Acteur Huub Stapel is een energieke en fitte verschijning. We ontmoeten elkaar aan de keukentafel in de studio van fotograaf Govert de Roos. De begroeting is hartelijk, alsof we elkaar al jaren kennen en we elkaar vorige maand nog hebben gezien.
Goedemorgen, kop koffie erbij en steek maar van wal!’
Ha Huub, je ziet er goed uit!
‘Dank je. Jij ook!’
Hoe is het met je gezondheid?
‘Prima, ik voel me prima.’
Wat doe je om fit te blijven?
‘Ik wandel zoveel mogelijk, twee à drie keer per week op de loopband, ik doe aan krachttraining en ik heb geen zittend beroep. Ook dat scheelt.’
Wandelen? Niet hardlopen?
‘Wandelen. Met een hartslag beneden 120 slagen per minuut. Ik word begeleid door voormalig atletiekcoach Henk Kraaijenhof: Hij zegt altijd: Rennen verbrandt energie en wandelen verbrandt vet. Minimaal een half uur per dag. Maar ik streef naar een paar keer per week een uur.’
Geen hoge bloeddruk of hartklachten? Geen medicatie? Zo fit als een hoentje?
‘Geen noemenswaardige klachten, op een hernia na, dan. Maar daar heb ik sinds de opnamen van Amsterdamned in 1988 al last van. Een ongeluk, met de speedboot tegen een muur geploft. Ik had wel dood kunnen zijn. En nee, ik slik geen medicatie. Behalve dan een handvol vitamines en supplementen, kurkuma en nog wat van dat soort spul.’
En niet roken en niet drinken?
‘Nou, van een goed glas wijn houd ik wel.’
Wat vind je van de gezondheidszorg in Nederland?
‘In vergelijk met sommige andere landen, mogen we misschien wel blij zijn, maar ik heb geen hoge pet op van die zogenaamde managers. Van die Jan Doedels die het in de gezondheidszorg én ook in het onderwijs voor het zeggen hebben. Van die types die geen enkele affiniteit met het vak hebben en regels opstellen waardoor mensen in de zorg en in het onderwijs worden belast met veel te veel onzinnige administratie. Wat ten koste gaat van waar het werkelijk om draait, namelijk daadwerkelijke gezondheidszorg en goed onderwijs. Als
je echt een goed gezondheidszorg- en onderwijssysteem wilt, dan zorg je ervoor dat verplegend personeel en docenten goed betaald worden. Je zorgt ervoor dat gezondheidszorg en onderwijs écht prioriteit nummer een zijn.’
En als het gaat om je persoonlijke ervaringen?
‘December 2016 raakte ik zwaar geblesseerd aan mijn bovenbeen. Gescheurde quadriceps. De dienstdoende op de spoedeisende hulp keek naar de foto’s en stuurde me naar huis met een paar krukken. De foto’s wezen uit dat het niet was gebroken. Een paar dagen niet belasten en het zou wel goed komen. Mooi niet. Als ik niet was terug gegaan voor een second opinion zou het slecht zijn afgelopen. Mijn bovenbeenspier was op meerder plekken afgescheurd. Een medische misser! Meteen onder het mes. Ik heb maandenlang moeten revalideren. Ik moet bekennen dat ik mensen ken vanuit de gezondheidszorg. Dus de lijntjes zijn soms net even wat korter. Maar als mijn zusje mij vertelt dat ze zojuist bloed heeft laten prikken en over zeven weken moet terugkomen voor foto’s, dan frappeert mij de inefficiëntie. Ik weet van vrienden in België en Duitsland dat het daar anders is georganiseerd. Daar heb je op een ochtend, vijf, zes verschillende onderzoeken, zoals foto’s, bloed enz. Een efficiëntere aanpak binnen de Nederlandse gezondheidszorg zou veel tijd en geld besparen.’
Heb je ervaring met ICT en healthcare?
‘Ik laat me een keer per jaar door Henk Kraaijenhof controleren. Een vitaliteitsmeting. Zit ik met een paar electroden op mijn voorhoofd op een plaat, aangesloten aan een apparaat met bepaalde software. Binnen een paar minuten worden er zes A4-tjes uitgedraaid waarop staat hoe het met me is gesteld. De dikte van mijn vaten, de conditie van mijn longen, mijn lever, mijn hart, mijn nieren, de hersenen, mijn bloed… alles staat erop. Kort na zo’n jaarlijkse controle werd ik in een ziekenhuis helemaal binnenste buiten gekeerd. De uitkomst daarvan kwam voor 99,9 procent overeen met wat ik al wist.’
