In slechts twee jaar tijd wist arts-promovendus Dianne Bosch bijna 12.000 patiënten met gemetastaseerd prostaatkanker te includeren voor onderzoekstraject CAPRI 3. Een enorme tijdswinst ten opzichte van CAPRI-1 en 2: toen gingen er bijna zes jaar overheen om gegevens van 3.500 patiënten te verzamelen. Waar toen alles handmatig ging, maakte Bosch nu gebruik van CTcue, een zoekmachine die het mogelijk maakt zowel gestructureerde als ongestructureerde data uit patiëntendossiers te doorzoeken.
CAPRI wil dé bron van informatie zijn over gemetastaseerde prostaatkankerzorg in Nederland. De stichting verzamelt data over geleverde zorg, evalueert en deelt data-analyses, inzichten en resultaten om zo bij te dragen aan de verbetering van zorg.
In de al afgeronde studies CAPRI-1 en 2 en het huidige CAPRI-3 wordt observationeel onderzoek gedaan naar behandelingspatronen en -resultaten in de dagelijkse praktijk in Nederland. “We weten dat de uitkomsten van clinical trials niet goed vertalen naar de echte wereld”, aldus Bosch. “De patiënten die meedoen aan trials zijn in het algemeen jonger en gezonder dan patiënten die in de praktijk uitgezaaide prostaatkanker hebben. Daardoor zie je dat therapieën in een trial vaak beter effect hebben dan in de echte wereld. Daarom willen wij alle patiënten includeren.”
Handmatig ‘niet te doen’
Malou Kuppen is AIOS Radiotherapie en bestuurslid van CAPRI. “Tegen het einde van CAPRI-2 was de behoefte aan data groeiende”, vertelt zij. “Want het hele landschap is aan het verschuiven: behandelingen die voorheen alleen voor patiënten met castratie-resistent prostaatkanker beschikbaar waren, zijn nu ook geregistreerd voor patiënten in een eerder stadium. Daarom wilden we voor CAPRI-3 een nog grotere patiëntenpopulatie includeren, namelijk alle patiënten met gemetastaseerd prostaatkanker. Maar met twintig ziekenhuizen en bijna 50.000 statussen, was dat handmatig niet meer te doen.”
De gegevens van die 50.000 patiënten staan in patiëntendossiers verspreid over al die ziekenhuizen. Met een simpele zoekopdracht op gestructureerde data haal je lang niet al deze patiënten eruit. Er bestaat geen vinkje in EPD’s voor castratie-resistent prostaatkanker (CRPC, de doelgroep van CAPRI-1 en 2) of gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatkanker (mHSPC, de uitbreiding in CAPRI-3).
Kuppen hierover: “Je zou verwachten dat je in patiëntendossiers kunt zoeken op ‘gemetastaseerd prostaatkanker’ maar dat werkt dus niet. Je moet kijken naar karakteristieken die bij die doelgroep horen. Daarom heeft CTcue zoveel meerwaarde.”
We hebben drie keer minder tijd nodig dan voorheen
Bosch moest zoeken in vrije tekstvelden waarin aantekeningen zijn gemaakt rond diagnose, behandeling en medicatie. Met CTcue gaat dat volgens haar snel en eenvoudig. CTcue is een privacy-by-design technologie van IQVIA die op basis van zoekopdrachten vanuit het elektronisch patiëntendossier zowel gestructureerde als ongestructureerde data inzichtelijk maakt. Dus ook vrije tekstvelden, brieven, labuitslagen en OK-verslagen.
CTcue: enorme tijdswinst
“Met CTcue verzamelen we data op basis van een algoritme, waardoor we de helft minder dossiers hoeven te screenen”, aldus Bosch. “Op basis van bepaalde criteria weten we 95 procent zeker dat een groep patiënten niet geschikt is voor onze studie. We kunnen die mensen al aan de voorkant uitsluiten zonder dat handmatig nog te hoeven checken."
Je kunt CTcue alleen openen als je bent ingelogd in een ziekenhuisomgeving. Het systeem is gelinkt aan patiëntendossiers in dat ziekenhuis. Wie inlogt, kan patiënten zoeken aan de hand van tekst in de dossiers, ook in de vrije tekstvelden. Bosch: “Als daar het woord prostaatkanker of synoniemen instaan - zelfs met spelfouten - dan kan CTcue dat vinden. Het systeem pseudonimiseert de gegevens. Het samenbrengen van die data doen we in Castor, een landelijk systeem om gecodeerde data in op te slaan.”
Investeren in algoritme
Het ontwikkelen van dat algoritme deden Bosch en Kuppen samen met CTcue-consultants van IQVIA. Bosch: “We moesten het algoritme aanpassen voor ieder EPD en omdat de terminologie in ieder ziekenhuis net iets anders is. En bij iedere nieuwe versie moesten we testen wat we ontwikkelden. Dat kostte tijd. Maar dat is het waard, we plukken er nu de vruchten van. Zowel voor het zoeken van de patiënten die we willen includeren als voor het verzamelen van de data, hebben we drie keer minder tijd nodig dan voorheen. En dat heeft ook een learning curve, dus waarschijnlijk gaat het over een tijdje nog sneller. Het is echt een fijne tool.”
Bosch benadrukt het voordeel van het feit dat CTcue een self service-platform is. Daardoor kunnen de onderzoekers zelf dossiers beoordelen op geschiktheid voor het onderzoek. Uiteraard blijft het ziekenhuis in control over de eigen data: het onderzoeksteam werkt in opdracht en onder supervisie van de lokale onderzoeker. Het blijft dus het ziekenhuis die data aanlevert. Met veel tijdswinst voor de onderzoekers.
Kuppen: “Ik raad de applicatie zeker aan voor wie onderzoek wil doen op basis van patiëntdossiers, met name bij complexe vraagstukken. Het verzamelen van data gaat veel efficiënter dan op een handmatige manier en bovendien is er oog voor de privacy van patiënten.”
Over CAPRI
Vanwege beperkingen die er bestaan op gerandomiseerd onderzoek met een controlegroep, wordt ‘real-world evidence’ steeds belangrijker. In 2012 is het CAPRI-register gestart als een ‘investigator initiated’, observatief onderzoek dat behandelingspatronen en -resultaten evalueert in de dagelijkse praktijk in Nederland.
Door succesvolle samenwerking tussen professionals, patiënten, onderzoekers en de farmaceutische industrie, kon CAPRI van 2010 tot 2016 ‘real-world’ data verzamelen van meer dan 3.600 patiënten met castratie-resistent prostaatkanker. Dit heeft geleid tot wetenschappelijke publicaties en abstract-presentaties op verscheidene (inter-)nationale congressen.
In CAPRI-3 is uitgebreid naar gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatkanker (mHSPC). In 2019 vond in twee centra de pilotfase plaats. Op dit moment loopt het onderzoek in twintig centra, doel is dit jaar verder uit te breiden naar ongeveer veertig centra met als einddoel landelijke dekking. Meer informatie staat op stichtingcapri.nl.