Persoonlijke gezondheidsomgeving: ‘must have’ voor paramedische sector

15 februari 2024
Persoonlijke gezondheidsomgeving: ‘must have’ voor paramedische sector
Gegevensuitwisseling
Premium

Het ministerie van VWS wil graag dat iedere Nederlander in 2025 een goed gevulde persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) heeft. Een persoonlijke gezondheidsomgeving in de vorm van een website of app waarin zorggebruikers hun gegevens van zorgverleners kunnen ophalen. Hiermee hoeven ze niet gebruik te maken van meerdere portalen, maar staat alles op één plek bij elkaar.

In de toekomst moet de zorggebruiker ook de gegevens uit de PGO kunnen delen met zorgverleners. Zo zijn zorggebruikers zelf eigenaar van hun gegevens en krijgen ze grip op hun gezondheid. Op dit moment kunnen patiënten hun medische gegevens van vrijwel alle huisartsen en een groot deel van de ziekenhuizen ophalen in een PGO met een MedMij-label. Ook in de paramedische sector zien zorgverleners veel voordelen van de komst van een goed gevuld PGO.  

Fysiotherapeut Finn Hobelman (29) ziet alleen maar mogelijkheden en voordelen voor zowel zorgverlener als gebruiker. Hij hoopt dat ook zijn sector zo snel mogelijk is aangesloten. “In het begin is het misschien even iets meer werk voor de zorgverlener. Maar dat heb ik er graag voor over als dat ervoor zorgt dat mijn patiënt meer grip krijgt op zijn gezondheid en de regie over de eigen medische gegevens.” 

Nu nog veel handelingen 

Hobelman is werkzaam als fysiotherapeut bij Fysiotherapie & Fysiofitness Smit in Goor. Ook hier gebruiken ze een systeem om informatie over een patiënt te bundelen. Maar het delen van die informatie met andere zorgverleners vergt nog veel handelingen. “Medische informatie over een patiënt staat nu op veel verschillende plekken bij verschillende zorgverleners en ik moet veel verzamelen voordat ik als zorgverlener een compleet en betrouwbaar verhaal heb van mijn patiënt,” vertelt hij. 

Zo heeft de fysiotherapeut regelmatig overleg met een andere zorgverlener, waarbij hij eerst toestemming moet vragen aan zijn patiënt. En wanneer de behandeling klaar is, of de patiënt weer naar een andere specialist of een ziekenhuis moet, moet Hobelman het verslag eerst uittikken en meegeven aan de patiënt. 

“Die patiënt moet het verslag weer laten zien aan de volgende zorgverlener, die het misschien ook weer in een ander systeem moet invoeren. Kortom het zou zoveel werk en tijd schelen voor iedereen als de informatie gewoon gedeeld kan worden. En nog veel belangrijker: de informatie is compleet en betrouwbaarder.” 

In eigen tempo

Nu is het vaak zo dat wie thuiskomt van een bezoek in het ziekenhuis, waarschijnlijk de helft van wat er verteld werd, al weer vergeten is. Niet onlogisch, meent Hobelman, want bij zo’n bezoek krijg je veel informatie en indrukken te verwerken. “Hoe prettig zou het dan zijn als je dan nog even in je PGO kunt, op een moment wanneer het jou uitkomt en in je eigen tempo, om daar na te lezen wat er is gezegd en wat nu de volgende stappen in je behandelplan zijn?” 

Motivatie

Hobelman denkt dat een behandeling beter zal verlopen wanneer zijn patiënt gebruik maakt van een PGO. “Ik weet zeker dat mijn patiënt meer gemotiveerd zal zijn wanneer hij of zij de regie heeft over de eigen medische gegevens. En dat is toch ook wat je als zorgverlener graag wil? Want wanneer je patiënt gemotiveerd is, behaal je samen de beste resultaten. Zeker nu de focus in het zorglandschap steeds meer op preventie ligt, denk ik dat een centraal PGO een must is om te zorgen dat iedereen op het juiste moment beschikt over de juiste informatie.”