Olifanten laten dansen

wo 13 juni 2018
Olifanten laten dansen
Innovatie

De zorg snakt naar vernieuwing. Startups kunnen daar een belangrijke rol bij spelen, denken KPN Health en Menzis. Ze investeren fors in de groei van piepjonge e-health bedrijven. Hoe gaat dat in de praktijk? Wat levert het investeerders op en hoe profiteren startups?

Startups laten de olifant KPN dansen”, zei Jan-Kees de Jager, Chief Financial Officer van KPN, ooit. Herman Kienhuis, Managing Director van KPN Ventures, de investeringstak van KPN, kan het slechts beamen. “Startups hebben de wendbaarheid om snel nieuwe ideeën uit te voeren. Met hen samenwerken, maakt ons bedrijf als geheel een stuk beweeglijker.” Inmiddels heeft KPN Ventures belangen in een tiental startups. Een aantal ervan werkt samen met KPN Health, zoals het Rotterdamse Sensara en het Duitse CardioSecur. Kees Donkervoort, Managing Director KPN Health: “Voor de zorg is vernieuwing broodnodig. Door toenemende vergrijzing, mogelijkheden om mensen langer in leven te houden en inzet van die technologie wordt zorg steeds duurder. En zijn steeds meer mensen nodig om het systeem draaiende te houden. Nu is één op de zes mensen werkzaam in de zorg. Zonder structurele verandering wordt dit in de toekomst één op de drie. Die mensen zijn er niet. Technologie moet die menskracht vervangen, anders wordt zorg een luxeproduct. Daar kan KPN Health een rol in spelen.” Ook zorgverzekeraar Menzis zet fors in op innovatie. Het bedrijf heeft 50 miljoen euro gereserveerd voor investeringen in zorginnovatie. Een groot deel gaat naar startups, vertelt Henriëtte Setz, directeur Klant en Operatie: “Menzis vindt het essentieel dat we met het geld dat we beleggen het maatschappelijk belang dienen. Daarbij kijken we minder naar rendement en meer naar de langere termijn: verbeteren van de zorg en het zorgsysteem. Door kapitaal te verschaffen aan snel groeiende of opkomende zorgbedrijven willen we de zorg betaalbaar en toegankelijk voor iedereen houden.” Zorg voorspellen Slim gebruik van de jarenlang opgebouwde zee aan data kan daar de sleutel voor zijn, denkt Donkervoort. “Zo kunnen data analytics grote instellingen zoals ziekenhuizen echt helpen. Vooral bij het beter voorspellen van de zorg die patiënten nodig hebben. Verschillende ziekenhuizen werken voor de intensive care bijvoorbeeld al met toepassingen die kunnen voorspellen welke patiënten direct na een operatie een terugslag krijgen. Met dit systeem ‘win’ je een paar uur voor de specialisten. Vaak verrast een prognose de chirurgen, maar blijkt hij meestal wel te kloppen.” Goedkopere kankermedicijnen Een andere toepassing is intelligente radiologie-software. Hierbij scant de applicatie, gevoed door miljoenen beelden, razendsnel foto’s op (potentiële) aandoeningen. Donkervoort: “De radioloog blijft leidend. Hij controleert de foto’s, maar hoeft niet langer acht uur per dag naar beelden te kijken. Op hackathons die we organiseren zie ik veel meer van dit soort slimme data-oplossingen. Ze komen vaak verrassend snel tot stand en ik denk dat er hier een wereld te winnen is voor kleine bedrijven.”
UITERAARD GAAN WE NIET OP DE STOEL VAN DE CONSUMENT ZITTEN
Menzis investeert specifiek in universitaire bedrijfjes die goedkopere kanker- of andere medicijnen produceren. Ook e-health initiatieven ‘die zorg dichter bij de patiënt brengen’ zijn belangrijk. Zoals het thuis meten van hun waarden door COPD-patiënten en het doorsturen van de resultaten naar een behandelend arts. Fund manager beslist KPN Health en Menzis treffen elkaar binnen het Health Innovation Fund III, waarmee zowel het ICT-concern als de zorgverzekeraar indirect geld investeren in zorgstartups. De uitvoering ligt in handen van een fondsmanager: een gespecialiseerd bedrijf dat de selectie en investeringen in de jonge bedrijven doet en het fonds beheert. Wel hebben deelnemers – waaronder KPN – zitting in de adviesraad, een orgaan dat de fondsmanager adviseert over investeringen bij het fonds. “Hij vraagt ons bijvoorbeeld hoe we de kansen inschatten voor een bepaald idee, of hoe zorgwetgeving omgaat met bepaalde aspecten van een innovatie. Maar de uiteindelijke beslissing wel of niet in zee te gaan met een startup, ligt bij