Cliënten met een verstandelijke beperking die zelf met een digibord achterhalen wanneer ze eten en wat ze die dag gaan doen. Een sociale robot die mensen met niet-aangeboren hersenletsel helpt bij hun dagstructuur. Cliënten met een lichamelijke beperking die zelfredzamer zijn door domotica. Een sok met slimme sensoren die medewerkers van een zorginstelling helpt om spanning bij cliënten vroegtijdig te detecteren en probleemgedrag te voorkomen. De inzet van technologie in de gehandicaptenzorg is aan een opmars bezig. Wat is de huidige stand van zaken? Dat brachten onderzoekers van de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg en Academische Werkplaats ZoTeG in kaart.
Ook in de gehandicaptenzorg staat de inzet van technologie volop in de schijnwerpers. En niet voor niets. Digitale innovaties maken het mogelijk cliënten beter te ondersteunen, werkdruk te verminderen en het tekort aan arbeidskrachten aan te pakken. Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) stelde in dit kader begin 2022 samen met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een transformatieplan op. Het doel: een ‘transitie naar een duurzame, toekomstbestendige en betaalbare gehandicaptenzorg’. In het akkoord staan vijf inhoudelijke ontwikkelthema’s. Technologie maakt hier een belangrijk onderdeel van uit.
Ook in de Visie2023 van de VGN is technologie een van de vier speerpunten. Brigitte Boon, bijzonder hoogleraar Data en technologie in de gehandicaptenzorg bij Tranzo, Tilburg University, zegt hierover: “Hoewel technologie als begrip in beleids- en uitvoeringsplannen dus vaak genoemd staat, was onbekend om welke technologie het nu eigenlijk gaat. Daar hebben we onderzoek naar gedaan.”1
Boon is – naast bijzonder hoogleraar – bestuurder bij Academy Het Dorp, een onderzoeks- en adviesbureau dat met technologie meer mogelijk wil maken voor mensen met een beperking. Onderdeel van het bureau is Academische Werkplaats ZoTeG, die werkt aan wetenschappelijke onderbouwing van zorgtechnologie in de gehandicaptenzorg. Onderzoekers van deze werkplaats sloegen de handen ineen met de Innovatie-impuls (zie kader rechts), een innovatieprogramma dat uitgevoerd wordt door kennisorganisatie Vilans en Academy Het Dorp, in opdracht van VWS, en maakten een landelijke inventarisatie van technologie in de gehandicaptenzorg.
“De onderzoekers verkenden bij acht zorgaanbieders gedetailleerd welke technologie voor welk doel wordt ingezet”, licht Boon toe. “Daaruit kwam een lijst van 103 technologieën. Daarna volgde een online vragenlijst, die door medewerkers van 69 verschillende organisaties in de gehandicaptenzorg is ingevuld. Dit geeft de sector een mooi beeld van welke technologie nu daadwerkelijk ingezet wordt.”
Winst aan twee kanten
De resultaten van het onderzoek zijn verhelderend. Zo concludeerden de onderzoekers dat technologie in de gehandicaptenzorg voornamelijk wordt ingezet voor zeven verschillende overkoepelende doelen: stimulering, beweging, ontspanning of vermaak, voor ondersteuning van de dagstructuur, als nachtzorgsysteem, om slaap te verbeteren, voor contact op afstand tussen medewerker en cliënt, voor gebouwgebonden technologie die cliënten zelf kunnen bedienen of om met sensoren biofeedback te achterhalen, vallen te voorkomen en de verzadiging van incontinentiemateriaal te meten.
Ilse Bierhoff – senior onderzoeker Digitale zorg bij Vilans – was één van de onderzoeksleiders. “Bij technologie voor de dag gaat het om planborden en -apps, zoals MijnEigenPlan en MyWepp”, vertelt ze. “Maar ook om robotica zoals robot Tessa, Robotmaatje en robot SARA. Om de Tovertafel en Belevenistafel, om robotdieren en snoezelapparatuur. Voor de nacht gaat het om bijvoorbeeld de Somnox, het slaapschaap en slaapmonitoring met matrassensoren, zoals Emfit en Momo BedSense. Ook gebruiken zorginstellingen epilepsiedetectie, zoals Nightwatch en Epimat.”
