CTcue maakt onderling delen vanqueries mogelijk

vr 12 april 2024
CTcue maakt onderling delen vanqueries mogelijk
AI
Premium

Hoe effectief zijn dure geneesmiddelen in werkelijkheid, in vergelijking met de trial? Worden deze dure geneesmiddelen bij de juiste patiënten en op de juiste manier ingezet? En zijn alle processen in het ziekenhuis rondom dure geneesmiddelen in orde? De informatie is er om deze vragen te beantwoorden. Maar het kost artsen en apothekers veel tijd om die data handmatig uit het elektronisch patiëntendossier (EPD) te halen. Het HagaZiekenhuis gebruikt daarom CTcue.

Met CTcue kunnen AVG-proof queries (zoekopdrachten) worden gemaakt waarmee zorgprofessionals data uit EPD’s kunnen halen. Deze queries kunnen vervolgens worden gedeeld met andere ziekenhuizen voor onderzoek en kwaliteitsverbetering. 

Apotheker Jesper van Breeschoten heeft binnen het HagaZiekenhuis de opdracht om zorg- evaluatie te stimuleren en waar mogelijk de zorg te optimaliseren aan de hand van data uit het EPD. Hiertoe moet hij snel en veilig dossiers kunnen doorzoeken en ook informatie uit vrije teksten kunnen halen. 

“CTcue is voor zover ik weet op dit moment de enige tool die voldoet aan deze voorwaarden”, stelt Van Breeschoten. “Het is bovendien gemakkelijk te gebruiken en wordt al door veel ziekenhuizen omarmd. Daarnaast kunnen ziekenhuizen met CTcue onderling queries delen zonder dat ze daarmee patiëntgegevens delen.” Je deelt met een query namelijk alleen de zoektermen waarmee een ander ziekenhuis zijn vraag heeft kunnen beantwoorden. Daardoor hoeven er geen documenten getekend te worden voor het delen van data.  

Optimalisatie van zorg

Met ondersteuning van data uit het EPD, geëxtraheerd met CTcue, heeft Van Breeschoten samen met collega Chang Chui onder meer de farmaceutische zorg op de dagbehandeling van het HagaZiekenhuis geoptimaliseerd. 

“Vanwege het groeiende aantal patiënten en de wachtlijsten hebben we bekeken wat er efficiënter kon, zonder dat dit ten koste ging van de kwaliteit”, vertelt hij. “Kunnen sommige geneesmiddelen bijvoorbeeld versneld toegediend worden, zonder dat patiënten daardoor een reactie op de infusie ontwikkelen? Of kan – als er zowel een intraveneuze als subcutane toediening van het geneesmiddel bestaat - overgegaan worden op de subcutane toediening?”

Op basis van literatuurgegevens, gecombineerd met gegevens over de eigen patiënten, hebben Van Breeschoten en Chang Chiu dossiers gemaakt die ze met de specialisten hebben besproken en zo beslissingen genomen. “Het prettige is dat je met CTcue naar je eigen patiëntpopulatie kunt kijken in plaats van dat je alleen gegevens uit de literatuur hebt. Deze combinatie trekt specialisten over de streep, merken we.”

Real world evidence

CTcue wordt in het HagaZiekenhuis ook veel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Loes Visser, ziekenhuisapotheker en epidemioloog, begeleidt een aantal promovendi binnen de onderzoekslijn Real World Evidence. Trialresultaten van nieuwe geneesmiddelen geven namelijk niet altijd een goed beeld van de effectiviteit in de dagelijkse praktijk, omdat patiënten in trials relatief fit zijn. 

Zo heeft apotheker en PhD student Hanieh Abedian Kalkhoran in samenwerking met het LUMC de patiëntkenmerken en de effectiviteit vergeleken van een duur geneesmiddel bij longkanker tussen trial- en ziekenhuispatiënten. Visser: “Daarbij zagen we opvallende verschillen: onze patiënten waren ouder, waren vaker vrouw, het waren meer rokers en ze hadden vaker een hogere ziektelast. Maar ondanks deze verschillen bleken onze patiënten wel even lang te leven als de trial-deelnemers en met een langere tijd tot ziekteprogressie. Het doel van dit onderzoek was om dure geneesmiddelen meer op maat toe te passen. Met CTcue kun je relatief eenvoudig op zoek naar subgroepen met een betere of juist een verminderde effectiviteit.”

Visser is enthousiast over de tool. “Mijn hele carrière heb ik me eraan geërgerd dat we zo weinig data uit patiëntendossiers haalden, terwijl er zoveel waardevolle informatie inzit. Dus toen ik een aantal jaar geleden kennismaakte met CTcue, dacht ik meteen: dit moeten we hebben. Het is een heel goed instrument voor zorgevaluaties en wetenschappelijk onderzoek. Ook voor studenten die bij ons een onderzoeksstage doen. Zij hebben geen behandelrelatie met onze patiënten en dus geen toegang tot dossiers. Met CTcue kunnen ze op AVG-proof wijze toch data in de EPD’s gebruiken.” 

Ziekenhuisapotheek kartrekker

Van Breeschoten en Visser zien ook dat collegaspecialisten erg enthousiast zijn over de mogelijkheden van CTcue. “Maar wij zijn als ziekenhuisapotheek toch een beetje de kartrekker”, aldus Visser. “Wij zijn vanuit onze praktijk heel procesmatig bezig terwijl veel andere specialisten meer op individuele patiënten zijn gericht.” 