de fondsmanager en het fonds zelf”, vertelt Setz. Zij zit namens Menzis in de adviesraden van verschillende fondsen, waaronder het Health Innovation Fund III. Durfkapitaal voor prille levensfase Kienhuis zit namens KPN in de adviesraad. Is het niet handiger direct in bedrijven te investeren, zoals KPN Ventures vaak doet? “Er zitten voor- en nadelen aan”, erkent hij. “Het nadeel is dat we meer op afstand zitten dan bij onze directe startup investeringen. Het voordeel is dat ons netwerk en onze scope kunnen uitbreiden, door taken uit te besteden. Het specifieke fonds waarin we nu investeren, is opgezet door een bedrijf dat goed thuis is in de zorgsector. We hebben er goede ervaringen mee. Dit fonds investeert direct in zeer jonge startups: een kwetsbare categorie die een groter risico vormen. Met deze vorm van participatie spreid je dat risico. Maar het gaat ons hier niet alleen om het financiële rendement maar om met deze investering de zorgsector radicaal te veranderen. Dat is hard nodig.” KPN Health en Menzis zijn niet de enige deelnemers. Een belangrijk deel van de bijeengebrachte 15 miljoen euro komt in de vorm van een bijdrage van de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 6 miljoen euro. De overige 9 miljoen euro is bijeengebracht door bedrijven zoals uitvaartverzekeraar Monuta en een aantal informele investeerders. Innovatiekracht loslaten Het feit dat de overheid participeert, onderstreept dat dit kabinet vaart wil maken met innovatie in de zorg en specifiek e-health. In het regeerakkoord staat: “Om de schaarse capaciteit aan zorgpersoneel optimaal te benutten voor patiënten- en cliëntenzorg, is het wenselijk om digitaal ondersteunde zorg gericht in te zetten en de verspreiding van innovatieve werkwijzen te bevorderen, zowel thuis als in het verpleeghuis.” Tijdens deze kabinetsperiode is hiervoor 40 miljoen euro beschikbaar, daarna 5 miljoen euro per jaar. Het is goed dat de overheid vaart wil maken met e-health, vinden Donkervoort en Kienhuis. Bovendien is het impliciet een erkenning van het belang van de innovatieve kracht van startups. Iets wat Menzis en KPN Health ook zo zien. Setz: “Andere zorgverzekeraars kiezen ervoor zelf toepassingen te ontwikkelen, wij zien meer waarde in startups als aandrijvers van zorginnovatie. Zij zijn wendbaarder en sneller. Vernieuwing is hún vak, in tegenstelling tot dat van ons. Wij zijn ervan overtuigd dat het beter werkt als we hén helpen, dan wanneer we het allemaal zelf proberen.” Lean en mean blijven Maar hoe benutten grote broers zoals KPN Health en Menzis de innovatiekracht van startups zonder ze te smoren in goede bedoelingen? Hoe versterken ze hen? “Uiteindelijk zitten we redelijk op afstand. De dagelijkse leiding blijft volledig in handen van de ondernemers, de begeleiding is in handen van de fondsmanager,” vertelt Kienhuis. Een startup is gebaat bij die vrijheid, vinden Kienhuis en Donkervoort. Die laatste zegt daarover: “Jonge, snelle bedrijven moet je ruimte geven. Dat heeft ze ook zover gebracht en dat is hun unieke kracht. Hoe fascinerend ik het ook vind om met dit soort partijen in contact te staan, we proberen zoveel mogelijk te ondersteunen en ze niet te beperken in hun ambitie. We richten ons op het weghalen van belemmeringen en helpen daar waar de ondernemer zelf vragen heeft. Startups moeten lean en mean blijven om zich volledig op hun idee te kunnen richten.” Gezocht: slim geld De ondersteuning aan startups omvat meer dan een zak geld. Donkervoort: “We bieden vooral slim geld: kapitaal plus kennis, netwerk en infrastructuur zoals beveiligde dataverbindingen en hosting. Alles om een idee verder te brengen.” Want juist het maken van de volgende stap is voor startups het lastigst, weet ook Kienhuis. “Het uitwerken van het idee is meestal niet het probleem. Het zetten van de volgende stap, naar een echt product dat schaalbaar is, is altijd moeilijk. Dat vraagt tijd, geld, doorzettingsvermogen. Die time-to-market proberen we te verkorten, maar de weg is lang en onzeker.” Uit onderzoek blijkt dat in Nederland 50 procent van alle startups na vijf jaar nog actief is. Daarmee scoort ons land relatief hoog. In een land als Zweden ligt dat percentage met 63 procent nog hoger.