Zelfredzamer, efficiënter
Het onderzoek toont dat deze technologische toepassingen worden ingezet om cliënten zelfredzamer te maken en de efficiëntie van de zorg te bevorderen, stelt Agnes van der Poel. Zij is coördinator van Academische Werkplaats ZoTeG en van het onderzoek in de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg.
“Dat zien we bijvoorbeeld bij beeldzorg (een zorgmedewerker geeft een cliënt op afstand hulp via een beeldscherm met camera, red.) waar veel zorgorganisaties op inzetten. Ook sensortechnologie en technologie waarmee cliënten zelf hun omgeving kunnen besturen, helpen cliënten en zorgprofessionals erg vooruit. Cliënten kunnen zelf bijvoorbeeld hun deuren, gordijnen en ramen openen en sluiten, in plaats van hiervoor een medewerker op te roepen. Dat is winst aan twee kanten.”
Technologie ondersteunt niet alleen cliënten, maar ook medewerkers. 80 procent van de onderzochte organisaties (50 van de 63) zet technologie in om het dossier te delen met cliënten en naasten. Daarnaast gebruikt 60 procent van de organisaties (38 van de 63) technologie om het medicatieproces te ondersteunen. Verder werkt 27 procent van de organisaties in het onderzoek (17 van de 63) met spraakgestuurd rapporteren.
Van implementeren naar opschalen
Het onderzoek is duidelijk: technologie heeft een vaste plek in de gehandicaptenzorg. Ook bleek waarvoor die technologie wordt gebruikt. Een volgende vraag is dan: op welke schaal zetten zorgorganisaties digitale innovaties in?
Bierhoff zegt hierover: “Er zijn zorgorganisaties die een groot palet aan technologieën voor verschillende doelen inzetten. Andere zorgaanbieders gebruiken juist een paar technologieën voor een beperkt aantal doelen. En weer andere aanbieders zetten voor één doel juist veel technologieën in. Alle soorten en maten komen dus voor.”
Boon vult aan: “Wat wel opvalt: een flink deel van de toepassingen wordt door veel aanbieders ingezet, maar nog wel op kleine schaal. De sector is goed gestart met implementeren, maar er is nog werk aan de winkel wat opschaling betreft. Uiteindelijk willen we natuurlijk dat veel meer cliënten en zorgprofessionals kunnen profiteren van de voordelen van deze technologieën.”
Hoe nu verder
Het onderzoek naar de huidige stand van zaken van technologie in de gehandicaptenzorg is afgerond. Hoe gaat het nu verder? “Natuurlijk stopt het hier niet”, zegt Van der Poel. “Vanuit ZoTeG doen we onderzoek naar de effecten en de verhouding tussen kosten en effecten van verschillende toepassingen. Deze kennis helpt om gefundeerd besluiten te nemen over implementatie en opschaling.”
Ook in de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg voeren de onderzoekers waardebepalingen uit, onder andere door in de onderzoeksliteratuur te kijken naar bestaand bewijs voor het effect van bijvoorbeeld virtual reality, robotdieren en stressherkenning met sensoren. Van der Poel: “In de impuls en met de werkplaats werken we verder aan de wetenschappelijke onderbouwing voor technologie in de gehandicaptenzorg. En dat is niet zomaar. Alleen als technologie op grotere schaal wordt ingezet draagt het bij aan de toekomstbestendigheid van de gehandicaptenzorg. Daar dragen we op deze manier aan bij.”
Over Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg
De Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg is bedoeld om het gebruik van technologie vanzelfsprekender te maken in de zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking. Innovatie-impuls 1 (2019 - 2022) was onderdeel van het programma Volwaardig Leven van het ministerie van VWS. Doel was de gehandicaptenzorg meer passend te maken en beter voor te bereiden op de toekomst. In de Innovatie-impuls 2 werken Vilans en Academy Het Dorp verder aan de vanzelfsprekende inzet van technologie in de gehandicaptenzorg.
CV
Brigitte Boon is bestuurder van Academy Het Dorp en is als bijzonder hoogleraar Data en technologie voor persoonsgerichte en duurzame gehandicaptenzorg bij Tilburg University verbonden aan Academische Werkplaats ZoTeG. Tevens is zij lid van de redactieraad van ICT&health.
Ilse Bierhoff is senior onderzoeker Digitale zorg bij Vilans.
Agnes van der Poel is coördinator van Academische Werkplaats ZoTeG en van het onderzoek binnen de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg.
Referenties
1. Link