Relatief nieuw binnen de gezondheidszorg zijn de functies van Chief Nursing Information Officer (CNIO) en Chief Medical Information Officer (CMIO). Wat doen ze eigenlijk? Wat zijn verschillen? Op welke manier werken ze wel of niet samen? De masteropleiding Advanced Health Informatics Practice¹ (AHIP) van hogeschool Inholland organiseerde op dinsdag 14 februari het webinar “CNIO en CMIO: The Final Battle?’’, waarbij een CNIO en CMIO met elkaar in gesprek gingen onder leiding van docent en onderzoeker Ybranda Koster.² ICT&health was erbij en heeft voor u enkele interessante gespreksmomenten eruit gelicht.
Aanwezig zijn Mark Friebel, CMIO en KNO-arts in het Albert Schweitzer Ziekenhuis, en Gert de Marie, CNIO en IC-verpleegkundige in het Haaglanden Medisch centrum.
Friebel is sinds 5 jaar CMIO en omschrijft zijn functie als volgt: “Ik vervul de brugfunctie tussen de medische staf, de ICT, maar ook de andere stafafdelingen als de KV&I (Kwaliteit, Veiligheid en Innovatie) en de BI (Bedrijfsinformatie), om zo goede resultaten voor het ziekenhuis te behalen op het vlak van informatietechnologie.”
De Marie is sinds 2 jaar CNIO en geeft aan: “Net als Mark zie ik mijn functie als een brugfunctie tussen de primaire zorg, het primaire zorgproces, en alle ICT-componenten die bij het beroep van verpleegkundige komen kijken.”
Kunnen jullie voorbeelden geven van projecten waar jullie je mee bezig houden?
De Marie: “Ik denk dat de meeste CNIO-functies net als in mijn geval voortkomen uit een ontwikkeling of update van het elektronisch patiëntendossier (EPD). Ik heb bij de vernieuwing van ons EPD van Chipsoft de rol vervuld van product manager voor de werkstroom verpleegkundigen. Daarnaast heb ik me de afgelopen tijd bezig gehouden met de implementatie van smartphones voor de zorgmedewerkers. Iedere verpleegkundige krijgt een smartphone, maar je moet je dan ook afvragen wat dat betekent voor het werkproces, en welke applicaties gebruikt gaan worden: bijvoorbeeld hoe de Chipsoft HiX app de verpleegkundige kan ondersteunen.”
“Het derde grote project waar ik het afgelopen jaar mee bezig ben geweest, is het creëren van complete mobiele werkplekken voor verpleegkundigen. Daar zitten slimme medicatielades in, en integratie van vitale waardes die direct naar het dossier van een patiënt worden gestuurd.”
Friebel: “Ook ik ben vanuit de rol als EPD-dokter CMIO geworden. Ik zie wel dat het in deze rol ook belangrijk is om je bezig te houden met strategie. Als ziekenhuis hebben we ook een eigen digitale strategie. Daarbij vertegenwoordig ik de artsen door mee te denken over thuismonitoring, maar ook over het digitaliseren van het poliproces en VIPP-5, de digitale gegevensuitwisseling en de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Hiervoor drink ik ook veel kopjes koffie, om mensen bij elkaar te brengen. Maar het is ook heel belangrijk te zorgen dat een digitale oplossing voor de werkvloer werkbaar is. Vaak wordt gekozen voor een product in plaats van de analyse van een probleem waar een oplossing voor moet komen. Hierbij wordt niet altijd gekeken is of deze oplossing wel passend is voor de artsen, verpleegkundigen of medewerkers. In mijn rol is het belangrijk ervoor te waken dat oplossingen niet ontzettend veel tijd kosten en gebruiksvriendelijk voor de eindgebruikers zijn.”
In hoeverre hebben jullie elkaar nodig als CMIO en CNIO?
Friebel: “Ik heb ervoor gestreden dat ons ziekenhuis ook een CNIO kreeg. Als we kijken naar de hoeveelheid eindgebruikers en medewerkers binnen het ziekenhuis, is de groep verpleegkundigen heel groot, waarbij zij essentieel zijn voor de goede zorg voor de patiënten. Mijn beschikbare tijd als CMIO, naast mijn werk als KNO-arts, is anderhalve dag per week. Die tijd wordt volledig opgeslokt door digitaliseringsprojecten die voor de artsen relevant zijn. Om voor de belangen van verpleegkundigen op te komen is het dus heel belangrijk dat er ook een CNIO is.”
