‘We moeten de zorg van onderaf veranderen’

do 9 november 2017
‘We moeten de zorg van onderaf veranderen’
Innovatie

Na 10 jaar in de politiek in de Tweede Kamer (voor de PvdA) valt het Lea Bouwmeester enorm op dat er zoveel energie in de zorg zit. De wil om patiënten centraal te zetten. ‘Ik kom mensen tegen die willen, met visie en drive. Maar het is ook weerbarstig om te komen waar je wilt zijn. We moeten van het wat naar het hoe. En ik merk dat het zorgsysteem extreem ingewikkeld is. Ik merk tot mijn schrik dat ik één van de weinigen ben, die het nog snapt. Dus ik ben blij dat ik als een soort ‘verbindingsofficier’ mensen met goede projecten op weg kan helpen. Samen met andere ‘dangerous people with guts’.

Na een jaren van politiek in de Tweede Kamer heb je nu in een nieuwe rol in de zorg. Je gaf in eerdere interviews aan dat je het heel belangrijk vindt dat we de menselijke kant meer benadrukken en minder wat nou de volgende technische snufjes zijn. Vind je dat nog steeds? Lea Bouwmeester: ‘Wat e-health teweeg brengt is, dat het zorg dichter bij mensen brengt. E-health is een middel, een nieuwe manier van werken. Het roept geen warmte op, maar levert wel warmte. Het lukt door de juiste zorg bij de juiste persoon op het juiste moment te brengen. Het is een middel om zorg dichterbij te brengen. De manier waarop de zorg nu is georganiseerd, is eigenlijk heel gek. Want je bent ziek tussen negen en vijf. Je wordt in allerlei hokjes en allerlei verschillende instituten geplaatst, in plaats van dat zorg is georganiseerd rondom jouw vraag.’ ‘Op het moment dat de techniek een deel van het werk kan doen, krijg je meer tijd voor het goede gesprek niet: hoe manage jij jouw ziekte, maar hoe leef je met je ziekte? Niet: houd je alle data bij en heb je je bloedwaardes doorgegeven, maar wie ben jij en hoe leef jij met je beperking? Op die manier breng je warme zorg en meer aandacht. Dat moet meer over het voetlicht komen. Want als mensen dat merken, dan verwacht ik dat ze ook sneller e-health gaan toepassen.’ ‘Je moet uitgaan van de mens achter het scherm. Het gesprek dat achter die meetwaarden zit. Want je kunt de hele dag wel met waarden bezig zijn en alles op orde hebben. Maar wat voor leven heb je dan? Het gaat over hoe het gaat met jou. Als mens.’ ‘Om dat te bereiken moeten we Back to the Future. Back betekent dan terug naar de echte zorg. Het gaat over authentieke vragen. Zoals: wie ben jij en wat heb je nodig om mee te kunnen doen, ondanks die beperking die je nu eenmaal hebt. Terug naar de echte zorgvraag dus. En naar de Future omdat we nieuwe middelen voorhanden hebben om de zorg geven die bij jou past. ICT, waaronder Big Data, speelt een hele belangrijk rol bij digitale ondersteuning van de zorg.’ Simon Sinek zei in zijn interview (ICT&health december 2016) ook dat de menselijke kant vaak wordt vergeten. Het gaat toch vaak over geld, logistiek. De harde kant. Hoe krijgen we die menskant voor elkaar? ‘Er is een enorme wil om mensgericht te werken. Maar soms is de zorg gewoon heel plat: je wordt betaald voor de operatie en niet voor het goede gesprek. Een arts wordt betaald om zes keer per week jouw bloeddruk te meten, maar als je dat online via thuiszorg door wil geven aan je dokter, dan is daar nog niet altijd een betaalmodel voor. Een betaalmodel dat overigens minder handelingen vraagt van de arts en dus goedkoper wordt. Er is dus een reëel betaalmodel nodig. De arts hoeft geen gratis zorg te leveren, maar moet ook accepteren dat sommige zaken goedkoper worden en hij daar dus minder verdient. Dat is normaal bij innovatie en essentieel om de zorg betaalbaar te houden. Het is belangrijk dat arts, financieel directeur en verzekeraar daar reële beelden over hebben, zodat veranderingen helder en geleidelijk verlopen. Dus is het zaak om de zorg van geval tot geval te gaan bekijken: hoe kan het anders? Kan het beter? Systemen moet met elkaar praten. En daarbij uitgaan van mensen en kwaliteit. Bijvoorbeeld zoals het LUMC dat regelt bij nierfalen, waarbij patiënten een seintje krijgen op basis van stoplicht-systeem. Bij rood naar het ziekenhuis. Dan hoeven patiënten niet elke keer naar het ziekenhuis. Dan worden patiënten en artsen door het systeem beloond.’ Je stipt hier een zaak aan die cruciaal is: het moet in het systeem passen, systemen moeten met elkaar gaan praten. ‘Dat klopt, en we zeggen allemaal dat zorg om mensen gaat. Maar zodra het zover is en we de gegevens in de computer stoppen, dan stopt dat. Om dat te veranderen hebben we creatieve mensen nodig, die de wegen kennen en volhouden. Die zijn er volop. Wat dat betreft is het nu een hele mooie, maar ook lastige tijd. Partijen moeten meer met elkaar gaan praten. Samenwerken en samen uitgaan van de vraag van de patiënt. En vervolgens meer keuze bieden: we moeten van een systeem waarin de patiënt alleen maar aangeven of het ABC is, naar een systeem waarin hij kan aangeven welke letter van het alfabet bij hem past. Dan gaan we uit van de echte zorgvraag. Want we vinden dat zorg menselijk moet zijn, maar uiteindelijk beslist het systeem wat mogelijk is en wat niet. Dat is wel beschouwd heel gek.’ ‘Maar er kan zo langzamerhand van alles. Zelfs de toezichthouders NZa en IGZ denken aan de voorkant mee hoe het toezicht bij kan dragen aan nieuwe zorgvormen. Ik raad mensen echt aan hen advies te vragen, want ze kunnen meedenken. Zo kan er inmiddels veel meer dan mensen in de zorg denken.’ Een ander cruciaal punt binnen digitale zorg is de digivaardigheid van mensen. Hoe zie jij dat? ‘Het programma Digivaardig in de zorg van ECP loopt nu 2 jaar. Wat we constateren is dat ondersteuning door e-health toekomst heeft. Maar daarbij horen ook digitale vaardigheden. Die zijn niet overal op orde en dat is logisch, want dat hoorde nooit bij de zorg. Ook voor andere sectoren is het trouwens een uitdaging, daar is de zorg niet uniek in.’ ‘Wil e-health wat worden, dan moet iedereen in het systeem beschikken over voldoende digitale vaardigheden. Te beginnen met de patiënten zelf. Zelfmonitoring kan heel goed zijn voor je, maar als je de data niet kunt delen met je arts, wordt het moeilijk. De tweede groep zijn de zorgverleners, van verpleegkundige tot specialist, ICT hoort erbij. En dat betekent dat ook – als derde groep - bestuurders en managers goed op de hoogte moeten zijn, in elk geval om hun personeel te ondersteunen bij de nieuwe mogelijkheden. Een vierde interessante groep zijn de ICT-ers. Meer dan ooit krijgen zij een belangrijke rol in de organisatie, niet alleen de systemen op orde houden, maar juist ook het ondersteunen van personeel en management. Tot slot moeten de opleidingen digivaardig zijn. Deze groepen moeten ieder voor zich en in samenhang aan de slag om te voorkomen dat er een kloof ontstaat.’ ‘De coalitie vanuit die groepen geeft het Digivaardig-programma vorm. In juni was er een grote werkbijeenkomst met partijen die een rol hebben bij de groeperingen. Denk aan de ouderenbond of Pharos, die gaat over begrijpelijke taal als het gaat om patiënt, of V&VN en NICTIZ die ideeën hebben over verpleegkundigen. Met al deze partijen probeert ECP een beweging te creëren en te komen tot een ‘aanvalsplan’ digitale vaardigheden in de zorg. Als dat lukt, dan kunnen we heel gericht voor deze sector aan de slag. Met bijvoorbeeld een leercirkel voor verpleegkundigen. Zo creëer je vanuit een netwerk een beweging. En zo is elke doelgroep bezig een actie te bedenken, die vrij toegankelijk en gratis beschikbaar is. Want delen is echt het nieuwe hebben.’
We need people with guts
Maar er is weerstand. Want iedere cultuur is anders, iedere zorginstelling is anders. Moeten we niet gewoon erkennen dat er tijd nodig is? ‘Ja, er is zeker tijd en ruimte nodig. Ik citeer graag mijn favoriete hoogleraar Carolina Hummels, hoogleraar TU Eindhoven: ‘We need dangerous people with guts’. We hebben gevaarlijke mensen met lef nodig, die het durven en doen. Niet van bovenaf opleggen, maar van onderaf beginnen. Learning by doing. Waar zit de ruimte en energie? En vandaaruit door naar de volgende stap. Dan krijg je maatwerk voor organisaties.’ ‘Ook belangrijk is dat we moeten beseffen dat iedereen zijn eigen denkbeeld heeft. ‘Laagopgeleiden kunnen dit niet. Ouderen kunnen dat niet.’ Kijk eens naar ouderen die skypen met hun kleinkinderen. Mijn opa is 93 en woont op zichzelf. Ik heb liever dat hij skypet met zijn huisarts dan dat hij ’s avonds laat door Amsterdam moet reizen. Ook hij kan overweg met een iPad, dat hebben wij hem geleerd en hij staat daar open voor. Je moet het gemakkelijk maken. Daarom zitten er ook ICT’ers bij Digivaardig.’ ‘Als je ziet hoe Meander in Amersfoort dat oplost met de videobutler (ICT&health nr 4 2017). Dat is een geweldig voorbeeld. De videobutler zorgt dat de verbinding werkt en pas dan wordt er met de arts gebeld. Arts en patiënt zitten dus niet voor niets zit te wachten. Het mooie van dit voorbeeld is dat zij over de hele keten hebben nagedacht. Dus, als je iets doet, organiseer het dan in de hele keten. En pak ook het onderwijs erbij.’