De eerste covidpatiënten lagen de gehele ziekenhuisopname in isolatie. Gaandeweg bleek dat niet altijd nodig te zijn. Maar wat is dan wel de juiste isolatietermijn? In een groot multicenter-project - SCIP-COVID-19 - doen zeven ziekenhuizen en een kenniscentrum hier onderzoek naar, op basis van data van duizenden covidpatiënten die tussen februari 2020 en december 2021 in zeven ziekenhuizen lagen. Die enorme hoeveelheid data wordt in drie ziekenhuizen verzameld met CTcue.
“Er was en is nog steeds heel weinig bekend over de juiste en veilige duur van isolatie, en dus is er tot op heden gehandeld volgens het motto ‘better safe than sorry”, begint projectleider Anne Voor in ’t holt van het Erasmus MC. “Met dit multicenter-onderzoek willen we nieuwe criteria opstellen voor het beëindigen van isolatie vanuit de hypothese dat de duur van isolatie nu te lang is.”
Internist-infectioloog Emile Schippers tekende namens het HagaZiekenhuis voor de verzameling en oplevering van de eerste dataset. Tijdens de pandemie zat hij in de FMS COVID-19 expertgroep. “Toen de pandemie losbarstte, liepen we tegen grote kennishiaten aan. De juiste isolatieduur was er daar één van. En dan hebben we het over een hiaat met grote gevolgen voor de werkdruk, patiënt en opnamecapaciteit.”
Arbeidsintensief proces
Het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen: patiëntdata en informatie over de toegepaste infectiepreventiemaatregelen over de tijd, een laboratoriumonderzoek, en een werkpakket waarin alle gegevens samenkomen met als eindproduct nieuwe criteria.
“Met name het verzamelen van alle patiëntgegevens bleek een enorme klus te zijn”, stelt Schippers. “Het was niet haalbaar om dat handmatig te doen. We hadden diepe, longitudinale gegevens nodig op patiëntniveau met herhaalde metingen. Per patiënt moesten voor alle opnamedagen zo’n dertig parameters gegevens worden verzameld: van labmetingen en lichaamstemperatuur tot diagnostiek en PCR-testen. Enorm arbeidsintensief en foutgevoelig als je dat met de hand doet.”
Vergelijking maken
Voor in ’t holt voegt toe: “We willen de groep patiënten die de gehele opname in isolatie heeft gelegen, vergelijken met de groep die er tijdens de opname al uit is gehaald. Dat betekent dat we gegevens nodig hebben vanaf de eerste opnamedag. Het gaat dan ook over symptomen, vaccinatiestatus, onderliggend lijden en medicatiegebruik." Maar de eerste drie data-elementen staan vaak in vrije tekstvelden in het EPD en daarin kan je normaal gesproken niet zoeken.
Met CTcue was zoeken in ongestructureerde data wel mogelijk, wisten drie van de aan SCIP-COVID-19 deelnemende ziekenhuizen uit ervaring. “Mijn collega’s waren er erg over te spreken”, aldus Schippers. CTcue helpt aan de hand van privacy-by-design technologie om data op diverse plekken in het ziekenhuis eenduidig te ontsluiten en analyseren. In tegenstelling tot de meeste systemen zoekt CTcue dus ook in ongestructureerde data, zoals vrije tekstvelden en brieven. Schippers: “Die vindbaarheid gaat heel ver, je kunt zelfs zoeken in ontslag- en opnamebrieven.”
Multicenter-onderzoek
Op dit moment is het team nog volop bezig met dataverzameling. “Van drie van de zeven ziekenhuizen hebben we straks een uniforme dataset”, aldus Voor in ’t holt. “De andere ziekenhuizen hebben geen CTcue, dus daar kunnen we bijna alleen in gestructureerde data zoeken. Maar het is erg prettig dat we in ieder geval drie identieke databases hebben.”
Lees het hele artikel in ICT&health editie 6, die rond 20 december verschijnt