Zorgaanbieder Omring kiest met zijn nieuwe meerjarenvisie digitalisering duidelijk koers: inzetten op digitalisering om ruimte te blijven bieden voor mensenwerk. Het uitgangspunt is daarom ‘digitaal als het kan’ en dus niet ‘zo maximaal digitaal als het kan’. Omring wil digitalisering inzetten daar waar het meerwaarde heeft voor cliënten en medewerkers.
‘Denken over 2030 alsof het al 2030 is’ luidt de ondertitel van de nieuwe meerjarenvisie digitalisering die zorgorganisatie Omring onlangs heeft uitgebracht. Het is een vervolg op de eerdere meerjarenvisie die Omring vier jaar geleden uitbracht, om duidelijk te maken hoe essentieel het aspect digitalisering voor deze organisatie is.
“Bij die vorige editie prijkte onze empathische digital human Wendy op de omslag”, vertelt voorzitter van de raad van bestuur Jolanda Buwalda. “Sinds die tijd hebben zich alweer grote ontwikkelingen in digitalisering voltrokken. Het was tijd om de balans op te maken. Wat is wel en niet gelukt van waarin we op het gebied van digitalisering hebben geïnvesteerd en hoe is de wereld veranderd?”
Over dat laatste is CIO Marcel Ensing heel duidelijk: “De wereld van de digitalisering is in die vier jaar enorm veranderd. In onze vorige meerjarenvisie hadden we het natuurlijk al wel over databeveiliging, maar nog amper over AI en nog maar heel voorzichtig over datamanagement als voorwaarde om met AI aan de slag te kunnen. Op die twee gebieden is nu inmiddels heel veel mogelijk. Dat biedt kansen en daar willen we gebruik van maken. We willen opschuiven richting preventie en vroegsignalering.”
Digitaal zijn en blijven
Vier jaar geleden was Omring nog veel meer bezig met tooling, stelt Buwalda. “Denk aan de inzet van de medicijndispenser of de Wolk heupairbag. We hebben als een van de early adopters – net als tante Louise – geïnvesteerd in dat soort toegepaste technologische producten. Maar we hebben ook al snel de stap gezet van alleen digitalisering toepassen naar digitaal worden, in de eerste plaats door steeds minder verzuild gebruik te maken van digitale technologieën. Nu maken we de vervolgstap naar digitaal zijn en blijven. We verkeren inmiddels echt in een ander tijdsgewricht. Waar we ons toen vooral richtten op data-overdracht tussen ziekenhuis en VVT, zien we nu dat de burger ook zelf data genereert die voor de zorg relevant kunnen zijn.”
In voorbereiding op de nieuwe meerjarenvisie heeft Omring niet alleen vooruit gekeken, maar ook achterom. “Het laatste met trots op wat we hebben gerealiseerd, maar ook met nuchterheid over wat we niet hebben gerealiseerd”, zegt Ensing. “Soms ben je te vroeg, soms schaalt een leverancier niet op. En soms duren dingen gewoon langer dan je zou willen. Die data-overdracht tussen ziekenhuis en VVT bijvoorbeeld. Dat willen we goed voor elkaar te krijgen, maar daarbij wordt je geduld wel op de proef gesteld.”
Buwalda vult aan: “Je kunt ook beperkt worden doordat je locked-in zit bij leveranciers. Of door de tijd die het vergt om data te valideren voordat je met een innovatie aan de slag kunt. Dat laatste hebben we gemerkt met de Hipper, voor geriatrische revalidatie na een heupoperatie.”
Data gebruiken
Inmiddels heeft Omring steeds beter geleerd hoe het data kan gebruiken voor onderzoek. “We werken al een aantal jaar met de RAI-gevalideerde vragenlijst”1, vertelt Buwalda. “We zijn nu zover dat we de data hieruit kunnen gebruiken voor afstemming van zorg en welzijn voor de individuele patiënt. Maar op gepseudonimiseerd niveau kunnen we de data eruit ook gebruiken voor voorspelmodellen.”
Een goed voorbeeld hiervan is de decubitusmonitor, die Omring al geruime tijd gebruikt om in beeld te brengen welke patiënten een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van decubitus. Een tweede voorbeeld is de onrustmonitor. “Ontwikkelingen waarop we echt trots zijn”, benadrukt Ensing. “Het datamanagement dat hieraan ten grondslag ligt, gaat uit van vraagstukken die bij de medewerkers van Omring leven.”
