Hoe staat het met het gebruik van technologie in de langdurige zorg?

31 augustus 2017
Hoe staat het met het gebruik van technologie in de langdurige zorg?
Overheid

Waarom is het gebruik van technologie in de langdurige zorg nog niet zo grootschalig als we wel zouden willen? Binnen het Lectoraat Health Innovations and Technology van Fontys is dit een belangrijk vraagstuk. Een van de ‘tools’ die het lectoraat daarbij gebruikt is de TARS (Technology Adoption Readiness Scale). Deze vragenlijst, in combinatie met het daaropvolgende gesprek, maakt het mogelijk om vanuit het perspectief van zorgprofessionals te ‘meten’ hoe het staat met het gebruik van een nieuw geïntroduceerde technologie.

Er zijn binnen en buiten de zorg verschillende theorieën en modellen ontwikkeld, die het al dan niet opnemen van technologie in het dagelijks werk kunnen verklaren (zie kaders twee en drie). De Technology Acceptance Readiness Scale (TARS) is hier een voorbeeld van. Hierin worden de gebruikte processen bevraagd aan de hand van 32 vragen. Daarmee kan men zich een idee vormen waaraan het nog schort in een organisatie, om te komen tot een normalisering in het gebruik ervan.
Technologie niet voor iedere cliënt de juiste oplossing
De auteurs van dit artikel hebben deze vragenlijst afgenomen bij drie Nederlandse zorginstellingen voor langdurige zorg, die alle drie een nieuwe technologie zijn gaan implementeren. Bij de eerste organisatie was dat beeldzorg, bij de tweede de inzet van toezichthoudende domotica, en bij de derde het gebruik van Paro de robotzeehond. Na afname van de vragenlijst bij de zorgprofessionals werd een verdiepend gesprek gehouden met zorgprofessionals. In dit gesprek kwam naar voren wat er speelde op de werkvloer en wat zorgprofessionals belangrijk vonden met betrekking tot het gebruik van technologie.

Kosten en baten afwegen, dat is voor het management

Opvallend bij alle drie de zorgorganisaties was dat de meeste zorgprofessionals bij een vraag als ‘de overheid stimuleert het gebruik van technologie in de zorg’, aangaven daar geen idee over te hebben. Ook gaven ze aan een goede balans tussen kosten en baten bij de inzet van technologie geen belangrijk motief te vinden om een technologie al dan niet te gebruiken. In de discussie bleek dat dit meer een zaak voor het management gevonden wordt.

Technologie op maat

Wat zorgprofessionals wel belangrijk vinden, is het inzetten van technologie op maat. De vraag in hoeverre de technologie ‘regulier’ was geworden (oftewel, onderdeel van het normale zorgproces), riep veel discussie op. De participerende zorgprofessionals stelden dat technologie niet bij iedere cliënt de juiste oplossing bood. Normalisering van technologische oplossingen was volgens hen dan ook niet het juiste pad om te bewandelen. De gezamenlijke discussie, naar aanleiding van de TARS resultaten, droeg opvallend genoeg op deze manier bij aan het implementatieproces. Tijdens de gesprekken kwamen wel verschillende ideeën naar boven: waar sommigen kansen zagen voor bepaalde doelgroepen, zagen anderen die niet. Men wisselde ervaringen uit en professionals die eerder weinig heil zagen in de technologie, werden enthousiaster door de verhalen van hun collega’s. Het blijkt dat wanneer er meer aandacht is voor het gezamenlijk bespreken van het hoe en waarom van zorgtechnologie, dit positief bijdraagt aan het proces van de implementatie.

Referenties:

  • (Finch, Mair, O’Donnell, Murray, & May, 2012; Finch et al., 2013; Mair et al., 2012; May et al., 2015; Nieboer, van Hoof, Van Hout, Aarts, & Wouters, 2014)
  • Finch, T. L., Mair, F. S., O’Donnell, C., Murray, E., & May, C. R. (2012). From theory to ‘measurement’ in complex interventions: methodological lessons from the development of an e-health normalisation instrument. BMC Med Res Methodol, 12, 69. doi:10.1186/1471-2288-12-69
  • Finch, T. L., Rapley, T., Girling, M., Mair, F. S., Murray, E., Treweek, S., . . . May, C. R. (2013). Improving the normalization of complex interventions: measure development based on normalization process theory (NoMAD): study protocol. Implement Sci, 8, 43. doi:10.1186/1748-5908-8-43
  • Mair, F. S., May, C., O’Donnell, C., Finch, T., Sullivan, F., & Murray, E. (2012). Factors that promote or inhibit the implementation of e-health systems: an explanatory systematic review. Bull World Health Organ, 90(5), 357-364. doi:10.2471/BLT.11.099424
  • May, C., Rapley, T., Mair, F. S., Treweek, S., Murray, E., Ballini, L., . . . Finch, T. L. (2015). Normalization Process Theory On-line Users’ Manual, Toolkit and NoMAD instrument.   Retrieved from http://www.normalizationprocess.org
  • Nieboer, M. E., van Hoof, J., Van Hout, A. M., Aarts, S., & Wouters, E. J. M. (2014). Professional values, technology and future health care: the view of health care professionals in The Netherlands. Technology in Society, 39, 10-17.
  • Contact: e.wouters@fontys.nl, l.raemaekers@fontys.nl en m.nieboer@fontys.nl
 
  1. Lector Health Innovations and Technology, Fontys Paramedische Hogeschool
  2. Senior onderzoeker en Projectleider Online Hulpverlening Kentalis Academie, Koninklijke Kentalis
  3. Docent-onderzoeker Fontys Paramedische Hogeschool
  4. Associate lector, Fontys EGT - Expertisecentrum Gezondheidszorg & Technologie