Al decennia wordt er gewerkt aan betrouwbaardere en intelligentere systemen voor domotica. Maar de laatste jaren is er ook steeds meer aandacht voor het benutten van de data uit deze systemen. Al dan niet in combinatie met data uit andere bronnen zoals het elektronisch cliëntendossier (ECD), kan data uit domotica helpen om te komen tot verbeteringen in de kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Hierin zijn drie trends te herkennen, menen Vilans-adviseurs Dirk Lukkien en Esther Roosdorp.
Grotere nauwkeurigheid
Domoticasystemen zijn voor passieve alarmering steeds vaker uitgerust met (lerende) algoritmen die steeds nauwkeuriger alarmsituaties kunnen detecteren. Daardoor kunnen deze systemen echte alarmen steeds beter onderscheiden van valse of loze meldingen. De bekendste vorm van zorgdomotica is de alarmknop die een persoon bij zich draagt. Hiermee kan hij of zij in geval van nood een zorgverlener of mantelzorger alarmeren.
Naast zulke toepassingen voor actieve alarmering, zijn er ook systemen die automatisch signaleren wanneer zich situaties voordoen waarbij direct ingrijpen gewenst of noodzakelijk is. Hiertoe behoren onder meer valincidenten, agressie, epileptische aanvallen, angst en paniekaanvallen, of wanneer valgevaarlijke of verwarde cliënten binnen een instelling ‘s nachts uit bed zijn of hun kamer verlaten. Denk aan sensornetwerken, camera’s met beeldinterpretatie en uitluistersystemen.
Domotica bij cliënten thuis
Een tweede trend is dat domotica de laatste jaren steeds vaker hun intrede doen in de thuissituatie van cliënten met een langdurende zorgvraag. Op basis van leefstijlmonitoring kan bijvoorbeeld voortdurend het activiteitenpatroon worden gemonitord van zelfstandig wonende ouderen met dementie of cliënten met een verstandelijke beperking.
Mantelzorgers of zorgverleners kunnen zo inzichten opdoen over hoe de planning van (mantel)zorg past bij het leefpatroon of de wensen van de cliënt. Maar ze kunnen ook zien of er langzame veranderingen in het leefpatroon van de cliënt zijn of ze krijgen notificaties van plotselinge afwijkingen zoals een verhoogd toiletgebruik of een onrustige nacht.
Deze afwijkingen worden vastgesteld op basis van lerende algoritmen die tijdens een leerperiode eerst het dagelijks leefpatroon vastleggen en vervolgens de mantelzorger of de zorgprofessional attenderen op aanzienlijke afwijkingen in dit dageli leefpatroon.
Slimmer en persoonsgerichter
Een derde trend is dat er steeds meer mogelijkheden ontstaan om de data die domotica genereren, breder te benutten. Domotica hoeft niet alleen te worden ingezet voor alarmering. Ook kan het worden benut om de verrichting van zorghdelingen slimmer en persoonsgerichter te plannen.
Het gehele artikel van Dirk Lukkien en Esther Roosdorp is hier te lezen.