3 innovatieve technologietrends in de gezondheidszorg

do 14 december 2023
3 innovatieve technologietrends in de gezondheidszorg
Innovatie
Premium

De wereld digitaliseert. Dat is niet alleen goed voor de maatschappij en de IT-arbeidsmarkt, maar ook voor de gezondheidszorg. Zo kan Extended Reality (XR) een nieuw perspectief geven op een complexe chirurgische ingreep. Voordat een patiënt onder het mes gaat, heeft de chirurg dankzij XR al een goed beeld van het probleem. Een geweldige ontwikkeling, vindt Ewout Karel, innovation manager bij Odido. En zo zijn er in totaal drie technologietrends die volgens hem veel in petto hebben voor de gezondheidszorg komend jaar.

Trend 1: Quantified self 

Technologie is tegenwoordig voor iedereen bereikbaar. “Daarom verwacht ik dat quantified self een nog grotere trend wordt in 2024”, vertelt Karel. “Hierbij meet je zelf met wearables hoe het met je gezondheid gesteld is. Wearables zijn apparaatjes die je op je lichaam draagt, waarmee je gegevens verzamelt over je hartslag, bloeddruk, slaap en nog veel meer. Zo zijn mensen veel beter in staat om hun eigen patronen in kaart te brengen. En dat doen ze graag. Je ziet dan ook dat Apple met Apple Health vol inzet op de gezondheidsindustrie. Google doet dat met Google Fit. Dus in die hele industrie gaat echt nog een hoop gebeuren.”

Het zou mooi zijn als we, dankzij 5G, steeds meer apparaten en zaken om ons heen met elkaar kunnen verbinden, vindt Karel: “Ik heb een connected weegschaal. Op mijn fiets hou ik steeds vaker bij wat ik doe. Al mijn stappen worden geteld. En mijn hart wordt continu gemonitord met een hartslagmeter. Door jezelf te meten en in de gaten te houden, kan je de medische sector veel waardevolle informatie geven.”

Het grote voordeel van al dat meten, is volgens Karel dat mensen niet altijd meer een dokter nodig hebben. Zo kunnen diabetespatiënten een bloedglucosemeter gebruiken die de gemeten gegevens via bluetooth naar een app stuurt. Die gegevens geeft de patiënt door aan de arts. “Je hoeft alleen langs te komen als er afwijkende waarden zijn. Dat scheelt je tijd en het ontlast de gezondheidszorg. Handig toch?”

Gezondheidsapps vervangen natuurlijk geen zorgverleners, benadrukt Karel. “Maar de gegevens die een app verzamelt, kunnen wel een breder perspectief bieden en helpen om een consultatie sneller te laten verlopen. Je kan een gezondheidsapp bijvoorbeeld gebruiken als geheugensteun om je arts te vertellen wat er de afgelopen tijd is gebeurd. Onthoud daarbij wel dat de combinatie van techniek en menselijkheid het beste is. Dus gebruik de app, maar laat de app niet je arts vervangen.”

Trend 2: Innovatieve oplossingen van jonge ondernemers

“Een andere interessante ontwikkeling is dat steeds meer jonge ondernemers fantastische oplossingen bouwen voor problemen in de maatschappij met behulp van nieuwe technologie. Van robotics tot artificial intelligence (AI) en Internet of Things (IoT). Yumen Bionics bijvoorbeeld is een start-up die met eigen financiering een exoskelet bouwt om jongens met Duchenne - een ernstige, erfelijke spierziekte waarbij iemand steeds minder spierkracht krijgt - te ondersteunen.”

"Laat een app niet je arts vervangen"

Dit exoskelet is van grote toegevoegde waarde, omdat de gezondheidszorg op dit moment slechts één armondersteuner biedt voor mensen met deze spierziekte. “Maar met één arm kan je niet veel. Dankzij het exoskelet gaat er een wereld open voor mensen met Duchenne. Tennissen, computeren, afwassen. Alles gaat ineens zoveel makkelijker.”

Trend 3: Technologie wordt menselijker ingezet

Karel verwacht komend jaar nog een derde trend. Namelijk dat opkomende technologieën menselijker worden ingezet. “Natuurlijk worden nieuwe oplossingen in de zorg altijd gebruikt voor een betere levering van de zorg of een betere ervaring van patiënten. Maar nu komt het geluk van de patiënt meer centraal te staan. Neem de app Feelee. Een app die speciaal ontwikkeld is voor jongeren, waarmee ze kunnen bijhouden hoe ze zich voelen. Dat doen ze door drie keer per dag een emoticon te kiezen die past bij dat moment. Als ze deze data combineren met data die hun telefoon al bijhoudt, zoals slaap, beweging en schermtijd, krijgen ze een overzicht van hun gedrag. Zo zien ze wat de oorzaak kan zijn van negatieve emoties.”

Een ander voorbeeld is de Care-Riing app. “Die is speciaal ontwikkeld voor mensen in een gevorderd stadium van dementie. Ze raken steeds meer herinneringen kwijt en worden daardoor heel onrustig, omdat ze steeds op een plek zijn die ze niet snappen. Spraaktechnologie biedt op dat moment ondersteuning. Je kan Care-Riing zien als een intelligent antwoordapparaat waarop een familielid zinnetjes heeft ingesproken die de ander graag hoort of over vertelt. En antwoorden die rust geven. Door spraakherkenning en een algoritme, worden de juiste zinnetjes op het juiste moment afgespeeld. Hierdoor lijkt het een echt gesprek met een dierbaar familielid. Het is geweldig om te zien hoe mensen hiervan opfleuren!”

Technologietrends in menselijke zorg

Deze voorbeelden, waarvan er de komende tijd nog veel volgen, zijn volgens Karel relatief simpele innovaties. Maar de impact is groot: ze ontlasten de gezondheidszorg. 

“Het is aan ons en de sector om deze innovaties te omarmen. Maar daar ligt ook meteen onze grootste uitdaging. Want als we vasthouden aan hoe we het al jaren doen, houden we controle. Dat voelt vertrouwd. Om het zorgsysteem te laten groeien, is het belangrijk om die controle los te laten. Om nieuwe innovaties uit te proberen en fouten te durven maken. Er zijn genoeg jonge ondernemers met waanzinnige ideeën, dus laten we daar vooral van profiteren.”

Uiteindelijk hoopt Karel dat nieuwe technologische innovaties preventief kunnen werken. Want nu ligt de focus vooral op zorgverlening. “Als mensen zelf beter weten hoe het gaat met hun gezondheid, kunnen ze zelf bepaalde problemen voorkomen. En ze weten sneller wanneer ze naar een arts moeten gaan. Innovatie en digitalisatie spelen hierbij de grootste rol. Het maakt mensen zelfredzaam, wat leidt tot minder druk op de gezondheidszorg. De arts of zorgverlener heeft dan meer tijd om een patiënt daadwerkelijk als een mens te zien. Zo wordt de zorg een stuk menselijker.”