“Als het gaat om duurzaamheid loopt de zorgsector achter. Het is daarom tijd voor een wake-up call aan bestuurders, brancheorganisaties, zorgprofessionals en andere stakeholders om hen te doordringen van de urgentie dit probleem aan te pakken,” stelt Cathy van Beek, VWS-kwartiermaker duurzame zorg. Patiëntenzorg, opleidingen, onderzoek, innovatie en bedrijfsvoering zijn vaak nog geen integratieve portefeuilles, ook niet bij de brancheorganisaties. “Integratieve onderwerpen als ICT en duurzaamheid blijven daardoor hangen. Een gemiste kans: ICT is geen secundair proces meer, het hoort onderdeel te zijn van het primaire proces in de zorg.” E-health en ICT kunnen een toegevoegde waarde bieden in de strijd tegen de schaduwkant van de zorg: de autonome stijging van energieverbruik. Dit aspect wordt onderdeel van de Green Deals die VWS in oktober met alle betrokken branches wil sluiten.
“De zorgsector verkeert in staat van paradox: ze probeert mensen beter te maken of kwaliteit van leven te bieden, terwijl haar ecologische voetafdruk een negatieve impact heeft op de omgeving en daarmee op de gezondheid van mensen. De zorg veroorzaakt 5 procent van de CO2-uitstoot. Het is onze verantwoordelijkheid om hier expliciet aandacht voor te hebben en deze vicieuze cirkel te doorbreken,” stelt Cathy van Beek, voormalig bestuurder bij het Radboudumc en sinds medio januari dit jaar Kwartiermaker duurzame zorg, benoemd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Van Beek heeft de taak om bestuurders, brancheorganisaties en andere relevante stakeholders niet alleen bewust te maken van de urgentie de zorg te verduurzamen, maar ook van hun grote rol daarbij. “We gaan de discussie hierover intensiveren en versnellen met als doel: voor de zomer een robuuste basis te leggen onder de Green Deals die in oktober opnieuw gesloten worden. Hiermee levert de zorgsector een substantiële bijdrage aan de klimaatdoelstellingen uit het Regeerakkoord.”
Regeerakkoord
Niet alleen het huidige regeerakkoord, maar ook eerdere positieve ervaringen met verduurzaming binnen de sector inspireren het ministerie van VWS in te zetten op verduurzaming van de zorg. “Er is een ziekenhuis dat anders naar voeding is gaan kijken en de verspilling ervan van 34 procent heeft teruggebracht naar 11 procent en streeft naar 5 procent,” noemt Van Beek als voorbeeld. “En de patiënttevredenheid over de kwaliteit van voedsel is zelfs aanzienlijk gestegen.”
Dat zijn voor VWS de goede voorbeelden waardoor men weet dat de doelstellingen integraal aansluiten bij wat goed is voor patiënten. En bij wat (zorg)personeel inspireert serieus in te zetten op verduurzaming en daarmee terugdringen van verspilling. Van Beek: “Het mes snijdt aan twee kanten. Een grote sector dringt de CO2-uitstoot terug en draagt bij door het tegengaan van verspilling van voedsel en medicijnen (in afvalwater) aan het betaalbaar houden van de zorg.”
In de groene ambitie voor de zorgsector is het huidige regeerakkoord leidend. Het gaat hierbij om een vermindering van de CO2-uitstoot, het opzetten van een circulaire economie, het verminderen van medicijnresten in water en het bijdragen aan een omgeving die de gezondheid bevordert. “Bij deze doelstellingen kunnen slimme ICT toepassingen het verschil maken,” stelt de bevlogen kwartiermaakster.
Kennistafels
Van Beek is met de sector in gesprek om de beweging richting duurzame zorg te versnellen. “Ik heb Kennistafels opgezet met alle betrokken partijen om in beeld te krijgen wat nodig is om de zorg te verduurzamen.”
Aan deze Kennistafels zit de top van VWS, bestuurders en brancheorganisaties in de zorg (ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VNG) en bestuurders als ambassadeurs die uitblinken in duurzaam denken en doen binnen hun zorginstelling en dat bereid zijn uit te dragen.
Van Beek heeft er bewust voor gekozen om de stakeholders gezamenlijk uit te nodigen. “Dit heeft meer effect dan met iedereen apart gaan praten. Zo bereiken we sneller een opschaling en als er obstakels zijn, heb je die eerder in beeld. Er kan dan in gezamenlijkheid bedacht worden welke oplossingen voorhanden zijn of ontwikkeld moeten worden. Omdat ik eronderstel dat e-health en smart e-solutions van grote betekenis zijn als straks het ziekenhuisbed thuis staat, moeten we ook de milieuwinst- en verliesrekening (extra elektriciteit) opmaken. Ook bekijken we hoe VWS hen hierbij kan ondersteunen. De zorg verduurzamen vereist dat we integraal naar zorg kijken en de slimme ICT oplossingen die er zijn ook benutten.”
Andere mindset
Veel patiënten vragen hier ook om, is haar ervaring. “Het is in deze tijd niet meer acceptabel om voor elke controle-onderzoekje naar het ziekenhuis af te reizen terwijl via telemonitoring ook vanuit huis bloedwaardes gemeten kunnen worden, of het hartritme te monitoren is.”
