De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) hebben opdracht gegeven tot het opstellen van een position paper over het versneld en verantwoord opschalen van AI in de zorg. Susanne van Vegten is voorzitter van de Raad van Bestuur bij Merem Medische Revalidatie en bestuurslid bij de NVZ. Stephanie Klein Nagelvoort-Schuit bekleedt als professor de leerstoel Zorg van de Toekomst, is vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van het UMCG en bestuurslid bij de NFU. Samen bespreken ze waarom de gezamenlijke position paper er moest komen en wat hun visie is op de toekomstige rol van AI in de Nederlandse gezondheidszorg. Zij worden hierbij vergezeld door Petra Drankier en Nina Eminović, senior beleidsadviseurs bij respectievelijk de NFU en de NVZ.
De afgelopen tijd gaan er steeds meer geluiden op waaruit de hoop en verwachting naar voren komt dat AI de Nederlandse zorg van grote dienst kan zijn. Van Vegten (NVZ) licht toe: “Er wordt veel gesproken over de potentiële positieve impact die AI kan hebben op de zorg. Om de zorgsector meer inzicht te geven in de kansen van AI en wat er nodig is om AI-oplossingen op een verantwoorde manier op te schalen, hebben de NFU en NVZ het initiatief genomen om gezamenlijk een position paper over dit onderwerp tot stand te brengen.”
Werkagenda
Van Vegten vervolgt: “Daarin hebben we een werkagenda opgesteld die de zorgsector kan helpen om AI op verantwoorde wijze onderdeel te maken van de visie van je organisatie. De NFU en NVZ zijn allebei ontzettend gepassioneerd over de mogelijkheden van AI in de zorg, reden waarom we graag gezamenlijk het voortouw nemen in deze ontwikkeling.”
Eminović (NVZ) vult aan: “Tegelijkertijd zien we dat er meer nodig is voor het versneld en verantwoord opschalen van AI. Met deze position paper hebben we als NFU en NVZ een stap naar voren gedaan en de benodigde acties in kaart gebracht. We hopen dat andere zorgpartijen samen met ons de voorgestelde werkagenda verder gaan uitwerken. AI raakt meerdere zorgsectoren, wat het belangrijk maakt om de krachten te bundelen.”
Dat ziet ook Klein Nagelvoort-Schuit (NFU). Regionale samenwerking wordt volgens haar een steeds belangrijker onderdeel van hoe we de zorg met elkaar inrichten. “Alle artsen krijgen daar bijvoorbeeld mee te maken, of ze nu in een universitair medisch centrum of een algemeen ziekenhuis werken.”
De position paper van NFU/NVZ sluit naadloos aan op deze behoefte aan meer samenwerking, meent Klein Nagelvoort-Schuit. “Met de position paper willen we de ontwikkelingen op het gebied van AI zo snel mogelijk bij de zorgmedewerkers brengen. We merken namelijk dat er heel veel ideeën zijn over de toepassingen van AI, die een spectrum beslaan van ‘AI kan morgen alles overnemen’ tot ‘ik geloof het pas als het echt gebeurt’.”
Duizend AI-bloemen
De interesse van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in AI heeft het nog belangrijker gemaakt om de verschillende mogelijkheden en uitdagingen op een rijtje te zetten, vervolgt Klein Nagelvoort-Schuit: “Nadat duidelijk werd dat VWS wil gaan inzetten op AI, ontstond bij onze organisaties de behoefte om die ontwikkelingen een duwtje in de juiste richting te geven. Dat betekent dat we de juiste prioriteiten moeten stellen en het beschikbare geld op een goede manier moeten uitgeven. Om dat te bereiken, moeten we samen heel gericht aan de slag gaan, omdat we geen duizend bloemen kunnen laten bloeien. De NVZ en de NFU weten elkaar goed te vinden: we doen het ten slotte samen. De vrijblijvendheid is eraf en er is lef nodig om met AI daadwerkelijk de nodige impact op de zorg te realiseren.”
Databeschikbaarheid als voorbeeld
Van Vegten onderstreept deze visie. Volgens haar werkt de digitale transformatie in de zorg verbindend. “We willen namelijk allemaal hetzelfde: digitaal ontzorgd worden zodat we ons kunnen richten op zorg leveren. De uitdagingen die we daarbij tegen het lijf lopen, zijn vaak zorgsectorbreed. We merken bijvoorbeeld allemaal dat het lastig is om gegevens uit te wisselen met elkaar, zeker nu patiënten steeds meer verschillende zorginstellingen bezoeken. Maar effectieve gegevensuitwisseling is cruciaal voor het snel diagnosticeren en behandelen van patiënten. Door de ontwikkeling van één gezamenlijke agenda werken we toe naar één actieplan waarmee we de digitale transformatie voor elkaar gaan krijgen.”
