Daan Dohmen, oprichter van zorginnovatiebedrijf FocusCura, healthcare futurist en lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, ziet een belangrijke rol weggelegd voor digitale technologie in het verbeteren van de gezondheidszorg. Cruciaal is wel dat de mens – zorgverlener, medisch professional, patiënt – centraal staat. “Technologie heeft een belangrijke, ondersteunende rol in het verbeteren en betaalbaar houden van de zorg, maar is geen oplossing voor alles.”
Het lijkt soms anders, maar geld is vaak niet het grootste probleem in de zorg. Dat meent tenminste Daan Dohmen, oprichter van zorgaanbieder Focus Cura en healthcare futurist. De zorgkosten stijgen weliswaar, maar een misschien nog grotere uitdaging is de beschikbare capaciteit van zorgverleners die nodig zijn om tegemoet te komen aan de stijgende zorgvraag. Mede deze problematiek, waar Dohmen zich zorgen over maakt, motiveerde hem om in 2015 toe te treden tot de RVS, de Raad voor Volksgezondheid en Welzijn. De RVS kijkt vooral naar de aanpak van gesignaleerde problemen op de middellange termijn, zoals hoe de zorg in Nederland er over vijf tot tien jaar uit moet zien en wat er nodig is om dit te realiseren. Onderwerpen die RVS behandelt, zijn divers. Dohmen is zelf onder meer betrokken bij een adviestraject over eenzaamheid en rondom de veranderende relatie tussen mens en technologie, zoals robotisering. Werkt het huidige zorgstelsel in die veranderende context nog wel, is het toekomstbestendig? “De mens moet naar mijn idee centraal in de zorg staan, wat nu nog vaak ondergesneeuwd raakt in technische discussies. De mens die dat kan en wil die zo lang mogelijk de regie over zijn of haar leven wil hebben, en ook over de aangeboden zorg.” Menselijke maat centraal De capaciteit moet verbeterd worden, zonder dat dit een steeds groter beslag legt op de beschikbare budgetten, stelt Dohmen. Daar komt technologie om de hoek kijken. Maar hoe pas je technologie toe zodat je zorg efficiënter maakt zonder de menselijke maat te verliezen? Zodat zorgverleners zorg op maat kunnen verlenen en patiënten de regie over hun leven behouden? Een voorbeeld van technologie die betere zorg faciliteert is toepassing van thuismeten bij polibezoek van chronisch zieken. Nu gaat veel tijd van medici in poliklinieken op aan controleafspraken. Voor een deel kunnen dergelijke afspraken via telemedine-toepassingen thuis uitgevoerd worden. Soms door een dokter zelf, meestal via monitoring met behulp van sensors. Zo heb je continu controle van iemands conditie en kan een dokter er proactief aan te pas komen wanneer er iets mis is of dreigt te gaan. Een vergelijkbaar initiatief van FocusCura samen met Cardiologie Centra Nederland is ‘Hartwacht’. “Patiënten krijgen meer regie over hun behandeling doordat ze via een online dossier altijd inzicht hebben in hun conditie en in de behandeling zelf. Er is 24/7 hulp, zowel in de vorm van zorg-op-afstand of zonodig via een direct bezoek. “De eigen regie wordt groter, de controle wordt beter, terwijl de efficiency stijgt omdat deze zorg alleen wordt geboden wanneer het nodig.” Snijvlak van zorg en technologie Drie andere zaken die volgens Dohmen momenteel spelen op het snijvlak van gezondheidszorg en technologie zijn communicatie, informatievoorziening en medicatie. 1. Er vindt veel communicatie plaats in de zorg. Tussen zorgverleners, tussen zorgaanbieders (zoals verzekeraars en ziekenhuizen), tussen zorgverleners en patiënten / cliënten, multidisciplinair overleg - meestal op locatie. Een vergadering, een controleafspraak. Dat kan deels ook plaatsvinden via een device zoals een tablet of een videoconferencingsysteem. 2. Informatievoorziening, zoals voorlichting aan patiënten over een behandeling of een operatie, gebeurt nu vaak gestandaardiseerd. Een patiënt krijgt een folder mee naar huis, een behandelend arts of verpleegkundige vertelt een standaard verhaal. Dat kan meer op maat. Zoals een voorlichtingsvideo, waarna mensen via een tablet aanvullende vragen kunnen stellen aan een betrokken arts of verpleegkundige. Of een VR-video die patiënten vooraf toont hoe een operatie in zijn werk gaat, wat ze kunnen verwachten. Dergelijk maatwerk kan veel onrust vooraf wegnemen, omdat een patiënt weet waar hij of zij aan toe is. 3. Verkeerd gebruik van medicatie leidt tot veel problemen en hoge zorgkosten. Een belangrijke oorzaak volgens Dohmen is dat alle informatie vanaf het moment dat een medicijn de apotheek verlaat, op papier staat. Denk aan aftekenlijsten, instructies voor gebruikers. In vergelijking met de huidige mogelijkheden voor digitalisering leidt gebruik van papier tot veel onnodige risico’s. Aftekenlijsten kunnen gebrekkig of foutief worden ingevuld, papieren instructies kunnen verloren gaan. Over te dragen informatie van apotheek naar ziekenhuis kan verkeerd overgetypt worden. Digitaal beschikbare informatie kan veel van deze risico’s beperken. Open informatie-uitwisseling Dohmen pleit voor een systeem waarin open informatie-uitwisseling mogelijk is. Er zijn nu nog veel te veel informatiesilo’s, zowel in cure als care. Tussen zorgaanbieders, maar ook binnen zorginstellingen. Eenvoudiger informatie-uitwisseling kan zorg versnellen en verbeteren en voor patiënten transparantie vergroten. Daarvoor is dan wel interoperabiliteit tussen systemen nodig, zodat informatie in uiteenlopende systemen toch uitgewisseld kan worden. “Leveranciers van informatiesystemen zoals EPD’s, moeten verplicht worden tot het hebben van open koppelvlakken, ook wel open API’s genoemd. Overheden moeten het instrument regulering inzetten om openheid voor systemen in de zorg te verplichten. Een goed voorbeeld is de Deense overheid, die leveranciers van informatiesystemen verplicht om de data af te staan aan het landelijk patiëntendossier dat ze daar kennen. “Dus wel standaardisatie, maar zonder de vrije marktwerking in keuze voor leveranciers aan te tasten. Ik geloof niet in landelijke portalen waarvoor ingewikkelde middleware moet worden ontwikkeld om alles aan elkaar te knopen.” Nederland goede proeftuin Dohmen gelooft dat Nederland in internationaal opzicht een goede proeftuin kan zijn voor innovatieve zorgconcepten. "Er is hier relatief gezien veel flexibiliteit binnen zorgorganisaties, een vrij goed onderling vertrouwen. Ik denk dat we zeker op Europese schaal een voortrekkersrol kunnen vervullen. Dat vergt wel meer openheid van systemen en transparantie in financiële mogelijkheden. Daar kunnen wij ons beter mee bezighouden dan het idealiseren van grote landelijke patiëntenportalen. En we moeten nogmaals niet het wiel willen uitvinden. Het is heel belangrijk om randvoorwaarden te schetsen op gebieden zoals interoperabiliteit, privacy en security, maar niet om hier op lokaal niveau nieuwe technische standaarden voor te ontwikkelen."