Van Beek geeft aan dat dit een andere inrichting vereist, niet alleen van de gebouwen (minder poliklinieken), de organisatie van de zorg (patiëntassistenten) en de inrichting (ICT in primaire proces). Maar vooral ook een andere mindset. “Ik schat in dat in 2020 de helft van de controle-afspraken met patiënten niet meer in het ziekenhuis plaatsvinden, maar thuis via telemonitoring. Daar zullen doktoren en patiënten aan moeten wennen. Uitgangspunt hierbij is wel: wat wil en kan de patiënt? Alleen zo kunnen we de zorg verduurzamen.”
De psychiatrie is hierin volgens haar het meest volwassen. “In de somatiek staat het echter nog in de kinderschoenen.” Uiteindelijk gaat het om het verbeteren van de kwaliteit van leven met respect voor onze aarde. Concreet betekent dit een vermindering van de CO2-uitstoot, het opzetten van een circulaire economie en het verminderen van medicijnresten in water.”
Telemonitoring
Bij vermindering van CO2-uitstoot speelt ICT een belangrijke rol. “Het nieuwe ziekenhuisbed staat immers thuis”, zegt Van Beek. Controlemomenten vinden dankzij telemonitoring straks veel meer plaats vanuit huis. Dat leidt tot minder (poli)klinieken, terwijl een intensiever contact met de arts mogelijk is omdat dit locatie-onafhankelijk en op ieder gewenst moment kan plaatsvinden.
Van Beek: “Het zou een gemiste kans zijn voor zowel de patiënt als de zorgverlener om niet optimaal gebruik te maken van digitale innovaties. Veel patiënten hebben graag zelf de regie. Dan is het prettig om bijvoorbeeld via een apparaatje zelf je bloeddruk of hartslag te meten en door te geven of een bezoek aan een polikliniek zelf in te plannen via een portaal.”
Ook is het mogelijk patiënten met ernstige ziektes uitslagen van belangrijke scans eerst rustig thuis te laten lezen voordat het gesprek met de arts plaatsvindt. Of een chemokuur vanuit huis te ondergaan, terwijl de patiënt op afstand wordt gemonitord. “Patiënten geven vaak de voorkeur aan hun eigen vertrouwde omgeving,” is de ervaring van Van Beek, “mits ze het gevoel hebben dat ze te allen tijde kunnen terugvallen op hun behandelteam. “
Patiëntassistent
Van Beek geeft aan dat naast deze interface-to-interface contacten persoonlijk contact met de zorgverlener belangrijk blijft. “Leidend is wat de patiënt wil en kan: welke ondersteuning heeft hij/zij nodig? Daar moet het in het contact met de patiënt over gaan. Want niet iedereen is digitaal even vaardig. Ik ben ervoor om ook mantelzorgers te leren omgaan met de apparatuur waarmee we de gezondheid van een patiënt monitoren. En als we zorg op afstand organiseren, moet dit ook goed worden ingericht in het ziekenhuis. Ik denk dan aan patiëntassistenten, die het supportpunt vormen voor de patiënt, waar die zich ook bevindt.”
Circulair systeem
Terug naar duurzaamheid: in de opzet van een circulair systeem (‘van hebben naar delen’) is verouderde medische apparatuur een belangrijke factor. Afgeschreven apparatuur vindt vaak zijn weg naar ontwikkelingslanden. “Een prachtige bestemming, dat moeten we voor een deel ook blijven doen,” stelt Van Beek. “Maar in een volledig circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt en behouden grondstoffen hun waarde. Dus naast hergebruik van onze medische apparatuur willen we ook hergebruik van grondstoffen bevorderen. Afgedankte apparatuur moet terug naar de producent zodat die er weer nieuwe van kan maken. Het mooiste is dan dat de producent eigenaar blijft zodat het onderhoud adequaat plaatsvindt en de vervanging door een innovatiever device niet blijft hangen in bureaucratie. ”
Chip in verpakking
“Ook bij een ander speerpunt uit het regeerakkoord, terugdringen van verspilling, kunnen we in de zorg nog grote stappen zetten”, zegt Van Beek. Niet gebruikte medicijnen in niet aangebroken doosjes worden nog te vaak weggegooid vanwege de hygiëne. “Die zouden teruggebracht moeten worden naar de apotheek. Maar veilig medicijngebruik staat voorop, dus is het van belang te weten of de verpakking niet is geopend of bij de verkeerde temperatuur is bewaard. Dat is te meten via een chip in de verpakking,” licht Van Beek toe. “Daarmee kun je de kwaliteit van het medicijn garanderen en verspilling voorkomen.”
Werkplezier
Van Beek geeft aan dat gedragsverandering en het benutten van slimme ICT- toepassingen vraagt om kraamkamers, zoals het Radboudumc ReShapeCenter van Lucien Engelen. Om brede implementatie te stimuleren heeft Van Beek het idee mensen die duurzaam denken en handelen in het ‘groene’ zonnetje gezet.
“Want het gaat niet alleen om vergroening. De werkdruk in de zorg is hoog en de inzet van digitale oplossingen kan ook het werk vergemakkelijken en het werkplezier vergroten. Zo heeft Marloes Pomp, voorzitter van de commissie Technologie bij het Radboudumc, in hightech operatiekamers, een ICT-toepassing ingevoerd, waarmee tijdens de operatie van bijvoorbeeld borstkanker direct beoordeeld kan worden of de snijranden vrij zijn van kankercellen.”