In het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben de deelnemende partijen digitaliseringafspraken vastgelegd. Susanne van Vegten, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), bespreekt samen met Paul Hoogland, strategisch adviseur bij MedicalPHIT, de dilemma’s die bij het realiseren van deze doelstellingen een rol spelen. Beiden zijn positief over de mogelijkheden om voorbij deze dilemma's te komen.
Als je iets wilt veranderen, moet je dat zelf doen, is de stelling van Van Vegten. Daarom heeft ze de stap gezet van Philips naar bestuursvoorzitter van Merem Medische Revalidatie (waarin ze veel samenwerkt met ziekenhuizen) en de bestuursfunctie bij de NVZ met als portefeuille digitale transformatie. “Ik wil eraan bijdragen om vanuit de zorgsector de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden”, zegt ze.
"Dit is niet een feestje van de bestuurders of de ICT’ers"
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) was net door alle partijen ondertekend toen Van Vegten aansloot bij de NVZ. “Ik sta volledig achter de ondertekening ”, vertelt ze. “De toegankelijkheid van de zorg staat steeds verder onder druk, dus er moeten stappen worden gezet om de toekomstbestendigheid ervan te waarborgen. Het IZA bekijkt dit vanuit veel dimensies. Dat is zowel een regio-, preventie- als een arbeids- en een digitaliseringsvraagstuk. De digitalisering gaat snel, binnen én buiten de zorg. Er moeten echt slagen worden gemaakt om de innovatiekracht die buiten de zorg bestaat naar binnen te halen, om professionals en patiënten te ontzorgen. De basis daarvoor ligt in het creëren van een landelijk dekkende data-infrastructuur om met elkaar op een goede manier gegevens en informatie uit te wisselen.”
Structuur aanbrengen
De plannen die in het IZA staan, getuigen van ambitie, stelt Van Vegten. “Maar the devil is in the detail als het om de digitalisering gaat. Je hebt te maken met een landelijke infrastructuur die nog tot stand moet worden gebracht. Ondertussen wordt in de regio's al begonnen met eigen initiatieven. Het is nu de kunst alles samen te brengen, zowel in techniek (dezelfde standaarden) als taal (bedoelen we hetzelfde met wat we opschrijven). Als we hierin duidelijkheid geven, kan data echt worden gebruikt om de uitdagingen waar de zorg nu voor staat het hoofd te kunnen bieden.”
In de eerste periode na de ondertekening van het IZA hebben alle partijen samen verkend wat er al op het gebied van digitalisering was en tegen welke zaken we aanlopen, meent ze. “Nu is het zaak om tot het gestructureerde plan te komen om de landelijke digitale infrastructuur te realiseren. Ik ben ervan overtuigd dat dit gaat lukken, maar op de weg daar naartoe zien we wel een paar interessante dilemma’s.”
De rol van de bestuurder
Om te beginnen is er het bestuurdersdilemma, legt Van Vegten uit. “Bestuurders moeten balanceren tussen het algemeen maatschappelijk belang en het instellingsbelang is. Veel van de keuzes die in het IZA aan de orde worden gesteld, hebben grote impact op de instelling, zowel in manier van werken als financieel. Kiezen voor het maatschappelijk belang vraagt dan inzet en vertrouwen van alle partijen.”
Hoogland haakt aan: “Om te versnellen, zijn vooruitlopend op de landelijke ontwikkeling al regionale initiatieven ontstaan. Met het oog op het maatschappelijk belang komen we nu voor de keuze te staan om vanwege de landelijke ontwikkelingen een eigen initiatief te stoppen of te temporiseren. De vraag hierbij is dan: wie moet die beslissing nemen?”
Van Vegten reageert: “Dat hangt een beetje af van welke initiatieven bij de overheid horen en welke in de markt. Initiatieven op het gebied van digitalisering hebben vaak betrekking op zowel publieke als private voorzieningen. Dan is de vraag wie wat betaalt.”
De rol van de overheid
Als het goed is, gaat wetgeving hierover meer duidelijkheid bieden. De European Health Data Space verplicht overheden immers tot het ontwikkelen van een landelijke infrastructuur. “Dit maakt het overheden gemakkelijker om de regie te nemen”, zegt Hoogland. “We zien dat VWS hier steeds nadrukkelijker haar rol pakt en partijen bij elkaar brengt en faciliteert.”
