Het enthousiasme in de zorg over de door Covid-19 versnelde digitalisering is groot. Maar Sensire-bestuurder Maarten van Rixtel plaatst bij al het enthousiasme ook kritische kanttekeningen. “Ik zie veel te veel instrumentele digitalisering in plaats van een fundamentele omkering van het proces.” Hij koos met zijn organisatie voor een even veelbelovende als risicovolle strategie, simpelweg omdat het niet anders kan. Een strategie die staat of valt met samenwerking in de regio, waarbij de zorgprofessional een glansrol speelt.
“Zes jaar geleden hebben we ons gerealiseerd dat we niet op dezelfde manier door kunnen blijven gaan”, aldus Van Rixtel. En dus ging het roer bij Sensire radicaal om. “We hebben ons afgevraagd wat het betekent als we in een digitale wereld terechtkomen. Dat heeft geleid tot een transformatiestrategie met drie paradigma’s, waarop we onze organisatie vormgeven: professionele autonomie, digitalisering en het toevoegen van waarde.”
Van Rixtel merkt op dat het in de zorg nog te vaak gaat over (zorg)organisaties en te weinig over organiseren van zorg. “Of je nu naar de huisarts gaat, een medisch specialist of een wijkverpleegkundige nodig hebt, je moet altijd eerst door een organisatie heen. Wij zijn daar bij Sensire fundamenteel anders naar gaan kijken. Wij als organisatie verlenen geen zorg, maar ondersteunen onze zorgprofessionals: zodat zij hun werk autonoom en zo digitaal mogelijk kunnen uitvoeren.”
Autonome zorgprofessional
Leidend voor Sensire zijn de principes van de digitale wereld. “Wij bekijken vanuit de vragen van klanten in een digitale wereld, hoe we onze organisatie moeten aanpassen. We denken van buiten, naar binnen.”
Van Rixtel benadrukt dat het doel van een zorgorganisatie niet is om zorg te verlenen. “Dat doet de professional. De organisatie is ondersteunend: een soort firewall in de complexiteit van systemen waar je in de zorg nu eenmaal mee te maken hebt. Dat is de ene wereld. De andere wereld is die van de zorgverlener waarin de professional ‘in de lead’ is. Door te werken met die twee werelden, kunnen we veel beter digitaliseren. De zorg zelf moet leren hybride te werken, terwijl de organisatie wel volledig digitaal kan worden. Door die twee uit elkaar te halen, worden we flexibeler.”
Sensire werkt met teams van wijkverpleegkundigen die zelf verantwoordelijk zijn voor de organisatie en kwaliteit van zorg en de inzet van middelen. In een professioneel statuut - vergelijkbaar met dat van medisch specialisten in ziekenhuizen - is de autonomie van de hbo-zorgverleners vastgelegd. “Alle wijkverpleegkundigen nemen individueel de verantwoordelijkheid om de beste zorg te leveren”, benadrukt Van Rixtel. “Ze spreken met elkaar richtlijnen en protocollen af en delen die op een platform dat het hoogste orgaan is in het professionele domein. Hun gedrag is daardoor niet management-, maar protocol-gestuurd.”
Respect voor kwaliteit
Volgens Van Rixtel is het hoog tijd om respect te tonen voor de kwaliteit van zorgprofessionals. “Veel zorgverleners worden ZZP’er”, zegt hij. “Want ze vinden de zorg echt nog wel leuk, maar de organisatie van zorg niet. Bij ons vinden ze het weer leuk, omdat ze zelf verantwoordelijkheid hebben. Wij hebben nog steeds keus als we een vacature uitzetten voor wijkverpleegkundigen.”
Bij Sensire dient het algoritme de medewerkers. Die geven aan wanneer zij willen werken. Hun beschikbaarheid en kwaliteiten worden gekoppeld aan de zorgplannen. Het algoritme vormt op basis daarvan een klantteam, waarin ook vrijwilligers en mantelzorgers deelnemen. “Digitale middelen geven zo regie aan de zorgprofessional. Als organisatie zijn wij ondersteunend.”
Juist informatie
De teams van wijkverpleegkundigen gaan ook het contract deels overnemen dat de organisatie met verzekeraars en gemeenten sluit. Zij zijn daardoor onder meer financieel verantwoordelijk. Dat kan alleen als ze over de juiste informatie beschikken, weet Van Rixtel.
