Het vroegtijdig signaleren van onbegrepen gedrag bij mensen die aan dementie lijden, denk aan bewegingsonrust, dwalen, roepen en agressie, is van groot belang om verdere escalatie te voorkomen. Sensoren kunnen daarbij helpen. Het Universitair Netwerk Ouderenzorg UMCG (UNO-UMCG) gaat hier onderzoek naar doen. Aan het onderzoek doen ook het lectoraat Sensors & Smart Systems van het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool Groningen en een aantal zorgorganisaties mee.
In de zorg is het gebruik van sensoren, onder andere voor het op afstand monitoren van de gezondheid van patiënten, al behoorlijk ingeburgerd, ook in de ouderenzorg. Denk bijvoorbeeld aan voor het meten van temperatuur of druk, maar ook huidweerstand, hartslag, hartslagvariabiliteit en geluid. Andere voorbeelden zijn de inzet van bewegingssensoren om inzicht te krijgen in hoe patiënten zich rond hun woning verplaatsen en de druksensoren in een ‘slim’ matras. Sensoren worden vaak voor een specifiek doel ontwikkeld en zijn meestal eenvoudig aanpasbaar. Onderzocht wordt nu of deze sensoren ook ingezet kunnen worden voor het signaleren van onbegrepen gedrag.
Sensoren voor onbegrepen gedrag
De metingen die de sensoren in bovenstaande voorbeelden uitvoeren, kunnen daarnaast ook indicatoren zijn van onbegrepen gedrag. Geluid van cliënten, maar ook geluiden in de omgeving, kunnen een aanwijzing zijn voor het ontstaan van dergelijk gedrag. Het vroegtijdig signaleren van onbegrepen gedrag, liefst al bij de eerste signalen daarvan, geeft zorgprofessionals de kans om verdere escalatie voorkomen door snel te handelen.
Doel van het onderzoek dat nu gestart wordt is de ontwikkeling van een waarschuwingssysteem dat met behulp van sensortechnologie onbegrepen gedrag ziet aankomen. “We weten bijvoorbeeld dat agressie zich opbouwt: mensen ervaren eerst angst en onzekerheid, worden onrustig en dat kan dan weer escaleren in agressie”, zegt professor Sytse Zuidema, hoogleraar Ouderengeneeskunde en Dementie in het UMCG.
In het onderzoek zal de focus gelegd worden op het in de praktijk inzetten van sensortechnologie. "Praktijkkennis is cruciale input voor het bouwen van een waarschuwingssysteem. We willen verzorgenden betrekken, om te weten voor welk gedrag van een bepaalde bewoner ze gewaarschuwd willen worden. We hopen de kennis over omgaan met onbegrepen gedrag ook te vergroten onder de huidige en toekomstige zorgprofessionals”, aldus professor Zuidema.
Tijdig inspelen op onbegrepen gedrag kan verschillen per type gedrag en per patiënt. Daarnaast gaan de onderzoekers ook in kaart brengen hoe zorgprofessionals daarmee omgaan. "Ons gezamenlijke onderzoek gaat verder dan de inzet van sensortechnologie. Alleen waarschuwen heeft geen zin als je er vervolgens niks mee doet. Er zijn wel richtlijnen over omgaan met onbegrepen gedrag, maar de adviezen zijn vrij algemeen en gebaseerd op de gemiddelde bewoner. Niemand is gemiddeld", vertelt Zuidema.
Privacy bewaken
Het met sensoren monitoren van het gedrag van patiënten met dementie roept natuurlijk ook vragen op omtrent de privacy van cliënten. Lector Heinrich Wörtche van de Hanzehogeschool Groningen zegt daarover dat het niet de bedoeling is, of moet zijn, om in de toekomst alle gedrag van alle cliënten met dementie in verpleeghuizen te gaan monitoren.
"Ik denk dat sommige mensen zich daar zorgen over maken. De inzet van sensoren in ons onderzoek richt zich op mensen die eerder onbegrepen gedrag hebben vertoond dat escaleerde. Escalaties zijn voor niemand prettig, zeker ook niet voor de verpleeghuisbewoner zelf. We hopen dat de sensoren en het omgaan met onbegrepen gedrag uiteindelijk meer rust en comfort brengen in het verpleeghuis, zowel voor de bewoners als voor de medewerkers”, aldus Wörtche.