AI is geen magic bullet
De position paper van de NFU en NVZ past mooi in het integraal zorgakkoord (IZA), legt Klein Nagelvoort-Schuit uit: “In het IZA hebben we met elkaar afgesproken dat passende zorg de hoeksteen van onze werkwijze wordt. Daar hebben we echter wel gedegen gegevensuitwisseling voor nodig. Gelukkig is in het IZA vastgelegd dat we die gegevensuitwisseling willen versnellen, met of zonder AI.”
Drankier (NFU) schetst dat zowel de beschikbaarheid als kwaliteit van de data op orde moeten zijn. "En patiënten moeten worden meegenomen in het delen van hun data, zodat zij goed begrijpen wat er met hun gegevens gebeurt. Aan die communicatie met de patiënt moeten en willen we veel aandacht besteden."
En dan is er ook nog dat andere enorme probleem in de zorg, vertelt Klein Nagelvoort-Schuit: het personeelstekort. “We missen de komende jaren honderdduizenden mensen en de wachtlijsten zijn nu al veel te lang. Dus moeten we meer kunnen doen met minder mensen. Daar liggen een aantal kansen voor AI, maar AI is geen magic bullet. Dankzij generatieve AI verwachten we op korte termijn een flinke versnelling bij het automatiseren van processen, bijvoorbeeld door AI-ondersteunde geautomatiseerde verslaglegging. Wel blijft de medewerker zelf eindverantwoordelijk. AI kan de administratieve lasten verlichten én bijdragen aan het vergroten van het werkplezier. En dat leidt naar verwachting tot behoud van personeel en minder uitval.”
Kennismaken met AI
Van Vegten: “AI staat in de zorg aan het begin van de innovatiecurve. Dat betekent dat we AI eerst kleinschalig gaan gebruiken om ervan te leren en daarna pas landelijk opschalen. AI-ondersteunde geautomatiseerde verslaglegging en andere toepassingen met large language models zijn interessante manieren waarop zorgmedewerkers kennis kunnen maken met AI. Vanuit die kennismaking kunnen zorgprofessionals vervolgens betrokken worden bij de volgende stappen die zorgorganisaties maken omtrent AI.”
Eén van de belangrijkste randvoorwaarden is het AI-vaardig worden van zorgprofessionals, benadrukt Drankier. Zorgmedewerkers moeten leren hoe ze verantwoord omgaan met AI, zodat ze weten wanneer en hoe ze AI kunnen gebruiken. “Dat is misschien wel de belangrijkste taak om mee te beginnen. Niet alleen omdat het wettelijk verplicht is om zorgprofessionals de benodigde vaardigheden bij te brengen, maar ook omdat het echt belangrijk is voor de succesvolle implementatie van AI-oplossingen in de zorg.”
Safety first
De veiligheid van gezondheidsgegevens is een groot goed, maar overmatige voorzichtigheid kan innovatie bedreigen, meent Van Vegten: “We zijn in de zorg wat terughoudend bij het toepassen van nieuwe technologieën. Dat is niet gek, want we hebben het wel over mensenlevens. Technologieën moeten goed en verantwoord ingezet worden, en dat heeft tijd nodig.”
Klein Nagelvoort-Schuit beaamt dat en vult aan: “De veiligheid van patiënten moet voorop staan. Maar AI is zodanig revolutionair dat het ons in de zorg ontzettend kan gaan helpen. Dat zal niet morgen zijn, maar wel in de komende jaren. En dat betekent dat we nu al bezig moeten zijn met AI, waarbij we juist denken vanuit het perspectief van de mensen die AI zullen moeten gaan toepassen: de zorgmedewerkers.”
En daar speelt VWS ook een belangrijke rol in, stelt Eminović. Drankier voegt hieraan toe: “Het gezamenlijke doel van de NFU en NVZ - en één van de redenen waarom we de position paper hebben laten schrijven – is dat we de implementatie van AI in de zorg verantwoord willen versnellen. Dat doen we het liefst samen, en daar hebben we dus ook VWS en alle andere zorgpartijen bij nodig.”
CV
Susanne van Vegten is voorzitter van de Raad van Bestuur bij Merem Medische Revalidatie en bestuurslid met de portefeuille digitalisering bij de NVZ.
Stephanie Klein Nagelvoort-Schuit is vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van het UMCG, professor Zorg van de Toekomst aan Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de bestuurscommissie Opleiding & Patiëntenzorg bij de NFU.
Petra Drankier is senior beleidsadviseur bij de NFU.
Nina Eminović is senior beleidsadviseur bij de NVZ.