Daarvan uitgaan is een goede manier om de medewerkers mee te krijgen in de digitaliseringsvisie die Omring voorstaat. “De krapte op de arbeidsmarkt helpt ook”, zegt Buwalda hierover. “En het feit dat cliënten soms al verder zijn dan medewerkers op dit gebied. Dat kan dienen als een nudge voor de medewerkers om zich er ook meer in te verdiepen.”
Het credo van de organisatie is: iedereen een device. Ensing: “We hebben op twee locaties een nieuw werkplekconcept opgezet waar medewerkers tot voor kort werkten met gedeelde devices. Ze hebben daar ervaring opgedaan met een device dat een combinatie is van smartphone, zorgoproepsysteem en gekoppeld aan een docking station ook hun werkplek. Gebruik daarvan scheelt per medewerker een half tot een heel uur tijd per dag, tijd die ze aan zorg kunnen besteden dus. De reactie: ‘Als je denkt dat je dit weer kunt ophalen, vergis je je’. Dus mogen ze het blijven gebruiken, want zij zijn de beste ambassadeurs die je kunt hebben.”
Ook Buwalda ziet de meerwaarde hiervan duidelijk: “Die bevlogenheid is voor ons heel belangrijk. Ons uitgangspunt is altijd dat medewerkers die nooit mogen kwijtraken in de digitaliseringsstappen die we willen zetten. Daarom is in die stappen ook niet de digitalisering leidend, maar altijd de zorg.”
Blended care
Voor de acceptatie door de cliënten zoekt Omring altijd het goede midden tussen de wens tot meer eigen regie enerzijds en anderzijds ook de behoefte die mensen kunnen hebben om iemand van de wijkverpleging te kunnen blijven zien. “Daarom richten we ons dus ook op blended care”, zegt Buwalda. “Maar ook hier nudgen we de doelgroep wel. We bieden e-learnings voor mantelzorgers om hen te ondersteunen in het helpen van de cliënt. En fysieke bijeenkomsten waarin we mensen handvatten bieden voor activiteiten om hun gezondheid te bevorderen. Ook werken we samen met bibliotheken om mensen te leren meer digivaardig te worden.”
De visie verschijnt in een tijdsgewricht waarin niet alleen in de zorg digitalisering toeneemt, maar ook in de samenleving. De cliënt krijgt steeds meer mogelijkheden voor zelfinzicht in zijn gezondheidstoestand, en steeds meer digitale hulpmiddelen voor ondersteuning van het dagelijks leven. Wat betekent dit voor de verhouding tussen formele en informele zorg?
“We anticipeerden er al langer op dat de informele zorg steeds belangrijker zou worden”, geeft Ensing aan, “vanwege de dubbele vergrijzing en de personeelskrapte. We hebben daarom gekozen voor een kanteling in de organisatie waarbij we arrangeren tussen dienstverlening en zorgverlening, om tot persoonsgerichte arrangementen te komen. Hiervoor kunnen we meer cliënten includeren, en toch tijd blijven maken voor een hand op de schouder. Zo voorkom je dat de zorg ontzielt. En je laat ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. We creëren nieuwe taakgebieden die van toegevoegde waarde zijn voor hun professionaliteit.”
Investering
Ensing wijst er in zijn voorwoord bij de nieuwe meerjarenvisie op dat de toekomstige ontwikkeling van de digitalisering zich moeilijk laat voorspellen. “De visie is dan ook vooral een call to action, bedoeld om te voorkomen dat we blijven filosoferen. We anticiperen altijd op zaken die onze kant op komen. Met ondersteuning van buitenaf, want we geloven in samenwerking en gebruikmaking van al ontwikkelde kennis.”
Dat vergt investeringsbereidheid, zegt Buwalda. “We krijgen wel de vraag waarom wij als organisatie relatief veel uitgeven aan ICT. Maar dat is de basis van onze visie om te ontzorgen en de zorg betaalbaar te houden.” Ensing vult aan: “Het is een investering om relevant te blijven in de nieuwe digitale werkelijkheid die zich razendsnel ontwikkelt. Stilstaan is geen optie.”
CV
Jolanda Buwalda is voorzitter van de Raad van Bestuur van Omring.
Marcel Ensing is CIO van Omring.
Referenties
- RAI: Resident Assessment Instrument: uitgebreide vragen- en screeningslijst, bestaande uit een aantal secties, zoals cognitief functioneren, continentie, stemming en gedrag en diagnosen van ziekten. Er zijn aangepaste versies voor de thuiszorg, intramurale zorg en palliatieve zorg.