‘We willen een 10 voor taal’

18 april 2018
‘We willen een 10 voor taal’
Standaarden

Wie met iemand in gesprek gaat die een andere taal spreekt, ervaart hoe moeilijk het kan zijn om helder met elkaar te communiceren. Ook in de zorg komen we dit tegen: niet altijd spreken mensen die zorg verlenen of ontvangen dezelfde taal. Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat er eenheid van taal in de zorg komt, vertelt Joyce Simons.

Joyce Simons is programmamanager van het landelijk platform Registratie aan de bron. Het programma wil bereiken dat informatie uit het zorgproces eenduidig én eenmalig wordt vastgelegd voor hergebruik, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek of het aanleveren van kwaliteitsinformatie. Zodat zorginformatie compleet en altijd beschikbaar is voor patiënten en zorgverleners. Dat leidt weer tot betere zorg.

Simons: “Het mag duidelijk zijn dat eenheid van taal van essentieel belang is met het oog op die eenduidigheid. Het is daarom ook een belangrijke pijler in het programma.” Ze concludeert daarover: “We zijn op de goede weg, maar er is ook nog een wereld te winnen!”

Overal neemt besef toe

Hoe mooi zou het zijn als informatie in alle zorginstellingen in Nederland door zorgverleners en in toenemende mate ook door patiënten zelf, op dezelfde manier wordt opgeslagen en gedeeld. Als gegevens dan van het ene naar het andere ziekenhuis worden gestuurd, is het voor de professionals in het ontvangende ziekenhuis meteen duidelijk wat het medisch verleden van een patiënt is. Dubbel werk wordt voorkomen, omdat het ontvangende ziekenhuis meteen verder kan met de ontvangen gegevens.

Hoe mooi zou het ook zijn als mensen die een arts hebben gesproken, precies begrijpen welke behandeling hen te wachten staat. Of wanneer je als ouder medische gegevens van je kind kan inzien en ook écht samen met de arts beslissingen kan nemen. Simons: “Dat klinkt misschien als toekomstmuziek, maar je ziet overal in het land het besef toenemen dat zorginformatie eenmalig en op een eenduidige manier moet worden vastgelegd.”

Samen op weg naar eenheid van taal

“Niet alleen dát besef neemt toe. Er zijn zoveel partijen die de handen ineen hebben geslagen en samenwerken om dit voor elkaar te krijgen. En dat is prachtig om te zien. Bij het platform Registratie aan de bron zie je verschillende werelden samenkomen en wil men elkaars taal heel graag spreken”, zegt Simons.

Het platform is een samenwerkingsverband van de acht umc’s, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Nictiz, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, de Federatie Medisch Specialisten en GGZ Nederland. Zij zetten zich gezamenlijk in voor een efficiënter zorgproces, minder registratielasten, een betere kwaliteit van zorgdata en voor meer inzicht in zorggegevens voor de patiënt.

Van cd-rom naar Basisgegevensset Zorg

Het platform Registratie aan de bron heeft bijvoorbeeld de Basisgegevensset Zorg ontwikkeld. De Basisgegevensset Zorg is ontwikkeld om een goede overdracht en continuïteit van zorg op een zo praktisch mogelijke manier en snel te realiseren. Deze set met basisgegevens bevat patiëntgegevens waarover alle zorgverleners moeten en willen beschikken. De gegevens van de Basisgegevensset Zorg worden met voorrang geïmplementeerd in de verschillende EPD’s en technische systemen die zorgverleners gebruiken.

“De basisgegevensset invoeren vraagt om een tijdsinvestering van zorgprofessionals. Maar als je de basisgegevens eenmaal hebt, kost het zorgprofessionals minder tijd op het moment dat zij gegevens van een patiënt ontvangen. Als deze gegevens eenduidig zijn ingevoerd, spreken we ook nog eens dezelfde taal! Ik hoor van veel artsen en verplegend personeel dat zij uitkijken naar deze digitale manier van werken. Je kunt het je anno 2018 bijna niet meer voorstellen, maar nu worden gegevens soms door medewerkers van een ziekenhuis nog op een cd-rom gezet en afgeleverd bij een ander ziekenhuis. Daarom is het zo belangrijk dat de Basisgegevensset Zorg nu zorgbreed wordt ingebouwd, en vervolgens wordt gebruikt.”

Twee andere pijlers

Simons benadrukt dat het programma – naast op eenheid van taal - ook nog op twee andere pijlers inzet: “We werken er met elkaar hard aan dat de EPD-systemen goed zijn ingericht en met elkaar kunnen ‘communiceren’. Ook zetten 

we enorm in op het maximaal faciliteren van zorgverleners, om het hen eveneens mogelijk te maken die zorginformatie zó vast te leggen dat bijvoorbeeld het uitwisselen voor overdracht mogelijk is. Want weet: zorgverleners zijn echt gemotiveerd om informatie goed vast te leggen. Goede dossiervoering is een kerntaak: van groot belang voor veilige zorg. Het wordt ze alleen lang niet altijd makkelijk gemaakt. Ook daarin proberen wij verandering te brengen.”

Op weg naar duurzaam informatiestelsel

Als het om zorggegevens gaat, is samenwerking het sleutelwoord. Ook bij alle organisaties die zijn aangesloten bij het Informatieberaad Zorg zie je volgens Simons de wil om zorggegevens veilig en betrouwbaar te delen. Het Informatieberaad maakt afspraken, standaarden en voorzieningen op weg naar een duurzaam informatiestelsel.

‘’Ik vind het bijvoorbeeld mooi om te zien dat het gestandaardiseerd uitwisselen van informatie en het eenmalig vastleggen expliciet als twee van de vier outcomedoelen van het Informatieberaad zijn geformuleerd”, aldus Simons.

Drie programma’s

Daarnaast dragen drie verschillende programma’s bij aan de outcomedoelen van het Informatieberaad.

Bij VIPP gaat het erom dat patiënten meer inzicht krijgen in de eigen zorg. MedMij gaat ervoor zorgen dat iedereen die dat wil kan beschikken over zijn gezondheidsgegevens in één persoonlijke gezondheidsomgeving. Het programma Medicatieproces maakt betere vastlegging en uitwisseling van medicatiegegevens tussen zorgverleners onderling en zorgverleners en de patiënt mogelijk.

Niet alleen door de Basisgegevensset Zorg, maar ook door gebruik te maken van zorginformatiebouwstenen (zib’s) komt het duurzame informatiestelsel steeds meer in zicht. Simons: “Het feit dat het Informatieberaad de basisgegevensset en de zib’s als standaard voor de zorg heeft vastgesteld, mag met recht een mijlpaal genoemd worden.”