dat leverde ontroerende verhalen op van klanten”, licht Peeters toe. “Zo komt er in de verhalenbundel een mevrouw met beginnende dementie aan het woord. Haar man vertelde haar iedere dag wat de dagplanning was en loodste haar stap voor stap door de dag. Hij raakte overbelast en zij geïrriteerd omdat ze zijn goedbedoelde aanwijzingen niet goed begreep. De relatie stond daardoor enorm onder druk. De inzet van een digitaal hulpmiddel bracht voor beiden verlichting. De vrouw vond het zelfs leuk om met het robotje voor dagstructuur aan de slag te gaan en volgde ook beter de instructies die ze kreeg op. De therapietrouw van de vrouw groeide enorm. En haar man zei: ‘wij zijn weer partners en hebben weer een relatie’. Een kippenvelmoment waaruit blijkt hoe zeer zorg en welzijn in elkaars verlengde liggen.”
CV
Judith Peeters is Programmamanager cluster Wijkverpleging bij MeanderGroep Zuid-Limburg.
Tessa Schreibers is Directeur Wijkverpleging bij MeanderGroep Zuid-Limburg.
De resultaten van drie jaren voorbereiding, monitoring & evaluatie, implementatie van de virtuele thuiszorg is terug te zien en te lezen in de Verhalenbundel VirtueleThuiszorg. Daarin staan persoonlijke en ontroerende verhalen van klanten die de impact van VirtueleThuiszorg op het dagelijks leven van de mensen duidelijk zichtbaar en voelbaar maakt.
Download de bundel hier: Link