De Marie: “De medische staf binnen het ziekenhuis is vaak al goed georganiseerd. Die heeft een prominente plek en een stem. Het is dan heel fijn wanneer je als CNIO ook aan de beleidstafel zit om plannen te maken en beleid uit te stippelen, als vertegenwoordiger van die hele grote groep verpleegkundigen. Het is fijn om zij aan zij met de CMIO de grootste groepen zorgmedewerkers en eindgebruikers te vertegenwoordigen wanneer bijvoorbeeld een ICT afdeling, met de beste bedoelingen, dingen wil introduceren binnen het ziekenhuis. Want iedereen wil toch vanuit het eigen perspectief het beste voor de patiënt en voor de eigen beroepsgroep.”
Welke competenties heb je vooral nodig als CMIO of als CNIO?
Friebel: “Het is belangrijk dat je mensen kunt motiveren. Je moet ook een beetje verandermanager zijn. Je moet kunnen afstemmen met stakeholders, en de juiste mensen met elkaar verbinden. Ik heb gemerkt dat het belangrijk is dat je laagdrempelig benaderbaar bent en blijft. Ik ben als CMIO eerst een ronde gaan maken langs de verschillende (staf)afdelingen, waaronder projectbureau, KV&I, medische fysica en ook informatiemanagement en functioneel beheer, de ICT-afdeling. Ik probeerde me juist niet te veel aan één van die stafafdelingen of specialismen te verbinden, maar breed te blijven kijken en vooral te snappen hoe de paden en de olifantenpaadjes lopen, en te kijken hoe mensen en afdelingen aan elkaar verbonden kunnen worden. Hiernaast is het denk ik ook belangrijk dat je als CMIO verbonden blijft met het werkveld door als medisch specialist patiëntenzorg te blijven leveren.”
Iedereen wil vanuit het eigen perspectief het beste voor de patiënt en de eigen beroepsgroep
De Marie: “Dit klinkt heel herkenbaar. Ik denk dat je als CNIO inderdaad moet kunnen helpen veranderen en moet kunnen netwerken. Er zijn geen specifieke opleidingseisen voor de functie: de master Advanced Health Informatics Practice is een goede vooropleiding, en er zijn ook andere mogelijke vooropleidingen. Ik ben het met Mark eens dat je zelf met je voeten in de klei moet blijven staan. Ik werk nog minimaal een dag per week op de Intensive Care, waarbij ik eindgebruiker ben van alle systemen. Ik blijf hiermee benaderbaar voor collega’s, spreek collega’s en ben bezig met het primaire zorgproces door directe patiëntenzorg te leveren. Ik zoek altijd naar ‘What’s in it for us’. Dat is een belangrijke succesfactor om een groep mee te krijgen. Je moet kunnen laten zien dat die computer voor jou werkt en niet andersom. Dat wanneer ik iets op een nieuwe manier met behulp van ICT of technologie inregel, het minder tijd kost, zodat ik meer tijd over heb voor directe zorg voor mijn patiënt.”
Jullie werken beiden in het ziekenhuis. Zijn er andere sectoren waarbinnen de CNIO en de CMIO een belangrijke rol kunnen spelen?
De Marie: “In de VVT zijn CNIO’s al steeds meer aanwezig. Daar doen ze hetzelfde als wat wij binnen de cure doen: ze houden zich onder andere bezig met gegevensuitwisseling, en zij werken natuurlijk ook met een elektronisch patiëntendossier. Daarnaast wordt in de wijkverpleging en in verpleeghuizen steeds meer gewerkt met telemonitoring.”
Friebel: “Binnen de revalidatie is de CMIO al helemaal geïncorporeerd. Zij hebben hele korte lijnen met elkaar, ook binnen het landelijk netwerk. Als we kijken naar de eerste lijn, dan is daar wel een ontwikkeling gaande, waarbij er ook een eigen netwerk voor de CMIO’s eerste lijn is. Ik heb bij onze regionale huisartsengroepen al eens gepolst of zij niet een CMIO moeten aanstellen, omdat er heel veel uitwisseling van gegevens is van het ziekenhuis richting huisarts en andersom, en ook met de ambulance en de VVT, maar zover is het nog niet. Je ziet dat huisartsengroepen zich steeds meer professionaliseren en een eigen bestuur hebben en een medische board, maar er is nog lang niet altijd iemand met een ICT-portefeuille. Daar valt denk ik nog winst te behalen.”
Deze ‘battle’ eindigt met de conclusie dat de CNIO en de CMIO elkaar vooral hard nodig hebben. Wilt u meer van dit gesprek weten? Bekijk dan de opname (zie qr-code bij Referenties).