Digitale zorg moet verweven worden in DNA van ggz-organisaties

ma 30 oktober 2017 - 08:11
digzorg_01
Innovatie
Nieuws

Digitale zorg moet onderdeel gaan uitmaken van het DNA van instellingen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Alleen zo kunnen de instellingen tijdig mee komen in een snel veranderende, digitaliserende wereld, schrijft Joris Moolenaar, CEO van Karify, in een opiniestuk voor NRC Live. E-health platform Karify bedient 500 zorgorganisaties, waaronder 6 van de 10 grootste ggz-instellingen in Nederland.

De GGZ in Nederland bedient en helpt miljoenen Nederlanders die kampen met mentale problemen. De sector is volgens Molenaar ruimdenkend in het dagelijks beter maken van de geleverde zorg in een steeds veranderend landschap van regels en bezuinigingen. Mede hierdoor heeft de GGZ al successen behaald in het ondersteunen van traditionele gesprekken met online contact: blended care.

De volledige reis van de cliënt - van intake en diagnostiek, tot behandeling en nazorg, is -met e-health platforms zoals Karify tegenwoordig goed digitaal te ondersteunen. Doordat de techniek steeds meer aansluit op de zorgprocessen in de GGZ, kunnen zorgaanbieders hun zorg bovendien steeds meer op maat maken voor iedere individuele cliënt.

De GGZ is niet zonder zijn eigen problematiek, zoals lange wachtlijsten, overbehandeling en een beperkt aanbod van goed gekwalificeerd personeel. Om de ondervonden kwaliteit en uitkomsten van de zorg te verbeteren, en de kosten ervan onder controle te houden, wijzen vrijwel alle betrokkenen naar e-health als deel van de oplossing. Molenaar stelt dat innovatie op dit gebied vaak stuit op een beperkte digitale strategie bij organisaties.  ‘Als we doorgaan op deze weg, dan vrees ik dat sommige GGZ-aanbieders niet tijdig mee kunnen in een digitale wereld.’

Digitale middelen steeds noodzakelijker

Om digitaal succesvol te kunnen zijn, moeten de primaire zorgprocessen en de secundaire administratieve en logistieke processen intrinsiek veranderd worden. Digitale middelen om de toegang tot zorginformatie en communicatie met cliënten te verbeteren zijn hierbij steeds meer een noodzaak. Dit mede omdat het moment waarop consumenten op basis van digitale diensten voor een bepaalde zorgaanbieder kiezen, steeds dichterbij komt.

De Nederlandse zorgsector is bezig met deze digitale transitie. Waarom gaat deze ontwikkeling niet bij elke zorgaanbieder even snel? Mede omdat digitaliseren zonder een uitgekristalliseerde visie en strategie, of met onvoldoende middelen om deze te realiseren, averechts werkt. Dit zien we terug in diverse verschijnselen:

  • Innovaties staan op zich: zorgorganisaties voeren soms het innovatietraject parallel aan het traditionele bedrijfsproces. Men verandert geen processen, maar voert op zich staande innovaties door.
  • Schaal + termijn niet toereikend: pilots hebben vaak te beperkte schaal en doorlooptijd, waardoor de innovatie niet rendeert, of er kortstondige successen zijn die een vertekend beeld geven van daadwerkelijke duurzame digitalisering van processen.
  • Budget schiet tekort: er zit vaak een discrepantie tussen e-health als speerpunt in beleid en beschikbare budgetten. De ggz geldt als koploper in zorginnovatie, maar zelfs in deze voorbeeldsector zijn de investeringen in e-health relatief laag.

Fermere aanpak nodig

Om de zorg substantieel te digitaliseren, pleit Molenaar  voor een fermere aanpak: zorginstellingen zullen bereid moeten zijn om hun bedrijf daadwerkelijk anders in te richten ten behoeve van digitalisering. Innovatie moet integraal onderdeel gaan uitmaken van het proces. E-health doe je er niet even bij. Alleen met het vol inzetten op het verweven van digitale innovatie in bestaande zorgprocessen, kweken organisaties het het DNA van een digitale zorgorganisatie die kan overleven in de zorgmarkt van morgen.

Gelukkig loopt Nederland volgens Moolenaar voorop bij digitalisering, vergeleken met zorgmarkten in het buitenland. ‘Dat moeten we in ons voordeel blijven gebruiken. Wat daarnaast verbeterd is ten opzichte van 10 jaar geleden, toen we begonnen aan onze missie om gedrag te veranderen met e-health: Er zijn steeds meer bewezen, direct inzetbare technieken beschikbaar die direct ten goede komen aan de cliënt, zoals het toenemende aantal cliëntenportalen in de GGZ.’

Incrementele transformatie en lange adem

Molenaar bepleit incrementele transformatie en een lange adem. Op basis van een visie en met behulp van ICT moeten aanpassingen doorgevoerd, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Er moet nog een hoop gebeuren om zorg beter aan te laten sluiten op de digitale behoefte van de patiënt. Gelukkig biedt digitalisering enorme kansen om zorgprocessen continu te blijven meten en verbeteren.

Om deze kansen te benutten, hebben zorgbestuurders een sterke digitale strategie nodig. Zij moeten weten wat ze willen bereiken met digitale zorg en waarom. Bereidheid om te investeren en om bestaande processen ten goede om te vormen, zijn dan essentieel, besluit Molenaar. Als deze ingrediënten aanwezig zijn, kan begonnen worden aan de spannende en waardevolle reis van zorgvernieuwing door digitale transformatie. ‘De tijd is rijp om door te pakken.