“In mijn beleving gebeurde er relatief weinig rond informatisering en standaardisatie binnen het verpleegkundig proces”, vertelt Daniëlle van der Meer van Nictiz. “Behalve de invoering van het EPD / ECD, dat echter nog veel vrije-tekstvelden bevatte. Maar toen ik na tien jaar Azië terugkwam in Nederland was daar opeens eOverdracht.” Renate Kieft (V&VN) beaamt dit: “Jaren waren nodig omdat eOverdracht echt een verandering betreft. Maar de informatiestandaard eOverdracht wordt nu echt in gebruik genomen. Er is veel werk verzet en samen met het veld gaan we mooie resultaten behalen: het verminderen van administratieve lasten en geen informatieverlies meer.”
Van der Meer en Kieft werken intensief mee aan de ingebruikname van eOverdracht. Van der Meer met een focust op de functionele en technische kant, Kieft op de inhoud. Nictiz als kennisorganisatie ontwikkelt en beheert de informatiestandaard eOverdracht, V&VN is houder en houdt toezicht op de uitvoering van het ontwikkel- en beheerproces.
In de aanloop naar publicatie van de nieuwste versie van eOverdracht en de ingebruikname van de informatiestandaard zijn veel leveranciers nauw betrokken. Nictiz wil dit in de toekomst continueren en uitbouwen. Van der Meer: “Onlangs is weer uitgesproken dat zij het functionele en technische ontwerp van de informatiestandaard eOverdracht onderschrijven en de elementen die daarin zijn opgenomen, accepteren.”
V&VN heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een belangrijk knelpunt voor de grootste beroepsgroep in Nederland: onnodige administratieve lasten als een patiënt of cliënt wordt overgeplaatst. Kieft: “We brengen eenheid in taal en techniek via de eOverdracht.”
Totstandkoming eOverdracht
Na de start van eOverdracht in 2011 werd een basisset ontwikkeld met relevante gegevens voor de verpleegkundige overdracht. Het programma Registratie aan de Bron en de ontwikkeling van zibs (zorginformatiebouwstenen) zorgden later voor doorontwikkeling daarvan. Weer later volgden thema-specifieke standaarden en voor het zorgplan een kernset voor patiëntproblemen, interventies en uitkomsten van zorg.
In 2019 startte InZicht, voor versnelling van elektronische gegevensuitwisseling in de langdurige zorg. in zeven proeftuinen werden onderdelen van eOverdracht getoetst. Ervaringen van zorgaanbieders, gebruikers en leveranciers brachten eOverdracht naar zijn huidige volwassen vorm.
Op 1 september 2021 sluit de subsidieaanvraag onder InZicht voor implementatie van eOverdracht en de ontsluiting van gegevens naar een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Naar verwachting zullen 30 samenwerkingsverbanden, 130 zorgorganisaties en meer dan 15 EPD/ECD-leveranciers deelnemen.
Kieft noemt de eerste proeftuinen vooral technisch van aard. “Van belang is dat verpleegkundigen en verzorgenden op inhoud kennis inbrengen en delen. V&VN vindt het belangrijk dat verpleegkundigen en verzorgenden werken met gegevens die relevant zijn voor het verslagleggingsproces. Die zijn van groot belang voor om de zorg te continueren.”
Groot draagvlak
eOverdracht voegt veel waarde toe. Enerzijds aan het werk van verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden. Anderzijds aan de beleving van patiënten, cliënten en mantelzorgers. Wie wil niet minder administratieve lasten? Wie wil niet onnodige fouten voorkomen? Welke cliënt wil zijn verhaal telkens herhalen?
Het draagvlak voor verandering is groot”, ziet Kieft. “Uit V&VN-peilingen blijkt dat 98 procent van de ondervraagden het belangrijk vindt om met eenduidige gegevens te gaan werken. Omdat sommige systemen nog niet gegevens kunnen uitwisselen, worden die nu nog vaak handmatig overgetypt. Veel verpleegkundigen en verzorgenden ervaren dat als administratieve rompslomp. Stel je voor dat je vrienden of familie niet kunt bellen omdat zij een Vodafone-abonnement hebben en jij KPN. Dat is niet van deze tijd.”