“We zijn in de zorg gewend om in de achteruitkijkspiegel te kijken. Na zes weken komen we er dan achter dat we te weinig productiviteit hebben gedraaid. Daarmee reageren we vaak negatief op de zorgverleners en kunnen ze niet leren om hun denken en handelen ten goede te veranderen. Die informatievoorziening moet veel proactiever worden, zodat je aan de voorkant de juiste keuzes kunt maken. Wij willen dat verpleegkundigen tijdens het maken van het zorgplan kunnen zien wat de gevolgen van hun keuzes zijn. Hebben we genoeg mensen en geld om het plan uit te voeren? Gaan we verantwoord om met maatschappelijke middelen? Ze kunnen dan bewuste keuzes maken.”
We zijn in de zorg gewend om in de achteruitkijkspiegel te kijken
Zo ver is het nog niet. “Op dit moment ontbreekt de software om dit goed te kunnen doen. Ook staat onder meer privacyregelgeving nog in de weg en is de financiering nog een struikelpunt”, aldus Van Rixtel. “In de zorg word je betaald per handeling. Wij willen toe naar betaling op basis van toegevoegde waarde voor het leven van de cliënt. Want nu zijn we kwetsbaar: als een wijkverpleegkundige besluit dat het niet nodig is om wekelijks naar een cliënt te gaan, dan daalt onze omzet. Terwijl het maatschappelijk wel de beste keuze kan zijn.“
Samenwerking in de regio
Een ander belangrijk aandachtspunt vormt congruentie in tempo en fasering met collega-
zorginstellingen in de regio. “Samenwerking in de nieuwe wereld vraagt ook om afstemming op het terrein van digitalisering”, legt Van Rixtel uit. “Om te digitaliseren, hebben we elkaar nodig. Tegelijkertijd hebben niet alle zorginstellingen de kennis en het budget voor digitalisering. Daarom hebben wij in de Achterhoek een ledenvereniging rond digitale zorg opgericht, waarin alle zorgaanbieders in de regio zitting hebben. We hebben met elkaar afgesproken hoe we de komende jaren gaan samenwerken om de digitalisering vorm te geven, hoe we elkaar daarbij helpen, zonder de zelfstandigheid van onze organisaties aan te tasten.”
In de opgestelde doelarchitectuur van de vereniging staat een aantal leidende principes, zoals interoperabiliteit. Wie een systeem-app wil gaan gebruiken, heeft daarin alle ruimte, mits de data uit de app overdraagbaar zijn naar een ander systeem in de regio. “Met andere woorden: we hoeven niet allemaal dezelfde systemen te kiezen, om toch met elkaar samen te kunnen werken en te zorgen voor de juiste gegevens, op de juiste plek, op het juiste moment.”
Ook is afgesproken dat iedere burger in de Achterhoek een eigen PGO moet kunnen gebruiken om zo over de eigen data te kunnen beschikken, stelt Van Rixtel: “We vinden het in Nederland moeilijk om zelfs de eenvoudigste standaarden af te dwingen en het beleid rond digitalisering zwalkt. Het PGO bijvoorbeeld noemen we cruciaal, - het staat in het regeerakkoord en in het IZA - maar we financieren het niet goed. Zo blijven we hangen in de oude wereld. Om dat écht te veranderen, moeten we ons werk, onze organisaties en de financiering in de zorg anders inrichten. Digitalisering is daar een belangrijk onderdeel van en dat kan alleen als je samenwerkt.”
Systeemverandering nodig
Van Rixtel is op missie. “We moeten begrijpen dat digitalisering niet primair iets is van instrumenten, maar dat het een fundamentele omkering van processen vereist. Je kunt niet digitaliseren zonder je organisatie te transformeren. Er is geen makkelijke oplossing voor digitalisering. In veel ziekenhuizen beperkt de digitalisering zich tot een videoverbinding. Dat is denken vanuit instrumenten, in plaats van denken vanuit een digitale wereld. Op die manier verander je het zorgproces niet. Heel veel digitale oplossingen doen niets aan de drukte van de arts of het feit dat de patiënt afhankelijk blijft. Zo blijven we nieuwe dingen toepassen in een oude wereld. En daarmee worden we - als we niet oppassen - erg dure, oude organisaties.”
Er is een systeemverandering nodig, meent de bestuurder. En dat is precies waar Sensire aan werkt. “Wij hebben een risicovolle strategie, want meer digitaal betekent minder productie en dat is in de huidige financieringsopzet kwetsbaar. We moeten dus met verzekeraars nadenken over contractinnovatie en elkaar in de regio helpen om echte digitalisering tot stand te brengen. De overheid heeft daarin een rol door het wegnemen van alle vrijblijvendheid. Er is geen makkelijke weg voor digitalisering. Maar niet digitaliseren is geen optie.”