Bij de inzet van zorgtechnologie worden gegevens van cliënten opgeslagen en dat moet volgens de AVG-richtlijnen. In de praktijk blijkt dat beter samen te gaan dan in eerste instantie wordt gedacht, mits organisaties rekening houden met een aantal algemene aandachtspunten. Vanuit het project Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg zijn die punten op basis van gesprekken met zorgorganisaties verwerkt tot vijf praktische adviezen.
Aveleijn is een van de deelnemers aan de Innovatie-impuls en is aangesloten bij het themanetwerk corona en contact op afstand. “Beeldbellen bood een goede mogelijkheid om ook in de coronatijd contact te onderhouden met onze cliënten”, vertelt Tirza de Wilde, projectleider beeldzorg bij Aveleijn. “Maar we kijken naar meer aspecten van zorgtechnologie, bijvoorbeeld domotica.”
Voldoen aan AVG
Bij de toepassing van dergelijke zorgtechnologie moet de organisatie niet alleen kijken naar de meerwaarde ervan voor medewerkers en cliënten, maar ook voldoen aan privacywet AVG. Toch heeft die wet meer te maken met gedrag dan met applicaties, stelt De Wilde.
“Je kunt een applicatie als WhatsApp wel gebruiken voor communicatie met een cliënt of naaste, maar alleen met de afspraak dit niet te doen voor persoonlijke, gevoelige informatie. Daarvoor heb je het ECD, zorgmail of het persoonlijke gesprek. De AVG is geen reden om direct over een technologie of applicatie te zeggen: niet aan beginnen.”
Dit geldt bijvoorbeeld voor een domotica-product als Google Home, dat cliënten zelfstandiger kan maken. Aveleijn heeft na aanvankelijke twijfels hiervoor toch een pilot opgezet. “Daarbij is veel aandacht besteed aan het bewust maken van cliënten hoe ze ermee om moeten gaan”, benadrukt Geert Megens, functionaris gegevensbescherming (FG) bij Aveleijn. “De kern is: gebruik het alleen voor de beoogde dienstverlening – de agendafunctie bijvoorbeeld – en zet het uit als je het niet nodig hebt.”
Vijf adviezen
Esther Roosdorp (senior adviseur bij Vilans) en Ruud de Nooij (innovatie-adviseur bij Academy Het Dorp) ondersteunen vanuit hun expertise deelnemende zorgorganisaties in de Innovatie-impuls. “Wij hebben in dat kader bij zorgaanbieders, onder andere Aveleijn, opgehaald wat de AVG voor hen betekent”, vertelt De Nooij.
Dan komt het gesprek bijvoorbeeld uit op WhatsApp of Google Home, vervolgt Roosdorp. “Van zulke toepassingen zeggen ‘het is niet te vertrouwen’ is te simpel. Het ligt eraan waarvoor je het gebruikt, niet alle informatie is even privacygevoelig. Discussie daarover gaf ons de input voor generieke adviezen over het verantwoord omgaan met zorgtechnologie in relatie tot de AVG.”
Dat zijn er vijf:
• Benoem en beleg rollen binnen de organisatie;
• Regel verantwoordingsplicht;
• Zorg voor goede borging van rollen en rechten,
• Maak werkafspraken
• Richt het proces in.
Lees het hele artikel in editie 2 van ICT&health, die op 15 april verschijnt.