Van Breeschoten vult aan: “Bovendien hebben ziekenhuisapothekers zicht op het gebruik van alle geneesmiddelen, die vaak voor meerdere patiëntgroepen van meerdere specialismen worden ingezet. Daardoor hebben zij een hele centrale rol.” Volgens hem helpen de data die CTcue oplevert om het gesprek aan te gaan met medisch specialisten. “Je hebt niet alleen inzicht in het gebruik, maar kan ook laten zien waarom bovengemiddeld veel van een bepaald geneesmiddel wordt voorgeschreven, bijvoorbeeld omdat de case mix van patiënten anders is.” 

Toegevoegde waarde

Van Breeschoten: "Naast de inhoudelijke toepassing kan CTcue ook worden gebruikt om inzicht in bedrijfsmatige processen te krijgen. Zo hebben we in het HagaZiekenhuis gekeken naar toegediende dure geneesmiddelen waarbij de declaratie miste. We kwamen erachter dat ze soms niet werden gedeclareerd. Maar omdat deze geneesmiddelen zo kostbaar zijn, gaat dit al snel om grote bedragen.” 

Dit toont heel concreet de toegevoegde waarde van de tool, volgens Van Breeschoten. “Daarnaast vind ik een groot voordeel dat je als zorgprofessional zelfstandig met CTcue aan de slag kan, je hebt geen ondersteuning van een ICT- of BI-afdeling nodig. Bovendien verbetert de kwaliteit van zorg doordat je structureel kan evalueren. En je kunt beslissingen nemen op basis van harde gegevens in plaats van op gevoel. Beter onderbouwd en transparanter.”

Visser benadrukt dat CTcue ook een grote rol speelt bij het evalueren van de inzet en effectiviteit van nieuwe geneesmiddelen in het HagaZiekenhuis. “Als onze geneesmiddelencommissie een nieuw geneesmiddel goedkeurt voor lokaal gebruik, moet na twee jaar geëvalueerd worden of het geneesmiddel op de afgesproken plek in de behandeling wordt ingezet en wat de meerwaarde is. Voorheen ging dat handmatig, nu kan het met CTcue. Dat scheelt de verantwoordelijk specialisten veel tijd. Ook het afleggen van verantwoording richting bijvoorbeeld zorgverzekeraars en beleidsmakers wordt hiermee gemakkelijker. Maar het grootste voordeel van CTcue vind ik het gemak waarmee je queries kunt uitwisselen. Zowel voor zorgevaluaties als voor onderzoek.”

Bredere inzet

Naast zijn functie binnen het HagaZiekenhuis werkt Van Breeschoten ook bij het Landelijk Coördinatiecentrum Geneesmiddelen (LCG). Het LCG is opgericht in coronatijd om voorraden van cruciale geneesmiddelen te monitoren en te waarborgen. De komende vier jaar richt het zich op het coördineren van geneesmiddeltekorten die zich voordoen in de ziekenhuizen, zodat patiënten in heel Nederland adequaat behandeld kunnen (blijven) worden. Voor de coördinatie zijn voorraad en verbruiksgegevens van geneesmiddelen nodig. 

“Die voorraad en verbruiksgegevens worden nu bij ieder tekort handmatig door ieder ziekenhuis aangeleverd”, aldus Van Breeschoten. “Daarbij ontbreken data over welk specialisme een geneesmiddel voorschrijft en voor welke diagnose. Bij de coördinatie van een tekort is deze data van groot belang. Stel dat 90 procent van een bepaald geneesmiddel bij de oncologie wordt voorgeschreven en maar 10 procent bij neurologie, dan is binnen de oncologie de impact het grootst, door bijvoorbeeld een deel van de patiënten op een ander middel te laten overstappen of door de hoeveelheid naar beneden af te ronden op hele flacons.” 

Binnen het LCG is afgelopen jaar in een pilot het ‘Platform Zorgdata’ opgezet. “Als LCG bieden we een platform waar ziekenhuizen hun queries met elkaar kunnen delen en de samenwerking kunnen aangaan. Wij ondersteunen vervolgens bij de uitrol van de gedeelde queries in de verschillende centra. Wij beschikken zelf dus niet over de data, maar stimuleren en coördineren het proces. Mocht zich weer een pandemie of een kritisch tekort voordoen, dan zijn de apothekers bekend met de tool en het delen van queries zodat we snel de benodigde informatie over voorraden en verbruik inzichtelijk kunnen krijgen”, aldus Van Breeschoten.

Standaard queries delen

Uiteindelijk wil Van Breeschoten toe naar een situatie waarin de ziekenhuisapotheker ieder kwartaal samen met vakgroepen de inzet van geneesmiddelen evalueert. Ook hoopt hij dat er nog meer samengewerkt kan worden. “Het zou ideaal zijn als álle ziekenhuizen met CTcue zouden werken en we afspraken maken over wie welke query aanmaakt, om die vervolgens met elkaar te delen. Ook zou ik CTcue graag inzetten voor het automatisch invullen van gegevens die nodig zijn voor kwaliteitsregistraties, daar gebeurt nu nog veel handmatig. De mogelijkheden zijn er.”