Positieve Gezondheid gaat over een brede blik op gezondheid en het vermogen van patiënten om de regie te voeren en zich aan te passen aan fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen. Behalve gemeentes, provinciën en verschillende zorgverzekeraars is sinds vorige maand ook het Jeroen Bosch Ziekenhuis overstag voor deze nieuwe manier van denken, waarbij ICT een cruciale rol speelt. Carl Verheijen, bestuurder bij het institute for Positive Health geeft in een interview een nadere toelichting.
Carl Verheijen studeerde geneeskunde, haalde zijn doctoraal maar werd vanwege een twaalfjarige carrière als topschaatser geen arts. Na zijn topsportcarrière kwam hij in het zorgmanagement en -advies terecht. Hij werkte zes jaar als directeur van twee gezondheidscentra in Nijkerk en werd vervolgens bestuurder van het Institute for Positive Health (iPH). Verheijen: “Positieve Gezondheid is in een nieuwe conceptdefinitie gevangen door oprichter Machteld Huber. Het gaat om het evenwicht tussen aanpassen en de regie kunnen voeren over je eigen omstandigheden, met een bredere blik op gezondheid, vanuit de patiënten gezien. Dat kan door gebruik te maken van zes domeinen (zie afbeelding). Daarvoor moet op niveau van de patiënt verder worden gekeken dan alleen het fysiek en mentaal welzijn. Dus ook naar zingeving, dagelijks functioneren, de kwaliteit van leven en het kunnen meedoen in de maatschappij. Die brede blik noemen we ‘Positieve Gezondheid’. Het is een gemeenschappelijke taal over hoe je naar de patiënten kunt kijken. In plaats van dat ieder in zijn eigen domein op een klein stukje van de zorg zit.”Nieuwe benaderingen
Bij ziekenhuizen, zorgverzekeraars (VGZ, CZ, Achmea en Menzis), provincies en de gemeentes is er volgens Verheijen veel energie beschikbaar voor nieuwe benaderingen, omdat het huidige medisch diagnostische systeem nogal wat beperkingen heeft. Verheijen: “De kosten blijven alsmaar stijgen, de werkdruk is enorm, waardoor het werkplezier daalt. Mensen willen door die schotten heen werken. Dus bieden we vanuit het iPH een gemeenschappelijke visie zodat je als gemeente om de tafel kunt gaan met een sportaanbieder, welzijnsorganisaties en met andere zorgpartijen en toekomstige partners. Het versterkt de samenwerking. Wanneer je breder kijkt, ontdek je wat de patiënt belangrijk vindt, het gaat om het voeren van het ‘andere’ gesprek. Je ziet het ook terug bij ondersteunde zelfzorg, persoonsgerichte zorg of het ‘samengesprek’. Wanneer je breder naar gezondheid kijkt, kun je dat anders inrichten.”Persoonlijke gezondheidsomgeving
Verheijen: “Binnenkort gaan we de zorgverleners van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) trainen. We kunnen het concept daardoor verder ontwikkelen in de praktijk. Het iPH heeft daarbij een faciliterende, aanjagende en opiniërende rol. Het is een belangrijk onderdeel van de ‘persoonlijke gezondheidsomgeving’ (PGO). Zoals in het onderwijs. Daar bestaat al een ‘leerlingvolgsysteem’. Iedereen kan dan bij de data van de leerling, in plaats dat iedere leraar een klein stukje van die data heeft. Voor patiënten is het moeilijker om aan al die data te komen en dan te kijken wat voor hem of haar werkt. Je moet daarvoor de informatie uit verschillende bronnen samenbrengen, zoals huisartsen, fysiotherapeuten en bijvoorbeeld je wearables. MedMij (www.medmij.nl) is daar een mooi voorbeeld van. Vanuit Nijkerk hebben we daar veel mee gedaan. De patiënt bepaalt wie de data heeft en wat ermee wordt gedaan.”Samenwerking
JBZ is het eerste ziekenhuis dat meedoet. De samenwerking kwam tot stand omdat de voorzitter van de Raad van bestuur van het JBZ, Piet-Hein Buiting, zeer enthousiast was, evenals de voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten, de cardioloog Marcel Daniëls. Verheijen: “In het visiedocument Medisch Specialist 2025 staat ‘Positieve Gezondheid’ als een van de concepten. Het JBZ wil dat mensen gezond zijn en blijven. Je moet dan het systeem anders inrichten om mensen gezond te houden, nu zijn de systemen gericht op een zo goed mogelijke genezing.”Value based Healthcare gaat goed samen met Positieve GezondheidEen belangrijke tool is daarbij het gespreksinstrument, stelt Verheijen. “Wij hebben een gespreksinstrument, zodat je het andere gesprek kunt voeren. Wij onderzoeken momenteel of we het concept kunt verwerken in een gevalideerd meetinstrument. De gegevens die worden ingevuld, moeten tevens hun waarde behouden. Met het VUmc hebben we het driekwartjaar geleden geprobeerd, maar toen kwamen we er nog niet uit. Het is mogelijk om ziekte in nulletjes en eentjes te vangen, maar geluk, regie voeren en veerkracht zijn moeilijker te vatten in binaire waarden.”