Voor een mens geldt: gezondheid bepaalt de kwaliteit van leven. Dat gaat echter vaak niet op voor patiënten. Hun kwaliteit van leven wordt in veel gevallen bepaald door de kwaliteit van de zorg. Wil je die naar een zo hoog mogelijk niveau tillen, dan is het cruciaal dat er geen kennis op de plank blijft liggen en nieuwe toepassingen worden ontwikkeld in samenwerking met de patiënt. Together we care!
In het huidige economische klimaat spelen startups en scale-ups een belangrijke rol om onze toonaangevende positie ook in de toekomst vast te kunnen houden. De trend ‘klein is het nieuwe groot’ is duidelijk zichtbaar. Ook de zorg heeft veel aandacht voor startups, als belangrijke uitvoerder van de samenwerking van overheid, ondernemers, onderwijs en zorgverzekeraars. Ons land biedt gunstige omstandigheden voor het slagen van startups en scale-ups: Nederland is goed gepositioneerd als het gaat om meertaligheid en de aanwezigheid van multinationals die startups kunnen ondersteunen bij het opschalen van hun innovaties. Bovendien beschikken we over goede kennisinstellingen en een goed georganiseerde overheid die is gericht op innovatie. Kortom, een ideale basis voor innovatie in de zorg. Om ervoor te zorgen dat die innovaties ook echt aansluiten op de wensen van de patiënt en zijn kwaliteit van leven verbeteren, zijn in mijn ogen twee aspecten cruciaal: geen kennis op de plank laten liggen en zorgen voor een dialoog tussen ontwikkelaars, artsen èn patiënten. Veel meer naar buiten kijken De vraag naar zorg is groot en patiënten willen 24/7 een huisarts, specialist of zorgprofessional binnen handbereik hebben. Ook is de patiënt van nu goed geïnformeerd. De hiërarchische relatie van vroeger bestaat niet meer. Van mens tot mens zijn arts en patiënt gelijk, er is uitsluitend verschil in kennis. De arts heeft medische kennis en de patiënt kent zijn eigen lichaam het beste. Om medische kennis optimaal te gebruiken is het van belang het onderwijs van mbo tot hbo en masterstudies hierin blijvend mee te nemen. Studenten en onderzoekers moeten veel meer naar buiten kijken en zich continu afvragen: zou de patiënt ermee geholpen zijn?