Het koppelen van belangrijke medische informatie uit patiëntendossiers in verschillende Huisartsen Informatie Systemen (HIS) is problematisch. Dit blijkt uit een in april gehouden ledenenquête van de NVDA, de beroepsvereniging van doktersassistenten. Interoperabiliteit tussen systemen van verschillende leveranciers is er dus nog niet of nauwelijks.
Bijna driekwart van de 777 respondenten geeft aan dat er veel handmatige handelingen, extra controles en correcties nodig zijn. De doktersassistent ziet zo volgens het onderzoek de werkdruk toenemen en is bang dat er fouten optreden. De patiënt is uiteindelijk de dupe meent de NVDA, want de grotere kans op fouten kan een risico betekenen voor de patiëntveiligheid.NVDA-voorzitter Kees Gillis: “Een allergie voor antibiotica of een specialistenbrief over een longcarcinoom. Je moet er niet aan denken dat deze informatie verloren zou gaan of op een verkeerde plek terecht komt omdat technisch gezien de systemen niet op elkaar aansluiten. Dat kan niet!”
Uploaden veroorzaakt problemen
In ruim de helft van de gevallen veroorzaakt het uploaden van dossierbestanden naar het HIS problemen. Vaak kan het ZIP-bestand niet worden gekoppeld en komt informatie zoals specialistenbrieven, labwaarden en medicatie niet onder de juiste episode in het HIS terecht. Gillis: “Doktersassistenten moeten allerlei creatieve oplossingen en aanpassingen bedenken om de informatie te koppelen. Dat kost te veel tijd en geld.”In de huisartsenzorg wordt gebruik gemaakt van meerdere Huisartsen Informatie Systemen. Het liefst zouden doktersassistenten voor de hele branche één systeem zien. Gillis: “initiatieven om alle HIS-en compatibel te maken, duren te lang. Zo werden de problemen van het koppelen al meerdere malen gesignaleerd en de problemen zijn bekend. Dit heeft geleid tot verbeteringen, maar die zijn onvoldoende.”
Grote verschillen
Uit onderzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) naar de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van huisartsinformatiesystemen (HIS) van april 2016 bleek dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen deze systemen. Het HIS met de laagste score kreeg een 5,4. Met een 8,9 was de hoogste overall score voor Medicom van PharmaPartners, waarmee ruim zes miljoen patiënten in Nederland worden bediend.De IT-systemen hebben een faciliterende rol in de onderlinge gegevensuitwisseling. Hoe meer gegevensuitwisseling mogelijk is, hoe meer tijd de arts overhoudt voor de patiënt. HIS'en die verregaande gegevensuitwisseling mogelijk maken, zoals Medicom, scoorden dan ook het hoogst in dit onderzoek.
Decentraal patiëntendossier
In Amsterdam voeren huisartsen al sinds 2015 een proef uit met een alternatief patiëntendossier. Het gaat om een decentraal systeem onder de naam Whitebox, ontwikkeld door startup Whitebox Systems. De huisarts is de spil in dit privacy-by-design systeem, dat huisarts en patiënt volledige controle moet geven over de uitwisseling van medische gegevens. Samen bepalen ze wie toegang tot welke data krijgt.De artsen die aan de pilot deelnemen, regelen via het Whitebox-kastje in hun praktijk de toegang tot de patiëntendossiers die de huisarts van zijn patiënten bijhoudt. Omdat het systeem aan de arts toebehoort, is de uitwisseling van gegevens juridisch en technisch beschermd door het beroepsgeheim. Het is de bedoeling om uiteindelijk ook organisaties zoals ziekenhuizen op het systeem aan te sluiten.