Herkenbaar, stelt Van Vegten. “Het is momenteel een uitdagende rol voor het ministerie van VWS om, als de trein al rijdt, toch tot dat landelijk dekkend netwerk te komen. Breng al deze initiatieven maar eens technisch naar elkaar toe. Met een nationale agenda begint het pas.”
Van keuze tot implementatie
Er zijn nog twee dilemma’s, schetst Van Vegten, op de route naar het realiseren van de digitaliseringsdoelstellingen uit het IZA. “De ene is: als we kiezen voor bepaalde initiatieven, hoe implementeren we die dan? Neem Snomed als voorbeeld. Hoe implementeer je dat in je organisatie? Dat vraagt investeringen die je ook nodig hebt om goede zorg te verlenen.”
Het laatste dilemma hangt hiermee samen: ondertussen blijft de technologie zich ontwikkelen. “En de zorg is geen sector die snel innovaties overneemt en dus die ontwikkeling kan bijhouden”, zegt ze. “AI is nu dé versneller van de technologie. Moet je daar dan nu op wachten als zorgaanbieder? Ik denk het niet. We moeten door, want de zorgsector wil AI toch eerst testen voordat ze beslist het te gaan gebruiken. Dus mijn devies is: nu gewoon aan de slag met de huidige technologie, en wacht niet op mogelijk iets beters in de toekomst.”
Haalbaarheid
Acht Van Vegten in het licht van deze dilemma’s de digitaliseringsdoelstellingen uit het IZA haalbaar? “Zeker wel”, zegt ze, “mijn glas is altijd half vol. Digitalisering gaat de zorgprofessionals en patiënten helpen om zorg te verlenen zoals zij dat waardevol vinden. De komende tijd moeten we de plannen goed neerzetten. Als we nu aan de voorkant wat meer tijd nemen, denk ik dat we vervolgens sneller kunnen gaan.” Hoogland vult aan: “Afgezien daarvan denk ik dat we het integraler moeten aanpakken. We zien nu veel individuele doelen die soms strijdig aan elkaar zijn.”
Daarbij komt het aan op lef van bestuurders, stelt Van Vegten. “Dat lef is er als het vertrouwen er is. Het is belangrijk dat we rondom digitalisering laten zien dat instellingen samen verder komen dan alleen. Zowel zorgpartijen onderling als met en tussen de stelselpartijen. Vanuit de NVZ proberen we dit nadrukkelijk naar voren te brengen. Daarom ook hebben we bewust onze strategie aangepast naar ‘open ziekenhuizen’, want de zorg transformeren, moeten we samen doen.”
Urgentiebesef
De urgentie om de digitaliseringsdoelstellingen snel te behalen is nu beduidend groter dan pakweg vier jaar geleden, meent Hoogland. “Maar ernaar handelen vergt een investering. Niet alleen om de technologie te implementeren maar ook structureel.”
Van Vegten knikt en zegt: “Klopt, je moet er geld en mensen voor vrijmaken. Het vergt zeker vijf jaar voordat de investeringen leiden tot de voordelen die je ermee kunt bereiken. De IZA-gelden faciliteren de opstart, maar dat is natuurlijk geen structurele financiering.”
Kortom, er moeten nog wel stappen worden gezet. “Een belangrijke is inzicht bieden in elkaars initiatieven en die vervolgens kopiëren”, benadrukt Hoogland. “Het is heel belangrijk om de samenwerking te versterken. Een tweede belangrijke punt is de bereidheid to kill your darlings. Accepteer dat jouw oplossing niet altijd in het landsbelang is. En ook: duidelijkheid creëren in wat privaat is en waarin de overheid zijn rol moet pakken.”
Van Vegten ziet nog een andere stap die moet worden gezet: “Het niet alleen een bestuursvraagstuk laten zijn. Dit is niet een feestje van de bestuurders of de ICT’ers. De zorg is van ons allemaal, dus we moeten er allemaal voor zorgen om dit te laten slagen.”
CV
Susanne van Vegten is bestuursvoorzitter van Merem Medische Revalidatie en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).
Paul Hoogland is strategisch adviseur bij MedicalPHIT.