De voordelen
Als alle betrokkenen werken volgens de richtlijn met eOverdracht, zijn de voordelen:
• Het hergebruik van cliënt/patiëntgegevens vermindert de hoeveelheid administratie.
• Hergebruik van cliënt/patiëntgegevens voorkomt het herhaaldelijk uitvragen van informatie bij de cliënt/patiënt.
• De inhoudelijke overdracht wordt vollediger.
• De kwaliteit van de overdracht neemt toe en daarmee de kwaliteit van zorg, inclusief veiligheid en continuïteit
• Er rest meer tijd voor de zorg voor de cliënt/patiënt.
Grotere betrokkenheid
In de veranderaanpak spelen verschillende groepen een rol, schetst Kieft: IT-medewerkers in zorgorganisaties, softwareleveranciers, verpleegkundigen, verzorgenden en het management. “De komende jaren kijken we hoe we hen verder kunnen betrekken. Hoe we kennis kunnen vergroten en de bereidheid om met eOverdracht te werken.”
Aanvullend speelt Nictiz een grote rol in het delen van kennis en in het begeleiden van leveranciers, stelt Van der Meer. “Wij helpen bijvoorbeeld bij de interpretatie van specificaties in het functioneel en technisch ontwerp, terminologieën, het toelichten van de dataset. Ook stellen we testscenario’s beschikbaar als leveranciers zich willen kwalificeren. Daarmee faciliteren we het proces dat met eOverdracht beschikbaar komt voor zorgaanbieders en gebruikers van de applicaties.”
We lichten de bestuurders en de chief nursing information officers (CNIO’s) eruit. Kieft: “Sinds drie jaar bestaat de functie CNIO in Nederland. Een CNIO zorgt ervoor dat IT-toepassingen in zorginstellingen optimaal aansluiten op de verpleegkundige/verzorgende praktijk. Een CNIO is een onmisbare schakel tussen zorg en ICT, alsook voor het succes van de ingebruikname van de eOverdracht."
Omdat ruim 30 samenwerkingsverbanden en zo’n 130 zorgorganisaties zich hebben aangemeld bij InZicht, verwacht Van der Meer dat veel besturen eOverdracht hoog op hun agenda hebben staan. ”Ik denk wel dat besturen kunnen groeien in hun besef wat een goede verpleegkundige overdracht oplevert. Hoe eOverdracht bijdraagt aan het leveren van goede zorg, de kwaliteit van zorg beïnvloedt, het aantal onnodige heropnames en verwijzingen beperkt. Dit zou voor bestuurders heel relevant moeten zijn.”
Oproep
eOverdracht slaagt als alle partijen samenwerken. Het blijft een samenspel van actoren als VWS, beroeps- en brancheorganisaties en Nictiz. Aan alle key stakeholders, zorgorganisaties, de beroepsgroep en leveranciers, de oproep hun rol te pakken.
Werkgevers: zorg dat verpleegkundigen en verzorgenden tijd en middelen krijgen om te werken met elektronische dossiervoering en de eOverdracht voor de verpleegkundige overdracht naar andere zorgorganisaties.
Verpleegkundige AdviesRaden: schrijf een advies over het belang om de eOverdracht te implementeren in de organisatie.
Bestuurders: ga het gesprek aan met verpleegkundigen en verzorgenden. Zorg dat een CNIO aangesteld wordt, die de verbinding legt tussen praktijk en ICT.
Verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden: vergaar kennis en doe de benodigde vaardigheden op. Overtuig je werkgever van het belang van eOverdracht en stel je vragen aan V&VN.
Leveranciers, IT-medewerkers, en ICT professionals: zorg dat eOverdracht technisch werkt. Stel je vragen aan Nictiz, de organisatie die jullie begeleidt.