Durf buiten kaders te treden

vr 12 april 2019
Durf buiten kaders te treden

In de afgelopen jaren heb ik vele innovators ontmoet. Het is een hechte gemeenschap die elkaar opzoekt, want je staat er vaak alleen voor in je organisatie. Eén van de redenen dat we contact met elkaar hebben, is natuurlijk het uitwisselen van kennis. De rol van innovator kent mogelijkheden, maar ook vele uitdagingen. Twee innovators vallen op omdat ze in korte tijd succes hebben geboekt: Evelien Rondhuis, manager kwaliteit en innovatie bij Aveleijn en Erwin Pfeiffer, zorgtechnoloog bij Triade Vitree. Zeven basisingrediënten vormen het fundament voor hun succesvolle innovatie-aanpak

Creëer draagvlak in de organisatie
Raden van bestuur van zorginstellingen beseffen dat als ze toekomstbestendig willen zijn, innovatie het sleutelwoord is dat antwoord kan geven op vraagstukken als krapte op de arbeidsmarkt en de toenemende complexiteit van de zorgvraag. Dit was voor Avelijn aanleiding om innovatie prominent op de agenda te zetten. Zo kwam Evelien Rondhuis bijna drie jaar geleden bij Aveleijn terecht met de opdracht om zorgtechnologie binnen de organisatie te ankeren.

De organisatie kent een duidelijke missie, visie en kernwaarden, waaromheen Rondhuis haar innovatieprogramma kon vormgeven. De kernwaarden zijn ruim vier jaar oud en inmiddels verankerd in het DNA van iedere medewerker. Daarnaast betrok Rondhuis vanaf de start andere stakeholders, zoals cliënten, verwanten en het zorgkantoor bij het opstellen van het programma.
“Draagvlak in en rondom de organisatie vormt dé basis voor een goed innovatieprogramma” stelt Rondhuis. Erwin Pfeiffer beaamt dit. Zo voerde hij vele 1-op-1 gesprekken om het verhaal over innovatie uit te leggen: wat bedoelen we ermee en wat is het belang ervan? Zo was de Centrale Cliëntenraad bij Triade Vitree in eerste instantie terughoudend op de invoering van beeldzorg. “Door het gesprek goed te voeren haal je de angsten weg en komt er ruimte voor kansen”, zegt Pfeiffer.

Zorg voor mandaat, budget en vertrouwen
Als je kijkt naar de positie van succesvolle innovatoren in een organisatie, dan valt meteen iets op: zij beschikken over mandaat, budget en vertrouwen van hun leidinggevende. Bij Triade Vitree is ervoor gekozen om innovatie uit de dagelijkse ICT te halen en onder de Raad van Bestuur te positioneren.
Pfeiffer kreeg het vertrouwen van zijn bestuurder door hem als het ware carte blanche te geven. “De vrijheid om als innovator mijn werk te doen, heb ik nodig. Een bestuurder moet je voldoende rugdekking geven, want als innovator heb je het vaak al zwaar genoeg.”

Rondhuis geeft aan dat rechtstreekse beschikking over budget slagkracht geeft en dat is noodzakelijk als je met innovatie bezig bent. Toch is budget niet zaligmakend. “Ik ben onze uitleenservice gestart met afgeschreven iPads waar apps goed op draaien”, zegt Rondhuis. “Dus slim met je budget omgaan is ook van belang.”

Focus in je programma
Als innovator is het heel verleidelijk om met allerlei technologische toepassingen aan de slag te gaan. Daarom heeft Rondhuis eerst gekeken naar: wie is Aveleijn, waar staan ze nu, wat is de huidige context, wat past bij hen en wat willen ze bereiken? Door antwoord te geven op deze vragen ontstond het innovatieprogramma dat tot en met 2020 loopt en werd de ambitie met de doelstellingen verbonden.

Het programma bestaat uit drie D’s: Durven, Denken en Doen. Daarin staat steeds het vraagstuk van de cliënt centraal. Aveleijn wil geen koploper zijn, maar de focus van het programma leggen op het versnellen van bestaande technologie.

Triade Vitree heeft wel de koplopersambitie. Het jaarplan kent vier pijlers. Eén daarvan is het vergroten van de zelfstandigheid van de cliënt middels technologie. Ook wil Triade zorgtechnologie aantrekkelijk maken voor de medewerkers.

Zorgtechnologie is geen gadget, maar zorginterventie

Pfeiffer geeft als voorbeeld het intuïtiever maken van software. “Leveranciers moet je op het hart drukken om technologie gebruiksvriendelijk te maken. Neem WhatsApp als voorbeeld: iedereen gebruikt het en niemand volgt er een cursus voor.”

Sluit aan bij relevante netwerken
Zowel Pfeiffer als Rondhuis zien het belang in van slim samenwerken met andere partners zodat ze het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden. Dit kunnen kennisnetwerken, scholen of andere zorginstellingen zijn.

Volgens Pfeiffer is het ook goed om je eens buiten je eigen vertrouwde ‘zorgnetwerk’ te oriënteren: “De meeste wielen zijn er al, maar als je echt iets vernieuwends wilt vinden, dan moet je buiten je sector kijken.” Dat is volgens hem ook de rol die je als innovator hebt: out-of-the-box denken en buiten kaders durven treden.

Pfeiffer en Rondhuis hebben veel profijt van deelname aan VG-innovators. Dit is een netwerk in de verstandelijk gehandicaptenzorg waarin vrijblijvend kennis wordt gedeeld en dat inmiddels is uitgegroeid tot ruim 50 innovators. Ook is Avelijn aangesloten bij het Digital Health Center om implementatie van zorgtechnologie te versnellen en heeft Triade Vitree een samenwerking met drie andere zorginstellingen om 24/7 beeldzorg te bieden aan meer dan 1.000 cliënten.

Creëer vanuit een innovatiecultuur
Zonder kennis van wat er allemaal mogelijk is op het gebied van zorgtechnologie, gaan cliënten en medewerkers niet uit zichzelf bedenken hoe zij dit in de praktijk kunnen brengen. Daarom is het belangrijk hen te laten ervaren, voelen en proeven wat technologie doet en kan.

Rondhuis en Pfeiffer hebben beiden een ‘beleefkoffer’ met e-health toepassingen op verschillende locaties en in teamoverleggen rond laten gaan. Dit bleek een gouden greep. Aveleijn organiseerde bovendien al twee keer een innovatiemarkt waar 400 mensen op af kwamen.

Door innovatie op deze manier op de werkvloer te brengen, ontstaat er een positieve houding ten opzichte van technologie. Medewerkers en cliënten raken enthousiast over de verschillende mogelijkheden en koppelen een zorgvraag uit de dagelijkse praktijk meteen aan een stukje technologie dat hen kan helpen.

Aveleijn ging nog een stap verder en zette een fysiek en mobiel Living Lab op, waar ze met vraagstukken van de werkvloer aan de slag gaan. “We krijgen steeds meer vragen”, vertelt Rondhuis. “Voor nieuwe toepassingen starten wij ons testproces met monitoring en evaluatie. Bij succes blijft de toepassing op locatie.”

Aveleijn ging nog een stap verder en zette een fysiek en mobiel Living Lab op, waar ze met vraagstukken van de werkvloer aan de slag gaan. “We krijgen steeds meer vragen”, vertelt Rondhuis. “Voor nieuwe toepassingen starten wij ons testproces met monitoring en evaluatie. Bij succes blijft de toepassing op locatie.”