Kansen voor digitalisering in de farmaceutische zorg

vr 12 april 2019
Kansen voor digitalisering in  de farmaceutische zorg

Ons zorgsysteem is een van beste in zijn soort wereldwijd en innovatie krijgt veel kans, ook binnen medicijnvoorziening. Veel (nieuwe) medicijnen hebben een aangetoonde meerwaarde voor de kwaliteit van leven bij ziekte, maar worden vaak nog niet optimaal ingezet. Door therapie-ontrouw en verkeerd geneesmiddelgebruik wordt veel zorgbudget verspild. Als samenleving zijn we er verantwoordelijk voor om ons medicijngebruik ook in de toekomst effectief, toegankelijk en betaalbaar te houden. Hoe zorgen we samen voor een duurzaam systeem dat verbetering van kwaliteit van zorg en leven stimuleert met een zo hoog mogelijke kans op optimale patiëntuitkomsten? Welke rol spelen innovatie en nieuwe technologieën hierin? Welke kansen biedt dat voor de farmaceutische zorg en wat zijn de randvoorwaarden?

Aan het begin van 2019 schreef de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat de groei van het aantal patiënten en de komst van nieuwe medicijnen ertoe leiden dat de totale uitgaven aan (vooral dure) geneesmiddelen blijven stijgen1. Daar komt bij dat iedere euro die aan geneesmiddelen wordt uitgegeven, ongeveer 20 procent aan bijkomende nieuwe kosten oplevert. Dit wordt veroorzaakt door therapieontrouw, onjuist gebruik van de geneesmiddelen en de bijkomende gezondheidsschade die hiervan het gevolg kunnen zijn2.

Inzet digitale zorgtechnologie en data
Steeds meer burgers zijn zich bewust van hun gezondheid en welzijn en gebruiken digitale zorgproducten, waarmee gezondheidsdata worden verzameld. Deze ontwikkeling wordt ook wel ‘Quantified Self’ genoemd. Door slimmer gebruik te maken van deze - al beschikbare en toekomstige - digitale zorgtechnologieën, kunnen we inzicht krijgen in de mate van (goed) medicijngebruik.

Zo kunnen data van onder andere wearables (zoals smartwatches, ECG-hoofdbanden of slimme kleding) of health-apps behulpzaam zijn in het genereren van kennis rondom gebruik en effect van medicatie bij een patiënt - al dan niet geanalyseerd met behulp van kunstmatige intelligentie.

Door inzet van deze data kunnen zorg en farmacie steeds meer preventief van aard worden. Bijvoorbeeld omdat therapie-ontrouw of ernstige bijwerkingen bij specifieke patiënten kunnen worden voorspeld. Bijvoorbeeld de situatie dat een patiënt een geneesmiddel gebruikt dat een hoge hartslag kan veroorzaken als bijwerking. Diezelfde patiënt draagt misschien wel al een horloge dat de hartslag meet. Hoe handig zou het zijn als een apotheker deze data kan koppelen aan het medicijngebruik en een advies stuurt naar de huisarts, wanneer bijvoorbeeld de dosering van het medicijn verlaagd zou moeten worden (voordat iemand met complicaties in het ziekenhuis komt)?

Een ander voorbeeld is dat er een gepersonaliseerde melding gestuurd wordt naar een app of device van een patiënt, als de bijsluiter van een medicijn is veranderd, om aan te geven welke gevolgen deze aanpassing kan hebben voor de patiënt.

Door deze aanpak kan geleidelijk een verschuiving van ‘zorg-voor-ziekte’ naar ’zorg-voor-gezondheid’ optreden, die gericht is op persoonlijke preventie en verdere gezondheidsproblemen en verergering van ziekte kan voorkomen. Dat kan ook een positieve invloed hebben op verspilling en toekomstige zorgkosten en de kwaliteit van leven verbeteren.
Huisartsen benutten digitale technologiedata in sommige gevallen al, door deze data mee te nemen in een behandeladvies. Apothekers doen dit momenteel nog in beperkte mate.

Pharmbots, digital therapeutics
Laten we nog een paar relevante technologieën kort benoemen, die de farmaceutische zorg kunnen versterken: chatbots en digital therapeutics.

Chatbots zijn algoritmes die een interactie met een patiënt aan kunnen gaan, zoals het beantwoorden van vragen over een geneesmiddel of de apotheekservice. Ook kunnen bots onder meer bijhouden welke patiënt welke medicatie nodig heeft en een waarschuwing sturen. Dat kan zijn als medicijnen die voor één patiënt zijn voorgeschreven, negatief op elkaar kunnen reageren, of wanneer de houdbaarheidsdatum is verstreken. Hiervoor gebruikt een chatbot vaak Artificial Intelligence. Als medicatieondersteuning zou je zo’n chatbot een ’pharmbot’ kunnen noemen - een soort nieuwe vorm van AI: Apothecary Intelligence.

