Het toedienen van immunotherapie aan kankerpatiënten thuis was een groot succes voor het Nijmeegse Radboudumc. Het initiatief van internist oncoloog Marye Boers-Sonderen nam vanaf 2017 de belasting voor mensen met kanker weg om steeds naar het ziekenhuis te moeten komen. Financieel was het echter niet langer haalbaar. Daarom is nu gekozen voor een tussenoplossing: verpleegkundigen werken vanuit een buitenlocatie dichtbij patiënten thuis. Dat is efficiënt en duurzaam en geeft bovendien een boost aan regionale samenwerking, vertelt Boers-Sonderen.
Immunotherapie is een verzamelnaam voor behandelingen tegen kanker waarbij het afweersysteem van patiënten wordt gestimuleerd om de kankercellen aan te vallen. Bij een behandeling met immunotherapie krijgen patiënten via een infuus een vloeistof toegediend, een proces dat doorgaans een half uur tot drie uur duurt.
Die behandeling wordt vervolgens elke twee tot vier weken herhaald, vaak maandenlang of zelfs gedurende meerdere jaren, schetst Boers-Sonderen. “Het toedienen thuis deden we met een gespecialiseerd verpleegkundige. Die ging met de medicatie en apparatuur bij patiënten langs om daar het infuus te plaatsen. Patiënten waren erg te spreken over deze persoonlijke aanpak in hun eigen, vertrouwde omgeving.”
Qua financiering was het thuis behandelen echter niet langer haalbaar. Daarom zag de afdeling Medische Oncologie van het Radboud-umc zich genoodzaakt om met deze zorg te stoppen. Voor Boers-Sonderen was dit besluit de aanleiding om in december 2022 contact op te nemen met Health Innovation Labs (HIL), om samen de mogelijkheid te onderzoeken om immunotherapie op een alternatieve manier dichter bij de patiënt te brengen. Daar is op 19 september 2023 de buitenlocatie Nijmegen-Noord uit voortgekomen.
Duurzame fietskoerier
Zonder nieuwe technologie zou thuis behandelen niet mogelijk zijn geweest. Dat geldt ook voor de behandelingen die nu worden gegeven vanuit de buitenlocatie: Gezondheidsplein De Boog, dat deel uitmaakt van een gloednieuw eerstelijns- en sportcentrum. 's Morgens wordt de medicatie vanuit het Radboudumc gebracht met de fietskoerier, een duurzame manier van vervoer. Als de medicatie er is, maakt de verpleegkundige op locatie Noord de medicatie klaar. Die belt vervolgens in om – via beeldbellen - samen met de verpleegkundige in het Radboudumc de medicatie te checken.
"Je werkt met middelen die je niet overal zomaar mag toedienen"
“Er wordt daarbij gecontroleerd of de gewenste hoeveelheid in de spuit zit en de ampullen worden gecontroleerd”, vertelt Leonie van Houten, Design Innovator Health Innovation Labs en aanjager van het Verpleegkundig Innovatie Netwerk. “Dat blijkt in de praktijk soms wat lastig te zijn wanneer de verbinding minder goed is. Inmiddels hebben we een 3D-geprinte houder voor de telefoon die ervoor zorgt dat zowel de spuit als de telefoon stilligt. Hiermee wordt de zichtbaarheid vergroot. Er zit bovendien een lampje in de houder, zodat daarmee de verpleegkundige in het Radboudumc het beter kan zien. We gaan nu kijken of we een algoritme kunnen ontwikkelen zodat de telefoon de dubbele controle kan uitvoeren en de controle door de tweede verpleegkundige overbodig wordt.”
Niet-klinische setting
De uitdaging bij de inrichting van de buitenlocatie was dat het vooral een niet-klinische setting moest worden. Van Houten: “Je zit daarbij wel aan wet- en regelgeving vast. Je werkt immers met middelen die je niet zomaar overal mag toedienen. Het liefst hadden we gezien dat we wat meer in de wijk zaten op een locatie die als een huiskamer wordt ervaren of in een bosrijke omgeving. Dat blijkt vanwege allerlei regels wat lastig. Uiteindelijk is daar het gezondheidscentrum uit voort gekomen als tussenoplossing. Wat fijn is dat er verschillende partijen op die locatie zitten. Van fysiotherapie tot huisartsen en logopedisten. Ook komt er nog thuiszorg bij te zitten. Je hebt dus heel veel partijen waarmee je een regionale samenwerking kunt opzetten.”
De reactie op de buitenlocatie zijn tot nu toe uiterst positief. Patiënten zijn zeer tevreden. Ze vinden het fijn dat ze minder ver hoeven te reizen en dat er geen parkeerkosten zijn. “Daarnaast komt het gesprek met lotgenoten veel meer op gang. Bij ons in het ziekenhuis bij de dagbehandeling zitten mensen toch meer uit elkaar en maken ze niet zomaar een praatje met elkaar”, stelt Boers-Sonderen. “Hier zitten ze eigenlijk samen: er zijn meer mogelijkheden voor lotgenotencontact. Maar ook verpleegkundigen vinden het ontzettend fijn om hier te werken. Het is bovendien een welkome afwisseling van de hectiek van werken in een groot team met verschillende patiënten naar werken in een kleine, huiselijke omgeving met maximaal drie patiënten.”
Patiënt centraal
“Wat ons voor ogen stond, is om buiten het ziekenhuis gespecialiseerde oncologische middelen te kunnen toedienen, zodat we de patiënt centraal stellen en zorgen voor een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven”, vervolgt Boers-Sonderen. "Een en ander is mede mogelijk gemaakt door allerlei processen die tijdens de coronapandemie zijn ontstaan. Denk aan videobellen, zodat je veel meer digitale consulten kunt doen. En mensen die hier toch al zijn om bloed te prikken, kun je dan ook net zo goed meteen die kuur geven.”
Op de buitenlocatie is verder alleen een verpleegkundige aanwezig en geen dokter. De communicatie met collega’s via beeldbellen maakt het onder meer mogelijk om toch een vierogencontrole’ te laten plaatsvinden. Van Houten: "Dat is iets dat voor de coronapandemie niet zo snel gedaan zou zijn. Toen moest het allemaal opeens. Nu is de patiënt veel minder tijd kwijt voor zijn of haar behandeling. Dat is een grote vooruitgang.”
Korter reizen
Het Centrum voor Oncologie wil in 2024 nog vier buitenlocaties in de regio openen, vertelt Boers-Sonderen: "Onze verpleegkundigen voeren jaarlijks ongeveer 1.500 immunotherapiebehandelingen uit, wat neerkomt op evenzoveel reisbewegingen van patiënten naar ons universitair medisch centrum. Met de toevoeging van de buitenlocaties streven we ernaar dat tachtig procent van onze patiënten straks hooguit twintig minuten hoeft te reizen."
Het inzetten van nog meer buitenlocaties zal zeker nodig zijn met het oog op het nog altijd nijpende verpleegkundigentekort. Boers-Sonderen geeft aan dat inmiddels ook andere afdelingen van het ziekenhuis belangstelling hebben voor het gebruikmaken van buitenlocaties.