Toen begon jij te wapperen met die zes A4-tjes…
‘Nee. Maar ik vind wel dat de gezondheidszorg meer gebruik zou moeten maken van alternatieve onderzoeksmethoden. Het feit dat daar niets mee wordt gedaan, zegt mijn inziens veel over de financiële belangen binnen de gezondheidszorg, zoals verzekeringsmaatschappijen en de farmaceutische industrie.’
Dat is duidelijke taal
‘Zo denk ik er over. En dan nog iets. Als wij onze kinderen op de basisschool les zouden geven in de juiste ademhaling, ben ik er van overtuigd
dat dat in toekomst miljarden zal besparen op de gezondheidszorg. Als ik aan een voorbijganger op straat vraag om in te ademen, dan trekt die persoon de schouders op. Ademhaling moet naar je buik. Dat is belangrijk voor je hele systeem. Een baby in moeders buik doet het van nature goed. Eenmaal op deze aardkloot zorgen impulsen van buitenaf voor spanningen en verkramping. Echt, verbeter je ademhaling, dat doet wonderen. Zowel fysiek als mentaal.’
Als jij iets voelt wat lijkt op een fysieke klacht ga je dan naar je huisarts of ga je eerst online op zoek?
‘Ik ga zo snel mogelijk naar mijn huisarts. Ik lees online veel medische artikelen, omdat de medische wetenschap me mateloos interesseert, maar ik geloof niet in een online consult. Je beantwoordt een paar vragen en klik, daar is de diagnose…
Je moet als patiënt over een heel goede psychische en fysieke zelfreflectie beschikken om ‘op afstand’ goed te kunnen uitleggen wat je voelt en wat het verschil is met gisteren. Acteurs zijn altijd bezig met mentaal en fysiek bewustzijn. Al sinds de toneelschool: moderne dans, ballet, mime…
Door mijn vak is mijn mentale en fysieke bewustzijn tig keer beter ontwikkeld dan dat van de gemiddelde burger. Als iets in mijn lijf me niet bevalt, kan ik heel goed uitleggen wat ik voel, waar het zit en in welke frequentie ik er last van heb. Een heleboel mensen zijn daartoe niet in staat. Het beantwoorden van digitale vragenlijsten is ook niet altijd iets vanzelfsprekends. Daarom heb ik mijn twijfels over e-health. Het mag absoluut geen vervanger worden voor het intermenselijk contact tussen arts en patiënt.’
Denk je dat de gezondheidszorg baat heeft bij de huidige digitale ontwikkelingen?
‘Ontwikkeling is vooruitgang, zonder meer. Wanneer digitalisering en technologie leiden tot betere zorg, juich ik dat van harte toe. Als je als arts op een adequate manier e-health kunt toepassen, ben ik daar uiteraard voorstander van. Maar als er meer op afstand moet worden gedokterd alleen om de kosten te drukken, dan ben ik daar pertinent op tegen.’
Alles dat nieuw is, met digitalisering te maken heeft, schrikt in eerste instantie af.
‘Dat is deels wel zo. Maar vergeet niet dat persoonlijke aandacht ook een medicijn is.’
Wel eens gehoord van game-nastiek? Ouderen met een game-app aan de ochtendgymnastiek…
‘Ken ik niet. Ik maak filmpjes in verpleegtehuizen en dagbesteding in Limburg. Ik zie daar hoe belangrijk het is om dingen
met elkaar te doen. Spelletjes, knutselen, bewegen… Dat moet je niet vervangen door onpersoonlijke toestanden.’
Over oud worden… bang om ouder te worden?
‘Nee, dat niet. Ik ben bang om behoeftig te worden. Dan mag er een pilletje in.’
En wat verwacht je van de gezondheidszorg als jij 80 bent?
‘Ik volg de ontwikkelingen op het gebied van ICT en healthcare met belangstelling. Maar mocht het nodig zijn, dan hoop ik toch altijd te kunnen rekenen op een liefdevol een-op-een contact met de huisarts, specialist of verpleging. En natuurlijk hoop ik zo lang mogelijk gezond te blijven.’
Fotografie: Govert de Roos