Digital Therapeutics, zoals ze internationaal genoemd worden, zijn behandelmethoden die met behulp van apps, sensoren en Internet-of-Things-devices het gedrag en de leefstijl van een patiënt beïnvloeden. Zo kan de technologie (vaak samen met persoonlijke begeleiding van een zorgverlener) de hoeveelheid medicatie verminderen of zelfs overbodig maken. Digital Therapeutics worden daarom ook wel de ‘3de generatie geneesmiddelen’ genoemd.

Meerwaarde bij behandeling
Essentieel is dat een Digital Therapeutic in principe via strikt wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het een meerwaarde bij een behandeling heeft. Hiermee is het al mogelijk de digitale therapie in de VS te registreren. In Europa is dat nog niet het geval, maar de nieuwe medical device wetgeving (MDR) die in 2020 gaat gelden, zal hier mogelijk in gaan voorzien.

Indicaties waar al geregistreerde Digital Therapeutics voor bestaan in de VS zijn bijvoorbeeld astma, diabetes type II, ADHD, depressie en verslaving. Apothekers moeten wel weet te hebben van het gebruik van een dergelijke digitale ondersteuning, omdat deze het gebruik van het geneesmiddel kan beïnvloeden.

Bedreiging of kans?
De farmaceutische sector is zeker in beweging en nieuwe initiatieven met slimme apps en persoonlijke begeleiding komen steeds vaker voor het voetlicht. Zo zijn er apotheken die hun COPD-patiënten al met een digitale persoonlijke assistent begeleiden (SARA), die met slimme bloedglucosemeters werken en die robots inzetten ter begeleiding van uitgifte van geneesmiddelen.

Digitaal waar het kan, menselijk waar het moet

Meegaan met veranderingen is ook noodzakelijk, want er is een generatie patiënten in opkomst die gewend is aan de digitale wereld en die verwacht dat hun persoonlijke gegevens rondom zorg en medicatie digitaal beschikbaar zijn. Wie daar niet tijdig rekening mee houdt, kan worden ingehaald door andere partijen – bijvoorbeeld uit de technologiesector - die sneller anticiperen op deze nieuwe klantbehoeften.

Apothekers die zich verdiepen in de nieuwe ontwikkelingen zijn over het algemeen enthousiast over de kansen die de ‘digitale revolutie’ biedt om hun werk nog beter, en vaak leuker, te kunnen doen. Uiteindelijk kunnen digitale technologieën logistiek en zorg efficiënter maken. Zo blijft er meer tijd over voor de primaire rol van een apotheker: humane zorg leveren binnen een optimale behandelrelatie met de patiënt. De verwachting is dan ook dat met de opkomst van digitale technologie de apotheker en de huisarts niet zullen verdwijnen, maar dat zij - versterkt met data-kennis - nog meer focus op zorgtaken kunnen gaan leggen.

Randvoorwaarden
Prachtige ontwikkelingen dus, die de (farmaceutische) zorg kwalitatief beter, meer circulair en betaalbaarder kunnen maken. Voor het bouwen en implementeren van technologische toepassingen geldt hetzelfde als voor andere e-health toepassingen: ze moeten voldoen aan wet- en regelgeving en aan de (ethische) normen en waarden die onze samenleving hanteert. De privacy van patiënten en de zorgvuldige omgang met hun gegevens moeten zijn gewaarborgd, evenals de veiligheid van systemen en data, en kwaliteitseisen moeten worden opgevolgd.

Wat aanbieders én gebruikers van deze middelen daarbij kan helpen, is het hanteren van een compliance blueprint methodiek bij het op de markt brengen van nieuwe middelen (zie kader hieronder). Hierin komen de regels van bijvoorbeeld privacy, security en kwaliteit aan bod.
Een andere randvoorwaarde is dat ontwerpers en zorgverleners zich bewust zijn van de ethische aspecten die bij inzet van digitale producten een rol spelen en hier integer mee omgaan. Je kunt bijvoorbeeld patiënten niet dwingen om alleen digitaal zorgbegeleiding te krijgen. En hoe bewaak je de balans ‘digitaal waar het kan, menselijk waar het moet’? Hoe zorg je ervoor dat je als zorgverlener blijft begrijpen hoe een algoritme aan zijn beslissingsondersteunend advies komt? Allemaal afwegingen binnen dilemma’s die met de voortschrijdende digitalisering frequenter zullen voorkomen.

Een derde belangrijke randvoorwaarde is het meebewegen van het onderwijs, om de educatie te laten aansluiten op de nieuwe (digitale) kennisbehoeften. In veel medische en farmaceutische opleidingen komt kennis rondom zorgtechnologie en data science nog maar beperkt aan bod. Meer aandacht voor deze onderwerpen zorgt er niet alleen voor dat toekomstige apothekers meer bekend zijn met het onderwerp, maar deze kennis ook kunnen inzetten om medicijngebruik zo effectief, toegankelijk en betaalbaar mogelijk te houden. De synergie tussen digitale zorg versterkt met een menselijke professionele benadering: daar wordt zowel de patiënt als de samenleving beter van.

Door innovation partner