High Tech, Human Touch

5 oktober 2018
High Tech, Human Touch
eHealth

Ondanks alle potentiële en daadwerkelijke voordelen van e-health bestaat er nog steeds een kloof tussen het gewenste en daadwerkelijke gebruik van technologie in de gezondheidszorg. Eén van de redenen daarvoor is dat bij zorgprofessionals zoals artsen, psychologen en verpleegkundigen het enthousiasme nogal eens ontbreekt. Ook heeft niet iedereen de noodzakelijke technische vaardigheden en de motivatie om de benodigde kennis te ontwikkelen.

Daarnaast wordt er vaak niet voldoende stilgestaan bij de rolverandering die de integratie van technologie in de dagelijkse werkzaamheden met zich meebrengt. Behalve zorgprofessionals weten beleidsmedewerkers ook niet altijd hoe ze de zeer complexe processen rondom ontwikkeling en implementatie van e-health het beste aan kunnen vliegen. Voor dit type probleem zijn al meerdere oplossingen bedacht, met wisselend succes.

E-health in onderwijs onderbelicht

Een gebied dat onderbelicht is gebleven, is het onderwijs in e-health aan toekomstige zorgprofessionals. In verrassend veel zorgopleidingen komt e-health niet of amper aan bod, terwijl een groot deel van deze studenten wel degelijk met technologie zullen gaan werken. Het Centre for eHealth and Wellbeing Research (CEWR) van de Universiteit Twente (UT) geeft echter al sinds 2005 vakken die volledig gericht zijn op e-health.

Dit onderwijs is de afgelopen jaren sterk interdisciplinair geworden en geïnternationaliseerd. Zo is een gratis online cursus (MOOC) ontwikkeld en een internationaal lesboek waar experts uit meerdere landen aan mee hebben geschreven. In dit artikel wordt uitgelegd hoe UT-studenten opgeleid worden tot professionals die in hun toekomstige baan als e-health-ambassadeur kunnen functioneren.

Het CEWR verzorgt onderwijs in onder andere de mastertracks Health Psychology & Technology (HPT), de klinische track Positive Psychology & Technology (PPT) en de Health Sciences mastertrack Persuasive Monitoring & Coaching. Ook begeleiden docenten jaarlijks talloze bachelor- en mastertheses en wordt onderwijs in de bachelor Psychologie verzorgd.

Kennismaken met e-health

In het onderwijs maken studenten op verschillende manieren kennis met e-health. Zo ontwikkelen tweedejaars bachelorstudenten in nauwe samenwerking met patiënten een prototype voor een e-health interventie, zodat ze leren om goed samen te werken met belangrijke stakeholders. In het mastervak voor toekomstige klinisch psychologen wordt gebruik gemaakt van zogenaamde ‘microlectures’ die studenten thuis kunnen kijken. In de werkcolleges wordt aandacht besteed aan het ervaren van en reflecteren op verschillende e-health-technologieën. Zo doen studenten niet alleen kennis, maar ook vaardigheden op.  In de Health Sciences mastertrack krijgen studenten interactieve hoorcolleges die nauw samenhangen met ander onderwijs, waaronder een cursus waarin studenten samenwerken met jonge onderzoekers aan lopende studies. Daarnaast wordt aandacht besteed aan interdisciplinair samenwerken: in een mastervak ontwikkelen psychologiestudenten samen met studenten van de opleiding Creative Technology een persuasieve e-health technologie.

Ook zijn docenten van het CEWR betrokken bij een minor waarin studenten uit verschillende bachelors tien weken aan een casus werken die is aangeleverd door een extern bedrijf of instelling. Daarnaast worden cursussen gegeven voor zorgprofessionals via www.nehs.nl. Hoewel de vorm en aard van alle vakken en cursussen van elkaar verschillen staat altijd centraal dat studenten niet alleen kennis opdoen, maar ook inzicht krijgen in de praktijk, en vaardigheden voor ontwikkeling, implementatie in de praktijk en evaluatie aanleren.

TWENTE WIL ‘HIGH TECH, HUMAN TOUCH’ STUDENTEN’AFLEVEREN

Gratis online cursus

Naar aanleiding van deze ervaring met e-health onderwijs heeft het College van Bestuur het CEWR in 2015 gevraagd om een ‘massive open online course’ (MOOC) op het platform FutureLearn te ontwikkelen. Via deze gratis online cursus kan kennis niet alleen met studenten, maar ook met geïnteresseerden van over de hele wereld gedeeld worden.

De basisprincipes achter het online onderwijs zijn gelijk aan het face-to-face onderwijs: nadruk op de relatie tussen mens, technologie en context en het opdoen van kennis, inzicht en vaardigheden. Om die reden wordt er in deze online cursus, genaamd ‘eHealth: combining psychology, technology & health’ gebruik gemaakt van meerdere onderwijsvormen.

Natuurlijk bevat de cursus geschreven teksten met afbeeldingen ter illustratie, maar ook wordt onder andere gebruik gemaakt van korte video’s met casussen of uitleg, quizzen om kennis te testen en een online prikbord waarop zelfgemaakte prototypes gedeeld kunnen worden. Verder worden deelnemers actief uitgenodigd om discussies met elkaar aan te gaan.

De cursus bestaat uit zes weken met telkens een ander onderwerp:

  • Wat is e-health?
  • Hoe kunnen we technologie en     gezondheidszorg combineren?
  • Hoe kunnen we aantrekkelijke designs creëren?
  • Hoe kunnen we gedrag veranderen met technologie?
  • Hoe kunnen we mensen en organisaties helpen met het gebruiken van e-health?
  • Waarom en hoe werkt e-health?

Op het moment van schrijven heeft de cursus acht keer gelopen en hebben rond de 22.000 mensen uit landen zoals Kenia, Noorwegen, Australië en Mexico zich ingeschreven. Dankzij de MOOC hebben meerdere studenten zich aangemeld voor een van de opleidingen van de UT. Ook gebeurt het regelmatig dat onderzoekers van andere universiteiten contact opnemen naar aanleiding van de online cursus.

Multidisciplinaire aanpak

De volgende professionaliseringsslag in het e-health onderwijs kwam in de vorm van een internationaal lesboek over de multidisciplinaire aanpak van e-health, ontwikkeld door het CEWR. Dit samengestelde boek, ‘eHealth Research, Theory & Development: a Multidisciplinary Approach’ bestaat uit vijftien hoofdstukken geschreven door internationale experts. Het boek werd gepresenteerd op het ‘Supporting Health by Technology’ congres op 1 juni 2018.

Om het leerproces te ondersteunen, bevat elk hoofdstuk onder andere een korte inleiding met leerdoelen, een heldere paragrafenstructuur, afbeeldingen en voorbeelden ter illustratie, een puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste conclusies van het hoofdstuk, en suggesties voor relevante bronnen. Verder heeft het boek een begrippenlijst en een index voor kernwoorden. Op dit moment wordt het boek voor het eerst op grote schaal in onderwijs op de UT gebruikt.

Om gebruik te maken van het ‘flipped classroom’ principe, zijn voor alle hoofdstukken uit het boek nieuwe, professionele microlectures gemaakt: korte video’s waarin de inhoud van het hoofdstuk besproken wordt. Studenten kunnen deze video’s in hun eigen tijd bekijken en komen voorbereid naar colleges waar dieper ingegaan kan worden op de stof, voorbeelden en vaardigheden.