Een app voor beenprothese­gebruikers

21 februari 2017
Een app voor beenprothese­gebruikers
Apps

Door het stijgen van het aantal ouderen in Nederland zal ook het aantal beenamputaties toenemen. Na de genezing van de amputatiewond kan een cliënt in aanmerking komen voor een beenprothese. Een beenamputatie heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van een cliënt, zowel vanuit het oogpunt van fysieke, sociologische en psychische veranderingen na een amputatie.

Een goede begeleiding tijdens de revalidatieperiode bij beenamputaties is gewenst, hoewel door bezuinigingen in de zorg de mogelijkheden van deze begeleiding steeds beperkter worden. Dit resulteert in minder één op één contact, wat leidt tot verlies aan informatieverstrekking en fysieke oefeningen voor de cliënt. Orthopedisch technologen geven aan dat zij regelmatig prothesegebruikers uit het oog verliezen, waardoor er geen goede nazorg geleverd kan worden. Om op afstand contact te behouden met cliënten, wordt er steeds meer gebruik gemaakt van online zelfmanagement door middel van digitale technologie zoals applicaties (apps) voor smartphones en tablets. Voor de groep beenprothesegebruikers is online zelfmanagement nieuw. De firma George in der Maur uit Groenekan heeft een app genaamd “Beenamputatie en prothese” voor deze doelgroep ontwikkeld, die in oktober 2015 is gelanceerd. Deze app bevat zes thema’s die de beenprothesegebruiker kunnen begeleiden in het zelfmanagement.

Onderzoek

In het kader van de evaluatie van de app bij potentiële eindgebruikers, is onderzocht welke bevindingen beenprothesegebruikers hebben ten aanzien van de app ten behoeve van zelfmanagement. Door middel van interviews van 11 beenprothesegebruikers, in verschillende leeftijdsgroepen en verschillende amputatiesniveaus, verzamelden de onderzoekers gebruikersinformatie. De werving van deelnemers vond plaats via de Hoogstraat Orthopedietechniek en de landelijke vereniging van geamputeerden “Korter maar Krachtig”. Onderwerpen waar tijdens de interviews over gesproken werd, zijn: kwaliteit van leven, zelfmanagement en de “Beenamputatie en prothese”-applicatie.
EEN BEPERKING AAN DIT ONDERZOEK IS DAT DE DEELNEMERSPOPULATIE VOORNAMELIJK ERVAREN EN ACTIEVE BEENPROTHESE- GEBRUIKERS BEVAT.

Resultaten

In het onderzoek komen vijf domeinen naar voren.
  • Het eerste domein, kwaliteit van leven, gaat over het verkrijgen van een optimale kwaliteit van leven na een amputatie. Fysieke activiteiten zijn erg belangrijk en deelnemers geven aan dat zelfvertrouwen een belangrijk onderdeel is van het optimaal functioneren met een prothese. Sociologische veranderingen worden gekoppeld aan fysieke en psychische aspecten. Dat blijkt uit de uitspraak: “Ja mensen ehh, kijk doordat ze niet goed kunnen functioneren dan zijn ze sociaal ook niet actief, want ze gaan snel binnen zitten.”
  • Het tweede domein is nazorg, waarbij het contact met de zorgverleners geschetst wordt. De hoeveelheid contact met zorgverleners is erg verschillend onder de deelnemers. Er wordt aangegeven dat de informatievoorziening richting de cliënt verbeterd mag worden. Zo blijkt uit het onderzoek dat de informatievoorziening te veel op één moment berust. Door de informatie te spreiden of te herhalen zal deze beter te begrijpen zijn voor de cliënt. Verder geven respondenten aan dat er te weinig kennis betreft prothesiologie is bij verpleegkundigen. “Ik vind dat zeker iets waarin kennis lijkt te ontbreken, bij verzorgers hoe een prothese direct aangetrokken moet worden en zo.”
  • Zelfmanagement is het derde domein. Dat betreft bevindingen over het functioneren van beenprothesegebruikers gedurende en na het revalidatietraject. Er wordt gezegd dat er weinig kennis is onder beginnende prothesegebruikers met betrekking tot de prothesiologie. Ook werd benoemd dat het lastig kan zijn voor beenprothesegebruikers om te bepalen welke zorgverleners benaderd moeten worden. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de volgende uitspraak: “Wanneer ga je de huisarts bellen, wanneer de revalidatiearts en wanneer de instrumentmaker? Dat moet je echt leren hoor!”
  • Binnen het vierde domein worden bevindingen rondom de huidige app besproken. Zo is er aangegeven dat beginnende beenprothesegebruikers, geriatrische beenprothesegebruikers, mantelzorgers en verpleegkundigen de doelgroep van de huidige app zijn. De huidige informatie wordt als simpel ervaren en mag meer onderbouwd worden, zodat de informatie meer inhoud krijgt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het kopje tips. Zoals een deelnemers zei: ‘Zorgen voor? Wat bedoelen ze daarmee?’ Iedere week naar de pedicure of iedere maand naar de pedicure. Het moet wat meer inhoud hebben. Kijk, dit is gewoon best wel loos!”. Door de huidige informatie meer inhoud te geven, zal deze meer aanspreken tot de gebruiker. Tevens kunnen literatuurverwijzingen een bijdragen geven aan het vertrouwen van cliënten in de app.
  • Het laatste domein omvat suggesties op de huidige smartphone-app. Het integreren van een chatfunctie in de app is een prettige toevoeging aan de app. Wel twijfelen de onderzoekers of het toepassen van een dergelijke functie realiseerbaar is in verband met de werkdruk van zorgverleners. Daarom wordt een computergestuurde chatfunctie of het linken aan het forum van Korter Maar Krachtig als mogelijke alternatieven gegeven. Ook is het toepassen van een activiteitenfunctie volgens deelnemers erg belangrijk. Denk hierbij aan een stappenteller of calorieverbruik-meter. Tot slot wordt geadviseerd de app persoonlijker te maken, door bijvoorbeeld persoonlijke gegevens in te kunnen vullen en de app onder te verdelen in subgroepen.